Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juli 2022 met producties 1, 3, 4 en 6;
- de akte wijziging van eis tevens akte overlegging producties (het betreft productie 2);
- de brief van Twickel van 26 augustus 2022 met producties 5 en 7;
- de brief van de provincie van 26 augustus 2022 met 4 producties;
- de pleitnotities van Twickel;
- de pleitnota van de provincie;
- de mondelinge behandeling op 30 augustus 2022 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
Kennisgeving verkoop grond Gemeente Denekamp, sectie L, nummers 284, 1593, 1129, 1130, 390, 391 en 1358 te Lattrop-Brecklenkamp” (hierna: de Kennisgeving) gepubliceerd, waarvan de tekst, voor zover van belang, als volgt luidt:
:
4.Het geschil
Factsheet uitgifte van onroerende zaken en het bieden van gelijke kansen” (hierna: de Factsheet) die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van dit arrest is opgesteld en gepubliceerd. Twickel wenst de tussen haar gronden gelegen percelen met de kadastrale nummers 1593 en 284 te kopen, ter bescherming van de natuurwaarden van haar gronden, in het bijzonder ter bescherming van de ecohydrologie en de aanwezige habitattypen. Twickel vreest dat door eigendomsoverdracht aan de beoogde koper van die twee percelen door wijziging van het feitelijke gebruik en zonder het nemen van hydrologische maatregelen de natuurwaarden van haar gronden achteruitgaat. Ook worden door die maatregelen de Natura 2000 doelstellingen in het Natura 2000-gebied versterkt en is dat van belang voor een gezonde landbouwstructuur op het landgoed voor de pachter van Twickel. Twickel vreest dat de koper de benodigde hydrologische maatregelen niet zal nemen. Twickel wenst het ten zuiden van haar gronden gelegen perceel met het kadastrale nummer 1130 te kopen, omdat zij aldus invloed kan uitoefenen op het verleggen van de eveneens ten zuiden van die gronden gelegen watergang, hetgeen de natuurwaarden in De Vetpot verbetert.
5.De beoordeling
in ieder gevalmededingingsruimte moet worden geboden “
indien de overheid de gronden die zij bij zo’n ruiltransactie verwerft niet specifiek of dringend nodig heeft met het oog op de vervulling van een exclusief door haar te vervullen publieke taak” en dat zich hier de tegenovergestelde situatie voordoet, maar daaruit kan niet zonder meer worden afgeleid dat het Didam-arrest niet (onverkort) van toepassing is als de grondruil nodig is voor een exclusief door een overheidslichaam te vervullen publieke taak. Uitgangspunt is immers dat een overheidslichaam bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten – zoals koop en ruil – de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en daarmee het gelijkheidsbeginsel in acht moet nemen. Niet valt in te zien dat dit (ook in de wet opgenomen) uitgangspunt hier niet zou gelden. Ook het Didam-arrest noch de Factsheet bevatten een indicatie voor de juistheid van het betoog van de provincie.
- het overheidslichaam dient in de eerste plaats ‘met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte’ criteria op te stellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. Deze criteria moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn.
- het overheidslichaam dient vervolgens een passende mate van openbaarheid te verzekeren met betrekking tot:
- de beschikbaarheid van de onroerende zaak;
- de selectieprocedure;
- het tijdschema, en;
- de toe te passen selectiecriteria.
- er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak, of
- redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn.
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat