5.17.[eiser 1] c.s. hebben aangevoerd dat [gedaagde] diverse punten uit de aanneemovereenkomst, dan wel de nadere overeenkomsten, dan wel de door hun opgestelde opleverlijst niet is nagekomen. [eiser 1] c.s. vorderen vergoeding door [gedaagde] van de kosten die [eiser 1] c.s. met betrekking tot deze punten gemaakt hebben, in totaal een bedrag van € 27.520,00. De rechtbank zal deze punten hierna individueel beoordelen en daarbij de volgorde aanhouden die [eiser 1] c.s. in hun dagvaarding hebben aangehouden.
Terrastegels en schommelhaak
5.17.1.Volgens [eiser 1] c.s. heeft [gedaagde] nagelaten om voor oplevering een schommelhaak en rubber terrastegels te leveren en aan te brengen, zoals partijen tijdens mediation zijn overeengekomen. [gedaagde] heeft betwist dat zij op deze punten is tekortgeschoten. Daartoe heeft [gedaagde] aangevoerd dat in de mediationovereenkomst staat dat deze punten conform technische omschrijving en opdrachtbevestiging moeten worden aangebracht, maar dat de schommelhaak niet in die technische omschrijving staat en dat daarin voor wat betreft de tegels staat dat deze niet meer geleverd hoeven te worden. Gelet op deze gemotiveerde betwisting door [gedaagde] lag het op de weg van [eiser 1] c.s. om hun standpunt nader te onderbouwen. Nu zij dit niet gedaan hebben, zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
5.17.2.Volgens [eiser 1] c.s. zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde] hun alle tekeningen van het project zou doen toekomen, en dat zij hiervoor een bedrag van € 5.000,00 hebben betaald. [gedaagde] heeft betwist dat zij op dit punt is tekortgeschoten en heeft daartoe aangevoerd dat zij alle tekeningen die zij had aan [eiser 1] c.s. verstrekt heeft en dat er geen verband is tussen de betaling van het bedrag van € 5.000,00 en de tekeningen, maar dat deze betaling zag op meerwerk. De rechtbank wijst dit deel van de vordering af, aangezien [eiser 1] c.s. niet hebben weersproken dat [gedaagde] alle tekeningen die zij had heeft afgegeven en zij na betwisting daarvan door [gedaagde] het betaalde bedrag van € 5.000,00 niet van een nadere onderbouwing hebben voorzien.
5.17.3.Volgens [eiser 1] c.s. heeft [gedaagde] , onder verwijzing naar hun eigen opleverlijst, de (aansluiting van de) kozijnen van de badkamer niet volgens afspraak gemaakt. [gedaagde] heeft geen rekening gehouden met de afwerking, waarvoor [eiser 1] c.s. hadden gekozen. De rechtbank wijst dit deel van de vordering af, nu [gedaagde] gesteld heeft dat [eiser 1] c.s. op een later moment voor een andere afwerking van de muren hebben gekozen, waardoor er een andere aansluiting met de kozijnen nodig was. [eiser 1] c.s. hebben weliswaar verwezen naar het bouwverslag van februari 2020, waarin die andere afwerking beschreven staat, maar daarmee hebben [eiser 1] c.s. naar het oordeel van de rechtbank de stelling van [gedaagde] , dat zij op een later moment voor die afwerking gekozen hebben, onvoldoende weersproken. Gelet hierop is niet vast komen te staan dat [gedaagde] op dit punt is tekortgeschoten.
5.17.4.Volgens [eiser 1] c.s. diende [gedaagde] een rvs bak te leveren. Hierbij verwijzen [eiser 1] c.s. naar hun eigen opleverlijst en de technische omschrijving die onderdeel is van de afspraken die partijen tijdens mediation hebben gemaakt. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat dit punt is komen te vervallen. De rechtbank overweegt als volgt. [eiser 1] c.s. verwijzen naar de technische omschrijving, waarin enkel over een pvc bak wordt gesproken. [eiser 1] c.s. hebben zelf gesteld dat partijen hebben afgesproken dat de pvc bak zou komen te vervallen. Nu verder niet gesteld of gebleken is op grond waarvan [gedaagde] een rvs bak zou moeten leveren, wijst de rechtbank dit deel van de vordering af.
Sluiting/bediening van de ramen
5.17.5.[eiser 1] c.s. stellen dat de elektronische aansturing van de ramen niet werkt. [eiser 1] c.s. voegen daaraan toe dat dit als opleverpunt opgenomen is zowel in de opleverlijst van [eiser 1] c.s. als in die van [gedaagde] . De kozijnen zijn naar de leverancier van het elektronisch systeem gestuurd, die het weer werkend gemaakt heeft. Het systeem bleek echter wederom niet te werken toen de kozijnen in de woonark geïnstalleerd waren. [gedaagde] stelt dat de sluiting van de ramen bij de na-oplevering naar behoren is opgelost en dat de ramen te openen en te sluiten waren. [gedaagde] wijst erop dat [eiser 1] c.s. dit punt niet in hun ingebrekestelling van 19 januari 2021 (productie 21) opgenomen hebben en er pas op teruggekomen zijn na hun eigen werkzaamheden in de woonark en dat in de overeenkomst van opdracht staat dat de garanties door de leverancier van de producten wordt gegeven. [gedaagde] verweert zich verder met de stelling dat dit voor rekening en risico van [eiser 1] c.s. komt omdat in de overeenkomst tussen partijen van 2 oktober 2019 (productie 2) staat dat het mechanisme van de draaikiepramen volgens bestek gemaakt en geïnstalleerd wordt, waarbij [E] de technische specificaties van het mechanisme levert, het uitzoekt bij de leverancier en een aantal foto’s naar [gedaagde] stuurt. De heer [E] heeft dus namens [eiser 1] c.s. via [gedaagde] aan de leverancier de opdracht verstrekt. Weliswaar is de elektronische aansturing van de ramen zowel in de opleverlijst van [eiser 1] c.s. (productie 33) als in de opleverlijst van [gedaagde] (productie 34) opgenomen, maar in de brief van [eiser 1] c.s., waarin zij niet afgehandelde opleverpunten opgenomen hebben (87), staat alleen nog maar over de elektronische dat het gaat om “uitleggen van de werking van mechanische opening/noodprocedure van het raam”. Dat sluit aan op de opmerkingen van [gedaagde] dat na de elektronische aansturing van de ramen oplevering in orde heeft gemaakt en dat [eiser 1] c.s. in hun brief van 19 januari 2021 (productie 21) deze niet opgenomen hebben. De rechtbank verbindt hieraan de slotsom dat [eiser 1] c.s. hier een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] onvoldoende onderbouwd hebben, zodat zij de vordering op dit punt zal afwijzen. Het verdere verweer van [gedaagde] kan onbesproken blijven.
Afmetingen van de woonark
5.17.6.[eiser 1] c.s. hebben naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat dit punt een probleem oplevert en op grond waarvan [gedaagde] in dat geval aansprakelijk zou zijn.
Scheur in raam bovenverdieping en niet lakken van de binnendeuren