ECLI:NL:RBOVE:2022:1811
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de kantonrechter in kort geding met betrekking tot betalingsverplichtingen
Op 22 juni 2022 vond de mondelinge behandeling plaats in een kort geding bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. G.L.E. Kemerink op Schiphorst, vorderde gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.B. Bollen, te veroordelen tot nakoming van gemaakte afspraken en betaling van achterstallige bedragen. De kantonrechter, mr. T.J. Thurlings-Rassa, oordeelde echter dat hij onbevoegd was om de zaak te behandelen. Dit oordeel was gebaseerd op de vaststelling dat de vorderingen van eiseres geen duidelijke aanwijzingen gaven dat de totale waarde onder de € 25.000,- zou blijven, wat vereist is voor de bevoegdheid van de kantonrechter. De kantonrechter concludeerde dat de partijen de zaak zelf moesten voorleggen aan de bevoegde civiele voorzieningenrechter, waarbij zij ook moesten overwegen of de zaak geschikt was voor een kort geding, gezien de beperkte bewijsmogelijkheden. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 498,00. De uitspraak werd openbaar gedaan en is uitvoerbaar bij voorraad.