Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[X],
1.De procedure
- het vonnis van 22 december 2021;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van HCH Didsa van 10 maart 2022 met productie 40 en 41;
- de spreekaantekeningen van HCH Didsa;
- de spreekaantekeningen van QPE c.s.;
- de mondelinge behandeling op 22 maart 2022 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt;
- de aanhouding ten behoeve van minnelijk overleg;
- het verzoek van partijen om vonnis te wijzen.
3.De feiten
4.Het geschil
in conventie
Reporte General de Fallas y Problemas en el Frente de Soldadura Magnatech” van 22 augustus 2017, het door Carso opgestelde rapport “
Expediente de calidad no conformidades a proceso de soldadura automatica 'Magnatech'” (inclusief vertaling) en de getuigenverklaring van [getuige] , voormalig juridisch adviseur en directeur van QPE (zie producties 19, 23 en 26 van HCH Didsa). In dit verband wijst HCH Didsa erop dat QPE c.s. geen uitvoering heeft gegeven aan het door QPE c.s. zelf opgestelde “
Plan of Action” van 1 september 2017.
5.De beoordeling
een afkeuringspercentage van maar liefst 31,87 procent, hetgeen extreem hoog is gelet op het feit dat dit normaliter tussen de 1-2% ligt”; zie randnummer 25 van de dagvaarding) en dat de productielassen onaanvaardbare defecten hadden.
Magnatech cannot be held responsible for production rates”), omdat zij geen invloed kan uitoefenen op de werkwijze en motivatie van de gebruiker/lasser, ook niet nadat deze door haar is getraind. Verkeerd gebruik zegt overigens niets over de deugdelijkheid van de lasmachines.
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat