In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen ENGIE Nederland Retail B.V. en een gedaagde partij over de betaling van kosten voor energielevering en een opzegvergoeding. De partijen hadden een overeenkomst tot levering van energie gesloten, die eindigde op 11 september 2021. De gedaagde heeft de overeenkomst in februari 2020 opgezegd, waarna ENGIE betaling vorderde van de openstaande facturen en een opzegvergoeding. De gedaagde betwistte de juistheid van de eindmeterstanden en de noodzaak van de opzegvergoeding, maar de kantonrechter oordeelde dat de door ENGIE gebruikte meterstanden niet waren weersproken en dat de opzegvergoeding conform de algemene voorwaarden van ENGIE terecht was gevorderd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een bedrag van € 2.740,47 aan ENGIE moet betalen, bestaande uit hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de algemene voorwaarden in contractuele geschillen en de verplichting van partijen om hun stellingen te onderbouwen in een rechtszaak. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat ENGIE het bedrag kan vorderen voordat de uitspraak in hoger beroep kan worden aangevochten.