Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De beslissing in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2022,
- de akte overlegging productie 12 van de zijde van [A] , ontvangen op 13 mei 2022,
- de akte overlegging productie 21 van de zijde van [A] , ontvangen op 17 mei 2022,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, ontvangen op 17 mei 2022,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 18 mei 2022,
- de ter zitting overgelegde akte overlegging producties 22 t/m 25 van de zijde van [A] ,
- de pleitnota van [A] .
3.De feiten
Omschrijving erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen
4.Het geschil in conventie
- [B] veroordeelt om, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, over te gaan tot algehele verwijdering van de afval- en groencontainers en/of andere obstakels die zich bevinden op het pad waarvan ten gunste van het perceel van [A] en ten laste van het perceel van [B] bij notariële akte d.d. 10 november 1998 een recht van erfdienstbaarheid is gevestigd, en om deze afval- en groencontainers en/of andere obstakels, verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor iedere dag of ieder dagdeel dat [B] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,-;
- [B] veroordeelt om zich, na betekening van dit vonnis, te onthouden en te doen onthouden van het plaatsen van obstakels van welke aard dan ook, die het ten gunste van het perceel van [A] en ten laste van het perceel van [B] gevestigde recht van erfdienstbaarheid zoals omschreven in de notariële akte d.d. 10 november 1998 op enigerlei wijze belemmert, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor iedere dag of ieder dagdeel dat [B] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,-;
- [B] veroordeelt in de kosten van de procedure, met inbegrip van het salaris van de advocaat van [A] , de nakosten en de wettelijke rente over de nakosten.
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in conventie
656,00