ECLI:NL:RBOVE:2022:1854
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om handhavend op te treden tegen bouw van een opslagloods op erf van eisers
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 5 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, bewoners van een perceel in Wierden, en het college van burgemeester en wethouders van Wierden, als verweerder. De zaak betreft een verzoek van eisers om handhavend op te treden tegen een door hun buurman gebouwde opslagloods/berging die gedeeltelijk op hun erf staat. Eisers hebben in 2020 verweerder verzocht om handhaving, maar dit verzoek werd afgewezen in het primaire besluit van 28 juli 2020. In het bestreden besluit van 6 juli 2021 werd het bezwaar van eisers gegrond verklaard, maar het primaire besluit bleef in stand met een aanvulling van de motivering.
De rechtbank heeft op 4 mei 2022 de zaak behandeld. Tijdens de zitting zijn eisers vertegenwoordigd door hun gemachtigde en is de derde partij, de buurman, ook verschenen met zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opslagloods niet alleen over de erfgrens is gebouwd, maar ook in afwijking van de verleende omgevingsvergunning. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van een publiekrechtelijke overtreding.
De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom handhaving niet zou plaatsvinden, ondanks de overtreding. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is bepaald dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht vergoedt. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.