In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen TRANS2DAY en een voormalige werknemer over de teruggave van een werkjas. De werknemer, gedaagde, heeft tijdens zijn dienstverband een werkjas ontvangen van de werkgever, eiser. Na beëindiging van het dienstverband heeft eiser een factuur gestuurd voor de jas, omdat gedaagde deze niet had teruggegeven. Gedaagde betwist echter dat er een afspraak was over de teruggave van de jas en stelt dat hij deze kan houden.
De procedure begon met een dagvaarding op 21 december 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord van gedaagde en een conclusie van repliek van eiser. De kantonrechter heeft uiteindelijk op 17 mei 2022 vonnis gewezen. De rechter oordeelde dat gedaagde de factuur niet hoeft te betalen, omdat er geen duidelijke afspraak was over de teruggave van de jas. Eiser heeft niet aangetoond dat de jas in bruikleen was gegeven en er was ook geen sprake van verzuim, aangezien gedaagde niet in gebreke was gesteld voor het teruggeven van de jas.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en geoordeeld dat eiser de proceskosten moet betalen. Gedaagde had verzocht om vergoeding van zijn kosten, maar dit werd slechts gedeeltelijk toegewezen. De rechter heeft bepaald dat eiser € 25,00 aan gedaagde moet betalen voor gemaakte verletkosten. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken in arbeidsovereenkomsten, vooral met betrekking tot eigendommen die aan werknemers worden verstrekt.