Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie,
- de akte inzake aanvullende producties van de zijde van [X] ,
- de aanvullende producties 12 tot en met 14 van de zijde van de Gemeente,
- het (herstelde
2.De beslissing samengevat
Waarover gaat deze zaak?
4 januari 2000 niet blijkt dat is bedoeld een zakelijk recht van gebruik te vestigen. Ook anderszins acht de rechtbank het onvoldoende aannemelijk dat in deze notariële akte een recht van gebruik als bedoeld in artikel 3:226 BW is gevestigd. Bovendien is niet voldaan aan artikel 24 lid 4 van de Kadasterwet. De vastgoedontwikkelaar heeft aan de Gemeente ook het gebruiksrecht (om niet) van [X] ter zake het betreffende perceel overgedragen. Dit betekent dat er een obligatoire relatie tussen de Gemeente en [X] bestaat.
De Gemeente heeft het recht van gebruik niet mogen opzeggen omdat er niet voldaan is aan de voorwaarden van de contractuele opzeggingsregeling. Naar het oordeel van de rechtbank is wel sprake van onvoorziene omstandigheden van dien aard dat [X] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst mag verwachten. De rechtbank is van oordeel dat de gewijzigde omstandigheden niet voor rekening van de gemeente behoren te blijven. Met toepassing van artikel 6:258 BW wijzigt de rechtbank de obligatoire relatie tussen partijen in die zin dat het recht van gebruik om niet van het perceel door [X] wordt beëindigd op 1 januari 2023. De vorderingen in voorwaardelijke reconventie zullen worden afgewezen.
3.Het geschil en wat daaraan vooraf ging
Wat aan het geschil vooraf ging
Plegt-Vos gekocht. Bij leveringsakte van 28 september 2009 heeft de Gemeente de gronden geleverd gekregen van Plegt-Vos. In deze leveringsakte is voor zover van belang het volgende opgenomen:
een recht van gebruik om niet met betrekking tot gemeld perceel 133 ten behoeve van de heer [X] (oud-eigenaar) tot het moment van bouwrijpmaken met een opzegtermijn van zes maanden.
48 hectare bedrijventerrein te deprogrammeren. Het Perceel dat [X] in gebruik heeft valt onder dit gebied.
4.De beoordeling in conventie en in voorwaardelijke reconventie
In conventie
4 januari 2000 geen recht van gebruik als bedoeld in artikel 3:226 BW is gevestigd. Dit betekent dat het recht van gebruik dat [X] en Plegt-Vos zijn overeengekomen moet worden beschouwd als (niet meer dan) een persoonlijk gebruiksrecht.
artikel 6.2 van de notariële akte van 28 september 2009 blijkt dat bij de verkoop en levering van de gronden (waaronder het Perceel) door Plegt-Vos aan de Gemeente ook het gebruiksrecht (om niet) van [X] ter zake het Perceel is overgedragen. Dit betekent dat dit gebruiksrecht de Gemeente bindt. Er bestaat dan ook een obligatoire relatie tussen de Gemeente en [X] . De omstandigheid dat er geen overeenkomst is gesloten tussen de Gemeente en [X] , zoals door [X] naar voren is gebracht, maakt dit niet anders.
artikel 6:258 BW. Volgens hem moet dit artikel terughoudend worden toegepast. De Gemeente maakt misbruik van haar bevoegdheid door het recht van gebruik door [X] te (willen) beëindigen, terwijl het beoogde gebruik van de Gemeente van het Perceel gelijk is aan de huidige gebruikswijze van [X] . [X] heeft het recht van gebruik bedongen omdat het voor hem ondenkbaar zou zijn dat voorouderlijke grond bij een andere boer in gebruik zou komen. Het bedongen recht van gebruik is dan ook een kernbeding. De Gemeente heeft, in haar gretigheid om het Perceel in bezit te krijgen, de risico’s te laag ingeschat. Dat is echter geen grond om artikel 6:258 BW toe te passen. Daarnaast stelt [X] dat de Gemeente wel degelijk heeft gespeculeerd met de aankoop van het Perceel van Plegt-Vos. Het speculatieve karakter van die overeenkomst is een omstandigheid die voor rekening en risico van de Gemeente moet blijven. De Gemeente heeft uiteindelijk uit eigen beweging, zonder invloed of anderszins beïnvloeding van [X] , besloten de beoogde bestemming te wijzigen. Daarmee is niet gezegd dat de oorspronkelijk bij de aankoop door de Gemeente beoogde bestemming in de toekomst niet meer mogelijk is of gerealiseerd zal worden. De Gemeente heeft bovendien in 2016 al een andere ontwikkeling ingezet voor de Usseler Es, namelijk de ontwikkeling van een zonne- en/of windmolenpark.
€ 250.000,00.
(2 punten x tarief € 563,00)).
€ 563,00).
5.De beslissing
artikel 6.2. van de notariële (leverings)akte van 28 september 2009, voortvloeiende obligatoire relatie tussen de Gemeente en [X] op grond van onvoorziene omstandigheden wordt gewijzigd in die zin dat het recht van gebruik (om niet) van het perceel, kadastraal bekend [kadasternummer] , ter grootte van 01.28.90 hectare (hierna: het Perceel), door [X] , wordt beëindigd als onder 5.2. bepaald;