ECLI:NL:RBOVE:2022:1506

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
C/08/279570 / KG ZA 22-81
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een gebiedsverbod en contactverbod in kort geding wegens overlast door gedaagde

In deze zaak vorderen eisers, de moeder en stiefvader van gedaagde, een gebiedsverbod en contactverbod voor een periode van vijf jaar rondom hun woning. Gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De eisers stellen dat gedaagde, die lijdt aan een drugsverslaving, veel overlast heeft veroorzaakt, waaronder vernielingen, en dat zij bang zijn voor zijn onvoorspelbare gedrag. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, maar de duur van de verboden beperkt tot één jaar, in het belang van proportionaliteit. De rechter oordeelt dat er voldoende aannemelijke feiten zijn die de inbreuk op de rechten van gedaagde rechtvaardigen. Daarnaast is de machtiging verleend om het vonnis ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eisers, die zijn begroot op € 742,00. Het vonnis is uitgesproken op 24 mei 2022.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/279570 / KG ZA 22-81
Vonnis in kort geding van 24 mei 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] , en

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen eisers,
advocaat: mr. T. Seker te Enschede,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland en daarbuiten,
gedaagde partij, hierna te noemen gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties.
1.2.
De zaak is mondeling behandeld op 10 mei 2022. Verschenen zijn eisers, bijgestaan door mr. Seker. Gedaagde is niet verschenen en tegen hem is verstek verleend. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Inleiding

Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Eisers zijn de moeder en stiefvader van gedaagde. Zij vorderen dat aan gedaagde een gebiedsverbod voor vijf jaar wordt opgelegd rondom de woning van eisers en daarnaast een contactverbod. De rechter wijst de vorderingen toe maar beperkt de periode van de verboden tot één jaar. De motivering van deze beslissing volgt hieronder.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen zowel een gebiedsverbod als een contactverbod met machtiging om het vonnis ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
3.2.
Kort samengevat hebben het eisers naar voren gebracht dat gedaagde een drugsverslaving heeft en veel overlast, waaronder vernielingen, bij eisers en in hun woonomgeving heeft veroorzaakt. Gedaagde is vanwege zijn verslaving onvoorspelbaar. Eisers zijn bang en verwachten, gelet op het verleden, dat gedaagde zo weer onaangekondigd voor de deur staat en voor overlast gaat zorgen en dat willen eisers niet meer. Eisers willen in dat geval de politie kunnen bellen zodat er, doordat eisers dan een vonnis hebben, actie kan worden ondernomen.

4.De beoordeling

4.1.
Gedaagde is niet verschenen. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
4.2.
Op grond van artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de voorzieningenrechter in geval van verstek de vorderingen van eisers toe te wijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
4.3.
Vooropgesteld wordt dat een contact- en gebiedsverbod een inbreuk vormt op het aan een ieder toekomend recht vrijelijk contact op te nemen met een ander respectievelijk het recht om zich vrijelijk te verplaatsen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel, moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.4.
De voorzieningenrechter oordeelt dat eisers, gelet op grond van de onweersproken stellingen over de overlast door gedaagde, een gerechtvaardigd belang hebben bij toewijzing van het gevorderde. Hij zal de vordering dan ook toewijzen met inachtneming van het navolgende.
4.5.
Eisers hebben voor wat betreft de duur van de periode waar op de verboden zien naar voren gebracht dat zij graag een lange periode willen van het liefst vijf of drie jaren, omdat zij hopen dat gedaagde in die periode de hulp krijgt die hij nodig heeft. Hoewel de voorzieningenrechter eisers begrijpt, vindt hij een periode van vijf en ook driejaar te lang. Het gevorderde gebieds- en contactverbod zal worden toegewezen voor één jaar.
4.6.
De gevorderde machtiging om dit vonnis ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie zal eveneens worden toegewezen.
4.7.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld. Aangezien aan eisers een toevoeging is verleend, zijn de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding (exclusief verschotten zoals informatiekosten) in debet gesteld. Deze kosten komen daarom niet voor vergoeding aan eisers in aanmerking. De kosten
tot op vandaag aan de kant van eisers worden begroot op € 86,00 aan griffierecht en
€ 656,00 aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen gedaagde;
5.2.
verbiedt gedaagde om, gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, zich te begeven naar en/of zich te bevinden op [adres] te [plaats] en binnen het gebied daar omheen zoals hieronder op de plattegrond is gemarkeerd;
5.3.
verbiedt gedaagde om, gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, eisers hetzij direct, hetzij indirect via derden of communicatiemiddelen te benaderen, te achtervolgen, te bedreigen of anderszins lastig te vallen;
5.4.
machtigt eisers om zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen;
5.5.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten van eisers, tot op vandaag begroot op
€ 742,00;
5.6.
verklaart de onderdelen 5.2 tot en met 5.5. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, en in het openbaar uitgesproken op
24 mei 2022. (ak)