In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 20 juli 2022, wordt de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een bijgebouw ten behoeve van een mantelzorgwoning beoordeeld. De vergunninghouder had op 11 december 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de uitbreiding van een bouwwerk op het perceel Grundellaan 3 in Hengelo, met als doel zijn schoonouders in dit bouwwerk te laten wonen. De rechtbank oordeelt dat de vergunning niet in strijd is met de mantelzorgverklaring, die door de vergunninghouder is overgelegd. De rechtbank concludeert dat de vergunninghouder de vergunning heeft aangevraagd voor een mantelzorgwoning, ondanks dat in de aanvraag en het primaire besluit gesproken wordt over een zorgwoning. De rechtbank stelt vast dat de vergunninghouder de intentie had om een mantelzorgwoning te realiseren, wat ook blijkt uit de bijgevoegde mantelzorgverklaring.
De rechtbank oordeelt verder dat de bestreden besluiten van de gemeente Hengelo onvoldoende gemotiveerd zijn. De rechtbank vindt dat de gemeente niet goed heeft onderbouwd waarom de omgevingsvergunning in stand kan blijven, ondanks dat deze in strijd is met het bestemmingsplan en de beleidsregels. De rechtbank vernietigt de besluiten van de gemeente, maar laat de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand, wat betekent dat de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het bijgebouw ten behoeve van de mantelzorgwoning in stand blijft. De rechtbank oordeelt dat de vergunninghouder in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van de afwijkingsbevoegdheid van het bestemmingsplan, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de uitbreiding al gerealiseerd is en de schoonouders al in de mantelzorgwoning wonen.