In deze zaak vordert Woningstichting St. Joseph vergoeding van schade aan de groenstrook die door haar huurder, aangeduid als [gedaagde], zou zijn veroorzaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de groenstrook geen onderdeel uitmaakt van het gehuurde en dat niet kan worden vastgesteld of de door St. Joseph gestelde schade daadwerkelijk is geleden. De vorderingen van St. Joseph worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.
De procedure begon met een huurovereenkomst tussen St. Joseph en [gedaagde], waarbij laatstgenoemde de woning aan [het adres] te [woonplaats] huurde. Bij de oplevering van de woning is schade aan de groenvoorziening niet genoteerd. St. Joseph heeft [gedaagde] een eindafrekening gestuurd, waarin zij een bedrag van € 1.573,04 eiste, waarvan € 1.450,00 voor herstel van de groenvoorziening. [gedaagde] heeft de kosten voor het herstel betwist.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de groenstrook niet in de huurovereenkomst is opgenomen en dat er geen bewijs is dat de schade daadwerkelijk is geleden. Ook is er geen bewijs dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade op basis van onrechtmatige daad. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vorderingen van St. Joseph niet kunnen worden toegewezen en heeft haar veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].