In deze zaak vordert FBTO, handelend onder de naam Achmea Schadeverzekeringen N.V., betaling van een achterstallige premie voor een autoverzekering van gedaagde [A]. De verzekering betreft een Volkswagen Polo, waarvoor [A] de premie over de periode van 1 september 2021 tot en met 22 oktober 2021 niet heeft betaald. FBTO heeft de verzekering per 22 oktober 2021 beëindigd en vordert nu betaling van de achterstallige premie van € 119,31, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
[A] betwist de vordering en stelt dat FBTO niet aan haar verplichtingen heeft voldaan door hem onvoldoende en te laat informatie te verstrekken over een aanrijding op 28 juli 2021. Hij heeft tegenvorderingen ingesteld, waaronder schadevergoeding voor het te laat verstrekken van informatie en het achterhouden van bewijsmateriaal. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 augustus 2022, waarbij beide partijen aanwezig waren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat FBTO niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. [A] heeft niet onderbouwd dat FBTO de camerabeelden van de aanrijding opzettelijk heeft achtergehouden. De kantonrechter heeft de vorderingen van FBTO toegewezen en de tegenvorderingen van [A] afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. [A] is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten.