Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
1 tot en met 7 in het geding gebracht.
2.De inleiding: waar gaat de zaak over?Themba en Otac zijn ieder voor 50% aandeelhouder van Commplaza B.V. (hierna: Commplaza) en gezamenlijk bevoegd bestuurder.Themba wil haar aandelen in Commplaza verkopen. Themba heeft de aandelen conform de blokkeringsregeling in de statuten aangeboden aan Otac. Otac wil de aandelen kopen, mits voor een juiste prijs. Partijen zijn het er over eens dat er een valuator benoemd moet worden die de prijs van de aandelen vaststelt. Themba stelt dat er overeenstemming was over een valuator, Otac betwist dat. Over de vraag voor wiens rekening de kosten van de valuator moet komen, verschillen de partijen van mening. Volgens Themba zijn partijen daardoor in een impasse terecht gekomen en komt de bedrijfsvoering van Commplaza ernstig in gevaar. Daarom vordert Themba in kort geding om Otac te veroordelen haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van een opdrachtovereenkomst inzake de waardebepaling van Commplaza. De vorderingen van Thema worden afgewezen vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. De motivering van deze beslissing volgt hieronder.
3.Het geschil
1. Otac veroordeelt, voor zover nodig in afwijking van de statuten van Commplaza, om binnen een termijn van zeven dagen na dit vonnis haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de opdrachtovereenkomst van Waardevisie inzake de waardebepaling van Commplaza, en het verstrekken daarvan aan de valuator, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag;
2. Otac veroordeelt in de proces- en nakosten van deze procedure.
4.De beoordeling
5 oktober 2022, is daartoe onvoldoende. Het gaat hier immers maar om één klant. Dit maakt dat er een spoedeisend belang ontbreekt en om die reden moet de vordering van Themba worden afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven daarom geen bespreking.
656,00
5.De beslissing
25 oktober 2022.