ECLI:NL:RBOVE:2022:2154

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 mei 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
08.044112-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hennepkwekerij- en diefstal van elektriciteitzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige vrouw, die werd verdacht van het hebben van een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De verdachte ontkende stellig betrokken te zijn bij de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte vast te stellen. Cruciaal onderzoek was op belangrijke onderdelen achterwege gebleven, waardoor het dossier niet voldoende concrete aanknopingspunten bood voor de verdenkingen. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, en de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij of de diefstal van stroom. De rechtbank volgde deze redenering en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak van een zorgvuldige onderzoeksvoering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.044112-22 (P)
Datum vonnis: 16 mei 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 mei 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. de Vries en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Vlug, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een ander of anderen een hennepkwekerij heeft gehad;
feit 2:samen met een ander of anderen elektriciteit heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
zij op of omstreeks 7 januari 2021, in de gemeente Borne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (te weten in perceel [adres 2] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 341 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de
bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (, te weten 341 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten);
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 januari 2021, te Borne, (tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen), (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachte’s mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachte’s mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

Ten aanzien van de feiten 1 en 2
4.1
Inleiding
Op 7 januari 2021 treft de politie in de onbewoonde bovenwoning aan [adres 2] een hennepkwekerij aan. In de hennepkwekerij stonden in totaal 341 hennepplanten. Daarnaast wordt door een fraude-inspecteur van Enexis geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. De echtgenoot van verdachte is de eigenaar van het bedrijfspand waar de bovenwoning onderdeel van uitmaakt. Hij runt op de begane grond van dit bedrijfspand zijn bedrijf. Verdachte werkt in het bedrijf van haar echtgenoot.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijspraak gevorderd, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is, waaruit blijkt dat verdachte de feiten heeft (mede)gepleegd.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit integrale vrijspraak. Hij voert daartoe aan dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte bij de hennepkwekerij betrokken is geweest of hiervan wetenschap heeft gehad. Daarnaast ontbreekt ieder bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van stroom.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Evenals de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank spreekt haar daarom vrij.
Verdachte heeft haar betrokkenheid bij de aangetroffen hennepkwekerij en de daarmee gepaard gaande diefstal van elektriciteit ter terechtzitting stellig ontkend en naar het oordeel van de rechtbank is, hoewel de feiten en omstandigheden vragen oproepen, onvoldoende bewijs in het dossier voorhanden op basis waarvan die betrokkenheid kan worden vastgesteld. Noodzakelijk en cruciaal onderzoek is op belangrijke onderdelen achterwege – en hierdoor onbenut – gebleven en het dossier biedt onvoldoende concrete aanknopingspunten voor de verdenkingen.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. H. Stam en
mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2022.