ECLI:NL:RBOVE:2022:2608

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 september 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
9990499 \ CV EXPL 22-1567
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van proceskosten in kort geding

In deze zaak heeft de Almelo's Woningstichting 'Beter Wonen' (eiseres) een vordering tot betaling van proceskosten ingediend tegen Beschermingsbewind Twente B.V. (gedaagden). De procedure begon met een dagvaarding op 26 juli 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 3 augustus 2022. Tijdens deze behandeling hebben partijen afgesproken de zaak aan te houden, waarbij eiseres later zou aangeven of een beslissing op alle vorderingen gewenst was of enkel op de vordering tot betaling van de proceskosten. Op 6 september 2022 heeft eiseres besloten om de overige vorderingen in te trekken en enkel te verzoeken om een beslissing over de proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden de verschuldigdheid van de proceskosten hebben erkend. De kosten aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 125,02 aan explootkosten, € 498,00 aan salaris van de gemachtigde en € 128,00 aan griffierecht, met nakosten begroot op € 124,00. De totale kosten zijn vastgesteld op € 751,02, die gedaagden moeten vergoeden. Het vonnis is uitgesproken door mr. U. van Houten op 13 september 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9990499 \ CV EXPL 22-1567
Vonnis in kort geding van 13 september 2022
in de zaak van
de stichting de stichting
ALMELOSE WONINGSTICHTING "BETER WONEN",
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
eisende partij, hierna te noemen eiseres,
gemachtigde: mr. M. Douwenga,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BESCHERMINGSBEWIND TWENTE B.V.,gevestigd en kantoorhoudende te Almelo, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van de (toekomstige) goederen van
2.
[A] ,wonende te [plaats] ,
gedaagde partij, hierna afzonderlijk te noemen gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 en gezamenlijk te noemen gedaagden,
verschenen bij [B] van Beschermingsbewind Twente en [A] in persoon.

1.De procedure

1.1.
Eiseres heeft op 26 juli 2022 de dagvaarding met producties aan gedaagden laten betekenen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2022. Namens eiseres zijn de heer [C] en mevrouw [D] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde, mr. Rorink (vervanger van mr. Douwenga). Namens gedaagde sub 1 is mevrouw [B] verschenen. Tevens is gedaagde sub 2 verschenen.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen afgesproken de zaak aan te houden, waarbij eiseres zich later zou uit laten over de vraag of een beslissing gewenst is op alle vorderingen, of enkel op de vordering tot betaling van de proceskosten. Van de mondelinge behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Bij akte van 6 september 2022 heeft eiseres de vorderingen onder punt I tot en
met III van de inleidende dagvaarding ingetrokken en verzoekt zij om enkel te beslissen op de vordering tot betaling van de proceskosten. Het vonnis wordt vandaag uitgesproken.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Eiseres heeft, nadat zij de vorderingen onder punt I tot en met III van de inleidende dagvaarding heeft ingetrokken, verzocht enkel te beslissen op de vordering tot betaling van de proceskosten. Gedaagden hebben tijdens de mondelinge behandeling de verschuldigdheid van de proceskosten erkend en daarom zullen gedaagden ook in die kosten worden veroordeeld.
2.2.
De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op € 125,02 aan explootkosten, € 498,00 aan salaris gemachtigde en € 128,00 aan griffierecht. De kantonrechter begroot de nakosten op € 124,00.

3.De beslissing

De kantonrechter in kort geding
3.1.
veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 751,02, waaronder € 498,00 wegens het salaris van de gemachtigde en de nakosten tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 124,00;
3.2.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2022.