ECLI:NL:RBOVE:2022:2363

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
10043136 \ CV EXPL 22-2808
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzetzaak in kort geding over ontruiming van een huurwoning en betaling van achterstallige huur

Op 12 augustus 2022 vond er een mondelinge behandeling plaats in een verzetzaak in kort geding bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle. De eisende partijen, [A] en [B], vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. F. Havers, stonden tegenover de gedaagden in verzet, [X] en [Y]. De kantonrechter, mr. E.C. Rozeboom, stelde vast dat alle partijen aanwezig waren en deed ter zitting mondeling uitspraak. De zaak betrof een vordering tot ontruiming van een huurwoning en betaling van achterstallige huur, alsmede een gebruiksvergoeding. De kantonrechter concludeerde dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was geëindigd op 1 augustus 2022, en dat [Y] zonder recht of titel in de woning verbleef. De verhuurders hadden een belang bij ontruiming, terwijl [Y] aanvoerde dat zij niet tijdig vervangende woonruimte kon krijgen. De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming kon doorgaan en dat de vorderingen tot betaling van huur en gebruiksvergoeding werden toegewezen. Tevens werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verweer van [Y]. De proceskosten werden aan [Y] opgelegd, aangezien zij in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10043136 \ CV EXPL 22-2808
PROCES-VERBAALvan de op 12 augustus 2022 te Zwolle gehouden zitting van de kantonrechter in het kort geding van:

1.[A] ,2. [B] ,wonende in [woonplaats],

eisende partijen,
gedaagden in verzet,
gemachtigde: mr. F. Havers,
tegen

1.[X] ,2. [Y] ,wonende in [woonplaats] ,

gedaagde partijen,
eisers in verzet,
verschenen in persoon.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2022.
Tegenwoordig:
- mr. E.C. Rozeboom, kantonrechter
- mr. M.J. Daggenvoorde, griffier
Na uitroeping van de zaak verschenen:
- [A] en [B] met mr. F. Havers
- [X] , mede namens [Y] .
De kantonrechter stelt vast dat alle partijen zijn verschenen.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Ik stel allereerst vast dat [Y] tijdig in verzet is gekomen. Als ik [Y] zeg, bedoel ik zowel [X] als de [Y] . Dit betekent dat de zaak inhoudelijk behandeld kan worden en dat de verzetdagvaarding wordt aangemerkt als het verweer tegen de dagvaarding van [A] en [B] , die ik hierna allebei ook wel [A] noem of de verhuurders.
1.2.
Als tweede stel ik vast dat [A] een akte vermeerdering van eis heeft genomen, waarop [Y] heeft gereageerd, zodat de eisvermeerdering ook wordt behandeld.
1.3.
Aan de orde zijn dus:
1) de vordering tot betaling van € 5.055,80;
2) de vordering tot betaling van € 1.589,50 per maand dat de woning in gebruik is;
3) de vordering tot ontruiming van de woning; en
4) de proceskosten.
1.4.
Ik zal de vorderingen toewijzen en uitleggen waarom.
1.5.
In de verzetdagvaarding heeft [Y] als verweer tegen de ontruiming aangevoerd dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd en dat zij een groot belang heeft bij voorzetting van het gebruik van de woning.
1.6.
Ik stel vast dat sprake is geweest van een tijdelijk huurcontract dat zou eindigen per 1 augustus 2022. Ter discussie staat of de verhuurders tijdig melding hebben gemaakt van deze einddatum, zoals vereist is op grond van de algemene voorwaarden. De verhuurders wijzen daartoe op een brief van 7 mei 2022 die zij aangetekend hebben verzonden. [Y] betwist dat zij de brief heeft ontvangen. Vaststaat echter dat de brief aan het adres van [Y] is aangeboden en daar in ontvangst is genomen. Wie de brief in ontvangst heeft genomen is in zoverre niet van belang dat dit hoe dan ook voor rekening komt van [Y] . Daarnaast vind ik onwaarschijnlijk dat, zoals [Y] zegt, de verhuurders de brief zelf zouden hebben onderschept en op het adres van [Y] heimelijk in ontvangst zouden hebben genomen, omdat ik niet zie welk belang zij bij die ingewikkelde handelwijze zouden hebben omdat het de verhuurders erom ging dat [Y] juist bekend werd met de inhoud van de brief. Bovendien is hier op zitting gebleken dat verhuurders de brief ook naar een
e-mailadres hebben gestuurd, waarvan [Y] heeft erkend dat het haar e-mailadres is. Dat maakt dat de huur rechtsgeldig is geëindigd op 1 augustus 2022.
1.7.
Dat maakt ook dat [Y] vanaf 1 augustus 2022 zonder recht of titel in de woning verblijft. De verhuurders hebben een belang bij ontruiming van de woning. [Y] heeft aangevoerd dat zij groot belang heeft bij voorzetting van de bewoning omdat zij niet tijdig vervangende woonruimte kan krijgen. Op zitting heeft [Y] gezegd dat zij per 19 augustus 2022 bij haar dochter kan verblijven en per 23 augustus 2022 een nieuwe huurwoning heeft. Daar staat echter tegenover dat de verhuurders ook een groot belang hebben bij het gebruik van de woning, omdat zij de woning willen gaan verbouwen en de aannemer een strakke planning heeft, die maakt dat als de verbouwing niet op tijd kan beginnen, de verbouwing niet klaar zal zijn vóórdat de verhuurders zelf de woning moeten betrekken, uiterlijk op 1 november 2022, omdat dan de huur van hun huidige woning in Amsterdam eindigt. Omdat de huur van de woning op rechtsgeldige wijze is geëindigd, was het aan [Y] om eerder vervangende woonruimte regelen. De ontruimingstermijn in het verstekvonnis zal daarom blijven staan. Dus de ontruiming kan aanstaande maandag doorgaan.
1.8.
Tegen de vorderingen tot betaling van de huur heeft [Y] geen verweer gevoerd. Verder heeft [Y] gezegd dat zij zich kan vinden in de betaling van een gebruiksvergoeding zoals is gevorderd bij akte van eisvermeerdering. Betaling van de gebruiksvergoeding zal daarom aan het verstekvonnis worden toegevoegd.
1.9.
[Y] heeft tot slot verweer gevoerd tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van het vonnis. Daarvoor heeft zij aangevoerd dat in hoger beroep anders op de vorderingen zal worden beslist. Vanwege het belang van de verhuurders bij spoedige ontruiming van de woning, is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het enkele feit dat [Y] in hoger beroep wil gaan en zij denkt dat dan anders wordt beslist op de vorderingen, weegt daar niet tegen op.
1.10.
Over de proceskosten oordeel ik als volgt. [Y] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Zij zal daarom de proceskosten van de verhuurders moeten betalen. De proceskostenveroordeling in het verstekvonnis laat ik daarom in stand en voeg daar de kosten voor de huidige zitting aan toe.

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
bekrachtigt het verstekvonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 8 augustus 2022 met nummer 10012431 / CV EXPL 22-2621 tussen [A] c.s. en [Y] c.s.;
2.2.
voegt daaraan toe de hoofdelijke veroordeling van [Y] c.s., des dat de een betalende de ander in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [A] c.s. te voldoen een bedrag van € 1.589,50 per maand, voor iedere maand dat [Y] c.s. de woning in gebruik hebben na 1 augustus 2022, aldus dat dit bedrag na rato dient te worden voldaan, indien het gebruik niet een gehele maand maar een deel daarvan betreft;
2.3.
veroordeelt [Y] c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander in zoverre zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [A] c.s. begroot op € 622,00;
2.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. E.C. Rozeboom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2022. (mjd)
Waarvan proces-verbaal,
de kantonrechter