ECLI:NL:RBOVE:2022:1250

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
4 mei 2022
Zaaknummer
C/08/257639 / HA ZA 20-475
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op bezwaar tegen kostenbegroting deskundige in civiele procedure tussen Vastgoed Onstwedde B.V. en Bosch Thermotechniek B.V.

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Overijssel op 20 april 2022 een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen Vastgoed Onstwedde B.V. en Bosch Thermotechniek B.V. De zaak betreft een bezwaar van Vastgoed Onstwedde tegen de kostenbegroting van de deskundige, de heer J.A. Bolhuis, die door de rechtbank was benoemd. De deskundige had een voorschot van € 26.639,00 inclusief btw aangevraagd voor zijn werkzaamheden, wat door Vastgoed Onstwedde als extreem hoog werd bestempeld. Vastgoed Onstwedde betwistte de noodzaak van bepaalde werkzaamheden en stelde dat de begroting van hun voorgedragen deskundige aanzienlijk lager was, namelijk € 7.000,00.

Bosch Thermotechniek B.V. was van mening dat de inspectie van een identieke cv-ketel en het inwinnen van informatie bij DEKRA en HIJ5 noodzakelijk waren, maar stelde voor om de tijd voor de beoordeling van de bouwkundige situatie te verlagen. De rechtbank overwoog dat de deskundige voldoende had toegelicht waarom de gevraagde informatie noodzakelijk was en dat de inspectie van de cv-ketel ook in aanwezigheid van de raadsman van Vastgoed Onstwedde kon plaatsvinden, wat de onpartijdigheid waarborgde.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de hoogte van het voorschot vastgesteld op € 20.328,00 inclusief btw, en benadrukt dat de deskundige mogelijkheden voor kostenbesparing moet benutten waar mogelijk. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/257639 / HA ZA 20-475
Vonnis van 20 april 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VASTGOED ONSTWEDDE B.V.,
gevestigd in Dongeradeel en kantoorhoudende in Dokkum,
eiseres,
advocaat mr. ing. M. van Kempen te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOSCH THERMOTECHNIEK B.V.,
gevestigd in Apeldoorn en kantoorhoudende in Deventer,
gedaagde,
advocaten mrs. H. Lebbing en E.S. Oudshoorn te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Onstwedde en Bosch genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 februari 2022 en de daarin genoemde processtukken
  • de kostenbegroting van de deskundige
  • de bezwaren van partijen tegen die begroting
  • de reactie daarop van de deskundige.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De beslissing

2.1.
In het tussenvonnis van 9 februari 2022 heeft de rechtbank de heer J.A. Bolhuis, verbonden aan Brand Technisch Bureau Nederland B.V., tot deskundige benoemd. Hij heeft de rechtbank vervolgens verzocht om een voorschot van € 26.639,00 inclusief btw.
2.2.
Onstwedde heeft bezwaar gemaakt tegen dit voorschot. Zij meent dat dit extreem hoog is en stelt zich op het standpunt dat de door de deskundige begrote werkzaamheden voor internet- en literatuuronderzoek, het inwinnen van informatie bij DEKRA en HIJ5, de inspectie van een identieke cv-ketel en een nadere beoordeling van de bouwkundige situatie van in totaal 44 uur in het licht van de in het tussenvonnis van 9 februari 2022 opgenomen vraagstelling niet noodzakelijk zijn. Volgens Onstwedde is het omwille van de absolute onpartijdigheid en onafhankelijkheid ook niet wenselijk om bij Bosch een identieke cv-ketel te inspecteren en aldaar technische informatie in te winnen. Onstwedde meent daarnaast dat voor voornoemde werkzaamheden – met uitzondering van het internet- en literatuuronderzoek – excessief veel uren zijn begroot, net als voor de bestudering/analyse van het procesdossier en voor het opstellen van het deskundigenrapport. Zij wijst er op dat de begroting van de door haar voorgedragen deskundige [X] uitkwam op een bedrag van € 7.000,00 en benadrukt dat zij het begrote voorschotbedrag niet kan en wil dragen.
2.3.
Bosch acht het noodzakelijk dat de deskundige een identieke ketel inspecteert en informatie inwint bij DEKRA en HIJ5, maar is met Onstwedde wel van oordeel dat de deskundige voor een nadere beoordeling van de bouwkundige situatie aanzienlijk minder tijd dan 14 uur nodig heeft. Zij stelt voor om voor de inspectie van een identieke cv-ketel, het inwinnen van informatie bij DEKRA en HIJ5 en het beoordelen van de bouwkundige situatie één bijeenkomst bij haar op kantoor te plannen. Dit zou volgens haar berekening 27 uur besparen, zodat de kostenbegroting uitkomt op een bedrag van € 16.800,00 exclusief btw.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt. De deskundige heeft in zijn begroting gemotiveerd toegelicht dat in het algemeen de noodzakelijke informatie voor het opstellen van een deskundigenbericht te vinden is in de reeds in het geding gebrachte rapportages van brandonderzoekers, maar dat dat in casu niet het geval is. De rechtbank leidt hieruit af dat de deskundige niet enkel aan de hand van de beschikbare bescheiden de oorzaak van de brand kan vaststellen, zoals hem door de rechtbank was gevraagd, en is van oordeel dat de deskundige met de betreffende toelichting de noodzaak van het opvragen van nadere informatie bij de partijdeskundigen DEKRA en HIJ5 voldoende heeft toegelicht. Dit geldt ook voor de noodzaak van het inspecteren van een identieke cv-ketel. Wat betreft de beoordeling van de bouwkundige situatie heeft de deskundige inmiddels beaamd dat hier minder tijd voor nodig is. Ook heeft hij kenbaar gemaakt dat die werkzaamheden, de inspectie van de identieke cv-ketel en het inwinnen van informatie bij de partijdeskundigen inderdaad gedurende één bijeenkomst kunnen plaatsvinden en dat hiervoor 14 uur kan worden begroot. De rechtbank zal daarom hiervan uitgaan. De precieze invulling van de betreffende bijeenkomst laat de rechtbank over aan de deskundige. Op Bosch rust de verplichting voor de inspectie van de cv-ketel exact hetzelfde type ketel ter beschikking te stellen als de Topline-ketel – zonder modificaties – die bij Onstwedde aanwezig was, zoals zij zelf ook al beaamt. Aangezien de betreffende inspectie plaats zal vinden in aanwezigheid van de raadsman van Onstwedde en, indien hij dat zelf wenst, de heer [A] , ziet de rechtbank geen problemen op het gebied van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid, zeker niet nu de heer Bolhuis als onafhankelijke en onpartijdige deskundige eveneens aanwezig zal zijn.
2.5.
Wat betreft het internet- en literatuuronderzoek is de rechtbank van oordeel dat de deskundige inmiddels de noodzaak voor het opnemen van die post ook voldoende heeft toegelicht.
De uren die de deskundige heeft begroot voor het bestuderen/analyseren van het procesdossier en voor het opstellen van het deskundigenbericht komen de rechtbank verder niet bovenmatig voor, zeker niet gelet op de omvang van het procesdossier en op de reactie die de deskundige heeft gegeven naar aanleiding van de door Onstwedde aangehaalde begroting van [X] . De rechtbank begrijpt uit die reactie dat het uurtarief van die deskundige een stuk lager ligt, omdat deze zich richt op de particuliere sector. In de onderhavige zaak is de brandschade echter geleden door een rechtspersoon.
2.6.
Al met al en zeker ook gelet op het forse geldelijke belang van de vorderingen van Onstedde, komt de door de deskundige voorgestelde aanpassing van zijn urenbegroting die neerkomt op een bedrag van € 16.800,00 exclusief btw, zijnde € 20.328,00 inclusief btw, de rechtbank in de gegeven omstandigheden niet buitensporig voor. De rechtbank zal de hoogte van het te betalen voorschot daarom op dat bedrag vaststellen.
2.7.
De rechtbank merkt tot slot op dat als de deskundige tijdens zijn onderzoek een mogelijkheid voor kostenbesparing ziet – bijvoorbeeld ten aanzien van het beeldmateriaal, waarvan Bosch heeft aangeboden dat ter beschikking te stellen –, hij die mogelijkheid dient te benutten.

3.De rechtbank

3.1.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het bedrag van € 20.328,00 inclusief btw.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.N. Bartels, mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en mr. E.C. Rozeboom en in het openbaar uitgesproken door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek op 20 april 2022.