ECLI:NL:RBOVE:2022:3068

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
21 oktober 2022
Zaaknummer
C/08/286613 / KG ZA 22/217
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op uitlatingen op sociale media in kort geding met betrekking tot overleden dochter

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een kort geding. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.J.A.M. de Haas, heeft een verbod gevraagd tegen de gedaagde, die zich op sociale media uitliet over de overleden dochter van eiseres. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De eiseres heeft in haar dagvaarding van 12 oktober 2022 verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij de gedaagde heeft opgeroepen om ter zitting te verschijnen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding correct is betekend en dat de gedaagde op alle mogelijke manieren is benaderd. De vordering van eiseres is toegewezen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig werd bevonden. De voorzieningenrechter heeft de gedaagde verboden om uitlatingen te doen over de overleden dochter van eiseres en heeft haar opgedragen om bepaalde uitingen binnen 48 uur te verwijderen. Daarnaast is er een contactverbod opgelegd voor een periode van twaalf maanden en zijn er dwangsommen vastgesteld voor eventuele overtredingen.

De proceskosten zijn toegewezen aan de eiseres, die in totaal € 1.097,43 aan kosten heeft gemaakt. De voorzieningenrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.C. Rozeboom.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/286613 / KG ZA 22/217
Vonnis in kort geding van 20 oktober 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende in [plaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat: mr. J.J.A.M. de Haas
tegen
[gedaagde],
wonende op een geheim adres,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] is deze procedure begonnen met haar dagvaarding van 12 oktober 2022, waarin zij om een voorlopige voorziening vraagt en waarin zij [gedaagde] heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen.
1.2.
De zaak is mondeling behandeld op de zitting van 20 oktober 2022. [eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. De Haas. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
[eiseres] heeft haar standpunt laten toelichten door haar advocaat, die daarbij gebruik heeft gemaakt van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat verder ter zitting is besproken.
1.4.
Bepaald is dat de voorzieningenrechter binnen twee weken na de zitting uitspraak doet in deze zaak.

2.De beoordeling

Waar deze zaak over gaat

2.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over het volgende. [gedaagde] laat zich op sociale media uit over [naam] , de overleden dochter van [eiseres] . In dit kort geding vraagt [eiseres] de voorzieningenrechter – onder meer – om [gedaagde] te verbieden deze uitlatingen nog langer te doen.
Wat [eiseres] wil
2.2.
[eiseres] vraagt de voorzieningenrechter om:
I. [gedaagde] te gebieden om binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis de uitingen omvat in productie 12, alsmede alle andere uitingen welke direct of indirect verwijzen naar (het overlijden van) [naam] , te verwijderen en verwijderd te houden van de websites en social media pagina’s van [gedaagde] , althans de websites die onder het beheer van [gedaagde] vallen, waaronder in ieder geval begrepen [account 1]
,[account 2]
,[account 3]
.
II. [gedaagde] te verbieden om, voor een periode van twaalf maanden na betekening van het te wijzen vonnis, op enige wijze contact te zoeken met [eiseres] , haar partner of haar vader, waaronder middels schuilnamen, nep-accounts of vanuit anonimiteit.
III. [gedaagde] te verbieden via het internet (waaronder sociale media), schriftelijk, per e-mail, sms of andere wijze onrechtmatige uitlatingen over [naam] in het openbaar te doen, met inbegrip van uitingen middels pseudoniemen, nep-accounts of vanuit anonimiteit.
IV. [gedaagde] te verbieden via het internet (waaronder sociale media), schriftelijk, per e-mail, sms of andere wijze herkenbare portretten van [eiseres] of [naam] te plaatsen, met inbegrip van uitingen middels pseudoniemen, nep-accounts of vanuit anonimiteit.
V. Te bepalen dat indien [gedaagde] één of meer van de in sub I t/m IV genoemde verboden overtreedt, zij aan eisers een dwangsom verbeurt van €500,- per dag (of dagdeel) of per overtreding, zulks naar keuze van [eiseres] , met een maximum van €10.000,-.
VI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met €163,- (€248,- in geval van betekening) aan nakosten, alles vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
De voorzieningenrechter verleent verstek tegen [gedaagde] en zal de vordering van [eiseres] toewijzen
2.3.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen. De voorzieningenrechter stelt vast dat bij het betekenen van de dagvaarding artikel 57 lid 2 Rv is nageleefd en dat de voorgeschreven termijnen en overige formaliteiten in acht zijn genomen. Ter zitting is door mr. De Haas daarnaast toegelicht dat hij [gedaagde] op alle mogelijke manieren heeft geprobeerd te benaderen om mededeling te doen van deze zitting. De voorzieningenrechter verleent daarom verstek tegen [gedaagde] .
2.4.
De voorzieningenrechter zal de vordering, nu haar deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, toewijzen, met inachtneming van het volgende.
2.5.
Het door [eiseres] gevorderde contactverbod ten aanzien van haar partner en vader wijst de voorzieningenrechter af. Op de zitting is door [eiseres] namelijk verklaard dat [gedaagde] geen contact heeft gezocht met haar partner en haar vader. Bovendien zijn zij in deze procedure geen procespartij.
2.6.
Daarnaast is ter zitting door de advocaat van [eiseres] toegelicht dat het gevorderde verbod om onrechtmatige uitlatingen te doen over [naam] betrekking heeft op uitlatingen van [gedaagde] over het overlijden van [naam] , zodat de vordering zo, als daar betrekking op hebbend, zal worden toegewezen.
2.7.
Ten slotte de dwangsom. Ter zitting heeft [eiseres] deze beperkt tot per dag dat [gedaagde] zich niet aan de verboden dan wel geboden houdt.
Tot slot
2.8.
Omdat [gedaagde] in het ongelijk wordt gesteld, moet zij de proceskosten van [eiseres] betalen. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter als volgt vast:
kosten dagvaarding € 127,43
griffierecht € 314,00
advocaatkosten € 656,00
totaal € 1.097,43
2.9.
De nakosten zullen ook worden toegewezen, als ook de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten, vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis totdat volledig is betaald.

3.De beslissing in kort geding

De voorzieningenrechter
3.1.
gebiedt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de uitingen omvat in productie 12, alsmede alle andere uitingen welke direct of indirect verwijzen naar (het overlijden van) [naam] , te verwijderen en verwijderd te houden van de websites en social media pagina’s van [gedaagde] , althans de websites die onder het beheer van [gedaagde] vallen, waaronder in ieder geval begrepen [account 1]
,[account 2] en [account 3] , op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] zich niet aan dit gebod houdt, met een maximum van € 10.000,00;
3.2.
verbiedt [gedaagde] om voor een periode van twaalf maanden na betekening van dit vonnis op enige wijze contact te zoeken met [eiseres] , waaronder middels schuilnamen, nep-accounts of vanuit anonimiteit, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] zich niet aan dit verbod houdt, met een maximum van € 10.000,00;
3.3.
verbiedt [gedaagde] via het internet (waaronder sociale media), schriftelijk, per e-mail, sms of andere wijze uitlatingen over het overlijden van [naam] in het openbaar te doen, met inbegrip van uitingen middels pseudoniemen, nep-accounts of vanuit anonimiteit, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] zich niet aan dit verbod houdt, met een maximum van € 10.000,00;
3.4.
verbiedt [gedaagde] via het internet (waaronder sociale media), schriftelijk, per e-mail, sms of andere wijze herkenbare portretten van [eiseres] of [naam] te plaatsen, met inbegrip van uitingen middels pseudoniemen, nep-accounts of vanuit anonimiteit, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] zich niet aan dit verbod houdt, met een maximum van € 10.000,00;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van [eiseres] vastgesteld op € 1.097,43, en in de nakosten, begroot op € 163,00, te vermeerderen met € 85,00 indien betekening van dit vonnis plaatsvindt en zowel de proceskosten als de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis totdat volledig is betaald;
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Rozeboom, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2022. (wv)