In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de vaststelling van een subsidie door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op nihil. De eiseres, Stichting IJsselheem Verpleging, Verzorging en Thuiszorg, had een subsidie aangevraagd op basis van de Subsidieregeling ESF 2014-2020 voor een project gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had gesteld dat er geen sprake was van een advies in de zin van de regeling, en dus ook niet van een subsidiabele activiteit. Echter, de rechtbank vond dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de beslissing om de subsidie vast te stellen op nihil niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Hierdoor verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres gegrond en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.