ECLI:NL:RBOVE:2022:2314

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
9730492 \ CV EXPL 22-836
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van een niet-betaalde factuur en de vraag of de werkzaamheden zijn verricht waarvoor betaling verschuldigd is

In deze zaak heeft I-City MediaGroep B.V. een vordering ingesteld tegen Boomkwekerij [X] wegens een niet-betaalde factuur van € 592,90. De factuur betreft werkzaamheden die I-City zou hebben verricht in het kader van de Jens en Rens actie, waarbij posters en cadeaudozen zouden zijn vervaardigd en verspreid. De gedaagde partij, Boomkwekerij [X], heeft de factuur niet betaald en betwist dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. De kantonrechter heeft op 19 juli 2022 geoordeeld dat I-City niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de werkzaamheden zijn verricht. De kantonrechter concludeert dat niet is komen vast te staan dat I-City recht heeft op betaling van de factuur. De vordering van I-City wordt afgewezen en I-City wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil worden begroot, aangezien deze niet door een professionele gemachtigde is bijgestaan.

De procedure begon met een tussenvonnis op 29 maart 2022, waarin een mondelinge behandeling werd bevolen. Tijdens deze behandeling bleek dat de gedaagde partij niet op de aanvullende producties had kunnen reageren, wat leidde tot een verlenging van de termijn voor schriftelijke reacties. I-City heeft vervolgens aanvullende producties ingediend, maar de kantonrechter oordeelt dat de onderbouwing van de werkzaamheden onvoldoende is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet akkoord is gegaan met extra kosten voor steunkleuren en dat de werkzaamheden niet zijn uitgevoerd zoals overeengekomen. De kantonrechter heeft daarom de vordering van I-City afgewezen en de proceskosten voor rekening van I-City gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9730492 \ CV EXPL 22-836
Vonnis van 19 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap
I-City MediaGroep B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Almere,
eisende partij, hierna te noemen: I-City,
gemachtigde: H.G. Zeiger (Bouma Zeiger Gerechtsdeurwaarders & Incasso),
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. Boomkwekerij [X] ,wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

1.1.
I-City heeft een factuur van € 592,90 incl. btw naar [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald. In deze zaak staat de vraag centraal of [gedaagde] de factuur plus bijkomende kosten (wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten) (alsnog) moet betalen.
1.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de factuur niet hoeft te betalen. [gedaagde] hoeft ook geen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten te vergoeden. De vordering van I-City zal worden afgewezen. I-City zal in de proceskosten worden veroordeeld.

2.De procedure

2.1.
Eerder heeft de kantonrechter vonnis tussen partijen gewezen, dat is uitgesproken op 29 maart 2022. In dat tussenvonnis is een mondelinge behandeling van de zaak bevolen.
2.2.
Op 17 mei 2022 heeft I-City een akte met producties overgelegd.
2.3.
Op 24 mei 2022 heeft er digitaal, via Teams, een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Beide partijen waren hierbij aanwezig. I-City werd vertegenwoordigd door de heer [A] . De aantekeningen van de griffier zijn opgenomen in het dossier.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [gedaagde] de aanvullende producties van I-City van 17 mei 2022 niet had ontvangen. Daarom heeft de kantonrechter de stukken na de zitting alsnog naar [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] mocht uiterlijk op
7 juni 2022 schriftelijk op deze stukken reageren. [gedaagde] heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
2.5.
I-City heeft bij akte van 15 juni 2022 gereageerd.
2.6.
De kantonrechter is hiermee voldoende ingelicht om een beslissing te kunnen nemen. Die beslissing wordt vandaag in dit vonnis opgenomen en toegelicht.

3.Wat er vaststaat

3.1.
Op 27 oktober 2021 heeft een medewerker van I-City telefonisch contact opgenomen met [gedaagde] . I-City heeft hierover een e-mail naar [gedaagde] gestuurd. Daarin staat:
“(…) Naar aanleiding van het telefonisch onderhoud met een van onzer medewerkers zenden wij u hierbij de specificaties voor uw opdracht toe. Uw bedrijfspresentie wordt geplaatst op een A3 actieposter met bijbehorende verrassingsdoos.
Opdrachtgever : [gedaagde]
Uitgave : Jens en Rens Kinderactie
Aantal uitvoeringen : 4
Prijs per plaatsing excl. Btw
Kinderactie Jens en Rens en hun droomwens Voor: € 295,-
Gebruik steunkleur(en) - 195,
TE PLAATSEN TEKST TER CONTROLE
[logo bedrijf [gedaagde] ]
GRAAG VOOR AKKOORD RETOURNEREN-PLAATSINGSNUMMER DW-21”
3.2.
Vervolgens hebben partijen opnieuw contact gehad, waarna I-City een aangepaste opdrachtbevestiging naar [gedaagde] heeft gestuurd. Daarin is het aantal uitvoeringen gewijzigd naar 2.
3.3.
Nog diezelfde dag, op 27 oktober 2021, heeft [gedaagde] per e-mail aangegeven dat ‘DW-21 akkoord is’.
3.4.
Op 3 november 2021 heeft I-City een factuur van in totaal € 592,90 incl. btw naar [gedaagde] gestuurd. Deze factuur is opgebouwd uit € 295,- excl. btw voor de Jens en Rens actie plus € 195,- excl. btw voor het gebruik van steunkleuren.
3.5.
[gedaagde] heeft de factuur, ondanks de mailwisseling die hierover tussen partijen heeft plaatsgevonden en de aanmaningen die (de gemachtigde van) I-City heeft gestuurd, tot op heden niet betaald.

4.Wat I-City wil

4.1.
I-City vraagt de kantonrechter om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van in totaal € 695,47. I-City stelt dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] een actieposter heeft vervaardigd voor de Jens en Rens actie. Op die poster staan het logo en de bedrijfsinformatie van het bedrijf van [gedaagde] . De posters, bijbehorende kleurplaten en cadeaudozen zijn onder diverse instanties in de regio verspreid. I-City is haar verplichtingen uit de overeenkomst nagekomen en [gedaagde] dient dat ook te doen door betaling van het op 3 november 2021 aan hem in rekening gebrachte bedrag van € 592,90, aldus I-City.
Omdat [gedaagde] de factuur niet op tijd betaald heeft, is hij wettelijke rente verschuldigd. Berekend tot 1 maart 2022 bedraagt de rente € 13,64.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft I-City haar vordering ter incasso uit handen gegeven. I-City heeft daardoor buitengerechtelijke incassokosten gemaakt. Zij vordert hiervoor een vergoeding van € 88,93.
Tot slot vraagt I-City de kantonrechter om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de verdere rente vanaf 1 maart 2022 tot de dag van volledige betaling en de proceskosten.

5.Het verweer van [gedaagde]

5.1.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij de factuur plus bijkomende kosten niet hoeft te betalen. Hij voert hiertoe - samengevat en voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil - het volgende aan.
I-City heeft [gedaagde] gebeld in verband met de Jens en Rens actie. Telefonisch is hier informatie over gegeven en [gedaagde] heeft toen toegezegd hieraan mee te doen. Vervolgens is er per e-mail een opdrachtbevestiging naar [gedaagde] gestuurd waarop hij, na een aanpassing, akkoord heeft gegeven. [gedaagde] is niet akkoord gegaan met (extra) kosten voor het gebruik van steunkleuren. Hij is alleen geïnformeerd over de actie en niet over steunkleuren en de hieraan verbonden (extra) kosten.
Verder heeft [gedaagde] herhaaldelijk gevraagd welke werkzaamheden er precies zouden zijn uitgevoerd, maar daarop heeft hij geen reactie gekregen. I-City heeft niet aan haar verplichtingen voldaan, aldus [gedaagde] .

6.De beoordeling

Kosten gebruik steunkleuren

6.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten. [gedaagde] heeft opdracht aan I-City verstrekt tot het vervaardigen en verspreiden van een actieposter met het logo van het bedrijf van [gedaagde] , kleurplaten en cadeaudozen. Ook is niet betwist en staat dus vast dat [gedaagde] akkoord heeft gegeven voor twee uitvoeringen waarvoor in ieder geval € 295,- excl. btw per uitvoering in rekening gebracht zou worden.
6.2.
In de posters is kleur gebruikt. De eerste vraag die beantwoord moet worden, is of hier (extra) kosten van € 195,- excl. btw per uitvoering voor in rekening gebracht mochten worden. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt hiertoe als volgt.
6.3.
I-City stelt dat voor kleur nog altijd extra kosten in rekening worden gebracht. Dit wordt volgens I-City altijd telefonisch besproken, maar [gedaagde] heeft betwist dat dat in zijn geval ook gebeurd is. De kantonrechter is van oordeel dat het gelet op de betwisting van [gedaagde] op de weg van I-City had gelegen om haar stelling ter zake nader (met stukken) te onderbouwen. Dat heeft zij onvoldoende gedaan. Wat er in het telefoongesprek van 27 oktober 2021 is besproken, is niet vast komen te staan en door I-City ook niet aangetoond. Dat partijen zijn overeengekomen dat er extra kosten voor het gebruik van steunkleuren zouden worden gerekend kan bovendien niet aan de hand van de opdrachtbevestiging van 27 oktober 2021 worden vastgesteld. Daarin wordt het gebruik van steunkleuren wel benoemd, maar niet als een duidelijk onderdeel van de prijs. Voor het bedrag staat een minnetje en er wordt geen totaalbedrag genoemd. Dat [gedaagde] , zoals hij heeft aangevoerd, niet wist wat steunkleuren waren en in de veronderstelling verkeerde dat dit in zijn situatie niet van toepassing was, is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet onbegrijpelijk. Omdat niet vaststaat dat [gedaagde] met deze extra kosten heeft ingestemd, hoeft hij hiervoor ook niet te betalen.
Nakoming verplichtingen I-City
6.4.
De volgende vraag die voorligt, is of I-City werkzaamheden heeft verricht waarvoor [gedaagde] moet betalen. Dat is in beginsel het geval als I-City werkzaamheden voor [gedaagde] heeft verricht en vastgesteld kan worden dat het werkzaamheden zijn geweest die overeengekomen zijn. Wat onder de overeengekomen werkzaamheden verstaan moet worden, hangt af van de gerechtvaardigde verwachtingen die partijen op grond van de omstandigheden van het geval over en weer mochten hebben.
6.5.
De kantonrechter is van oordeel dat I-City onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat de werkzaamheden waarvoor zij een factuur naar [gedaagde] heeft gestuurd, zijn verricht. Dit oordeel licht zij als volgt toe.
6.6.
In de eerste plaats is van belang dat I-City weliswaar verzendbewijzen heeft overgelegd van pakketten die zij aan de kinderafdelingen van het Isala en Scheper ziekenhuis en aan Samenlevingsschool De Ravelijn heeft gestuurd, maar daaruit kan niet worden afgeleid wat er precies verstuurd is. Alleen bij het pakket dat naar De Ravelijn gestuurd is, staat dat het om de Jens en Rens actie gaat. Een en ander klemt temeer nu I-City stelt dat zij naar de ziekenhuizen ook cadeaudozen heeft gestuurd. Uit de overgelegde verzendbewijzen blijkt echter dat het, bij de naar de ziekenhuizen gestuurde pakketten, om pakketten van 1,0 kilo ging. Op basis van dit gewicht in combinatie met de door I-City overgelegde voorbeeldfoto van de cadeaudozen is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet aannemelijk dat bij de pakketten waarvan een verzend- en ontvangstbewijs is overgelegd, cadeaudozen zijn (mee)gestuurd.
6.7.
Verder is van belang dat [gedaagde] heeft aangegeven dat hij mensen kent die werkzaam zijn bij voornoemde organisaties en dat hij contact met hen heeft opgenomen. Volgens [gedaagde] hebben zij allemaal verklaard dat zij de actie nooit voorbij hebben zien komen en/of hier posters van hebben zien hangen. De kennissen van [gedaagde] hebben ook navraag gedaan bij hun collega’s, maar ook die waren niet bekend met de actie, aldus [gedaagde] . Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [gedaagde] een Whatsappbericht van 29 mei 2022 van de directeur van De Ravelijn overgelegd, waarin staat dat ‘De Ravelijn echt geen kleurplaten of iets ontvangen heeft’. Gelet op het verweer van [gedaagde] had het op de weg van I-City gelegen om haar stelling ter zake nader (met stukken) te onderbouwen. I-City heeft echter alleen verwezen naar de ontvangstbewijzen en die zijn, gelet op het hiervoor overwogene, ontoereikend om aan te kunnen nemen dat genoemde instanties de Jens en Rens actie hebben ontvangen.
6.8.
Daarbij komt het volgende. Als de actie al naar voornoemde ziekenhuizen en basisschool zou zijn gestuurd, is hiermee volgens [gedaagde] niet voldaan aan hetgeen [gedaagde] van I-City mocht verwachten. Volgens [gedaagde] is namelijk niet de juiste doelgroep benaderd. Hij verwijst hierbij naar een informatiebrief over de actie, waarin staat dat ‘de kinderen van groep 7 en 8 van basisscholen door heel Nederland op deze manier op speelse en ludieke wijze worden geïnformeerd over dit steeds groter wordende probleem’. Dat de actie ook verspreid zou worden onder ziekenhuizen en lagere klassen van de bassischool was niet duidelijk. Ook was het volgens [gedaagde] niet duidelijk waar de ingekleurde kleurplaat naartoe gestuurd kon worden en wat voor cadeautjes de kinderen dan zouden krijgen.
I-City heeft tegen dit alles niets ingebracht. Zij heeft niet uitgelegd wat er precies onder één uitvoering moet worden verstaan, hoe aan de actie uitvoering wordt gegeven, onder welke instanties deze wordt verspreid en wat hierover is afgesproken. Dit kan ook niet uit de opdrachtbevestiging worden afgeleid. Dat I-City heeft gedaan wat [gedaagde] van haar mocht verwachten, kan dan ook niet worden vastgesteld. Dat betekent dat ook als wel zou worden aangenomen dat I-City de actie onder voornoemde instanties heeft verspreid, nog steeds niet vaststaat dat aan de verplichtingen uit de overeenkomst is voldaan.
Bewijsaanbod I-City
6.9.
Omdat de kantonrechter van oordeel is dat I-City onvoldoende heeft gesteld, wordt aan bewijslevering niet toegekomen. Bovendien heeft I-City geen concreet bewijsaanbod gedaan, om welke reden zelfs bij voldoende gemotiveerde stellingen aan bewijslevering niet zou zijn toegekomen.
Conclusie
6.10.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet vast is komen te staan dat I-City werkzaamheden voor [gedaagde] heeft verricht waarvoor recht op betaling zou bestaan. [gedaagde] hoeft de factuur van I-City niet te betalen. De kantonrechter zal deze vordering dan ook afwijzen. Hetzelfde geldt voor de nevenvorderingen.
Proceskosten
6.11.
De proceskosten komen, als in het ongelijk gestelde partij, voor rekening van I-City. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil, omdat [gedaagde] in deze procedure niet is bijgestaan door een professionele gemachtigde.

7.De beslissing

De kantonrechter
7.1.
wijst de vordering af,
7.2.
veroordeelt I-City tot betaling van de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2022. (EB)