4.3De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hierboven genoemde en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen – waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt – wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 14 december 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de P.C. Hooftlaan, aanmerkelijk onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij met de verkeerssituatie ter plaatse bekend is en
- terwijl hij met het door hem bestuurde voertuig stilstond voor een kruisend fietspad, te weten het Schrijverspad, en
- terwijl voor dat fietspad op het wegdek haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van voormeld reglement, inhoudende: “Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg”, waren aangebracht en
- terwijl voor dat fietspad aan de rechterzijde van die weg (de P.C. Hooftlaan) een in zijn, verdachtes, rijrichting gekeerd bord B6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg” met daaronder de aanduiding dat verkeer uit beide richtingen kon komen, was geplaatst en
- terwijl hij wist dat rechts van hem verkeer naderde,
- in onvoldoende mate heeft opgelet en is blijven opletten op het verkeer op het kruisende fietspad (het Schrijverspad) dat van rechts kwam en
- niet is blijven staan voor de eerdergenoemde haaientanden, maar is gaan rijden terwijl rechts van hem een fietser over het kruisende fietspad reed en
- deze fietser niet voor heeft laten gaan en in aanrijding is gekomen met de over dat fietspad rijdende bestuurder van die fiets en die fiets, ten gevolge waarvan de bestuurder van die fiets ten val is gekomen, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (voornoemde fietser genaamd
[slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht;
2.
hij op 14 december 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, P.C. Hooftlaan, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994, een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.