ECLI:NL:RBOVE:2022:2245
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen wijziging sluitingstijden in drank- en horecavergunning
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van de burgemeester van Rijssen-Holten, waarbij aan eiser een drank- en horecavergunning is verleend voor de horeca-inrichting "[bedrijf]". Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de sluitingstijden die in de vergunning zijn opgenomen, die afwijken van de sluitingstijden zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De rechtbank oordeelt dat het primaire besluit van 26 november 2020, dat de sluitingstijden vaststelt, niet voldoende gemotiveerd is vanuit de belangen van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en milieu, maar enkel vanuit het geldende planologische regime. Dit is volgens de rechtbank onjuist en leidt tot de conclusie dat de burgemeester niet de juiste belangenafweging heeft gemaakt.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de beslissing op bezwaar onbevoegd is genomen door het college van burgemeester en wethouders, aangezien deze bevoegdheid bij de burgemeester ligt. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. De rechtbank wijst erop dat de beperking tot avondopenstelling blijft gelden, omdat deze voortvloeit uit het bestemmingsplan. Eiser kan geen beroep doen op het vertrouwensbeginsel of het gelijkheidsbeginsel, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank draagt verweerder op het griffierecht te vergoeden en kent een proceskostenvergoeding toe aan eiser, die is vastgesteld op € 2.870,50.