ECLI:NL:RBOVE:2022:3352

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
9996165 \ CV EXPL 22-2481
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over annuleringskosten na terugdraaien koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, een besloten vennootschap, een snackaanhangwagen gekocht van gedaagde partij, DEALER-AUTO ZWOLLE B.V. (DAZ), voor een koopprijs van € 25.289,00, met een aanbetaling van € 10.000,00. Na de levering op 10 februari 2022 heeft eiseres de wagen op 11 februari 2022 teruggebracht naar DAZ, die de aanbetaling terugbetaalde, maar € 3.678,40 aan annuleringskosten in rekening bracht. Eiseres vorderde dit bedrag terug, stellende dat zij gedwaald had over de afmetingen van de wagen en het benodigde rijbewijs. De kantonrechter oordeelde dat eiseres haar stellingen onvoldoende had onderbouwd. De kantonrechter concludeerde dat de koopovereenkomst niet was vernietigd en dat eiseres de annuleringskosten verschuldigd was. Eiseres had ook geen recht op matiging van de kosten, omdat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van DAZ, begroot op € 436,00, plus nakosten van € 109,00.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9996165 \ CV EXPL 22-2481
PROCES-VERBAALvan mondeling vonnis van 31 oktober 2022 in de zaak van:
de besloten vennootschap
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: mr. F.R. Brouwer,
tegen
de besloten vennootschap
DEALER-AUTO ZWOLLE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde partij, hierna te noemen DAZ,
gemachtigde: mr. H.G. Ruis.
Tegenwoordig:
  • mr. M.A.M. Essed, kantonrechter;
  • mr. S. Bongers, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschenen:
  • [eiseres] , vertegenwoordigd door [X] ;
  • DAZ, vertegenwoordigd door [Y] en bijgestaan door mr. H.G. Ruis.
De kantonrechter stelt vast dat beide partijen zijn verschenen. Vervolgens heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden, waarbij partijen hun standpunten nader hebben toegelicht.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter ter zitting mondeling vonnis gewezen.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
[eiseres] en DAZ hebben begin 2022 een overeenkomst gesloten, waarbij [eiseres] een snackaanhangwagen (hierna: de wagen) van DAZ heeft gekocht voor een koopprijs van, uiteindelijk, € 25.289,00, nadat daarover een betalingsregeling tot stand was gekomen. [eiseres] heeft een bedrag van € 10.000,00 aanbetaald. Op 10 februari 2022 is de wagen bij [eiseres] afgeleverd. Op 11 februari 2022 heeft [eiseres] de wagen weer teruggebracht naar DAZ en heeft DAZ deze aangenomen. DAZ heeft op een later moment de aanbetaling van [eiseres] weer aan haar terugbetaald, maar ten titel van een annuleringsvergoeding € 3.678,40 op die terugbetaling ingehouden.
1.2.
[eiseres] vordert in deze procedure dat DAZ wordt veroordeeld om het bedrag van € 3.678,40 aan [eiseres] (terug) te betalen.
1.3.
[eiseres] heeft ten eerste gesteld dat zij heeft gedwaald bij het sluiten van de overeenkomst. Zij stelt een verkeerde voorstelling van zaken te hebben gehad over: (i) de afmetingen van de wagen en daarnaast (ii) over het rijbewijs dat benodigd is om de wagen te kunnen vervoeren. DAZ zou hebben gesteld dat daarvoor rijbewijs B voldoende is, maar volgens [eiseres] zou in werkelijkheid rijbewijs C vereist zijn.
1.4.
Met betrekking tot de afmetingen stelt [eiseres] dat de afmetingen van de wagen anders zijn dan is overeengekomen. Omdat [eiseres] dit stelt, is het aan haar om dat ook te onderbouwen en indien nodig te bewijzen. De kantonrechter constateert dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat de afmetingen van de wagen niet kloppen. [eiseres] heeft namelijk niet voldoende toegelicht waaruit dan blijkt dat de afmetingen niet kloppen. DAZ heeft ook betwist dat de afmetingen niet kloppen en DAZ heeft dat onderbouwd met foto’s waaruit zou kunnen blijken dat wat DAZ zegt, juist is. [eiseres] heeft daarentegen aangegeven dat zij de wagen niet heeft nagemeten, maar haar conclusie heeft getrokken uit het feit dat de wagen niet in de loods paste. Maar ook als die wagen niet in de loods paste, zijn er voor de kantonrechter onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de maten niet kloppen met wat is overeengekomen. Daarnaast geldt dat [eiseres] de maten bij het kopen van de wagen ook niet zelf heeft geverifieerd. Op dit punt heeft [eiseres] haar vordering dus onvoldoende onderbouwd.
1.5.
[eiseres] heeft daarnaast gesteld dat de wagen niet met rijbewijs B, maar alleen met rijbewijs C vervoerd mag worden en dat DAZ ten onrechte heeft gezegd dat rijbewijs B voldoende was. DAZ heeft weerlegd dat alleen met rijbewijs C met de wagen gereden mag worden, onder meer door stukken van de website van de Rijksoverheid (RDW) over te leggen. Daarnaast heeft DAZ toegelicht dat het bijna onmogelijk is dat vanwege het gewicht van de wagen rijbewijs B niet voldoende zou zijn. [eiseres] heeft vervolgens enkel gesteld dat de marktmeester zou hebben gezegd dat [X] er niet mee mocht rijden. Naar het oordeel van de kantonrechter ziet een marktmeester weliswaar veel van dit soort wagens, maar is zijn oordeel hierover van onvoldoende gewicht, zeker tegenover de duidelijke en verifieerbare informatie vanuit de RDW, zoals door DAZ naar voren is gebracht. [eiseres] heeft haar stelling dat de wagen alleen met rijbewijs B vervoerd mag worden, in het licht van de betwisting door DAZ, dan ook onvoldoende onderbouwd.
1.6.
De argumenten van [eiseres] voor haar beroep op dwaling gaan dus allemaal niet op, en haar beroep op dwaling slaagt dus niet. Dat betekent dat de koopovereenkomst niet is vernietigd, maar in stand blijft.
1.7.
Vast staat dat de wagen door DAZ is teruggenomen. Tussen partijen bestaat nog discussie over de vraag of [eiseres] de annuleringskosten van 15% van de koopprijs verschuldigd is.
1.8.
[eiseres] heeft in dat verband gesteld dat nooit is overeengekomen dat DAZ deze annuleringskosten in rekening mag brengen. [eiseres] stelt dat het schriftelijke stuk van 27 januari 2022 (productie 7 bij dagvaarding) niet de koopovereenkomst is die tussen partijen van kracht is geworden. De kantonrechter is echter van oordeel dat er op 27 januari 2022 wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen en dat dat de overeenkomst van productie 7 is. Weliswaar is er op 10 februari 2022 tussen partijen ook een overeenkomst gesloten, maar die bouwt voort op de overeenkomst van 27 januari 2022 en betreft meer een financieringsregeling. Het bestaan daarvan betekent niet dat er geen eerdere overeenkomst is gesloten. Ook uit de handtekening leidt de kantonrechter af dat er op 27 januari 2022 een overeenkomst is gesloten. Daarnaast geeft [eiseres] op zitting ook aan dat op 27 januari 2022 duidelijk was dat de wagen naar haar zou gaan en dat deze vanaf dat moment niet meer door DAZ aan iemand anders zou worden verkocht, als tenminste het voorbehoud van financiering niet zou worden ingeroepen (wat ook niet is gebeurd). Uit dit alles moet worden afgeleid dat partijen op 27 januari 2022 hebben afgesproken dat de wagen aan [eiseres] zou worden verkocht voor een bepaalde prijs.
1.9.
De overeenkomst is dus tot stand gekomen op 27 januari 2022. In de overeenkomst is vermeld: “
Wilt u dit contract ongedaan maken, dan berekenen wij 15 procent over de aanschafwaarde van de door u aangeschafte auto”. Naar het oordeel van de kantonrechter doet DAZ daar in deze situatie terecht een beroep op. Dat betekent dat [eiseres] in principe 15% aan annuleringskosten aan DAZ verschuldigd is. Tussen partijen staat niet ter discussie dat het in dat geval om een bedrag van € 3.678,40 gaat.
1.10.
[eiseres] heeft nog een beroep op matiging van de annuleringskosten gedaan. De kantonrechter overweegt dat in uitzonderlijke gevallen een beroep op matiging kan worden gedaan. In dit geval ziet de kantonrechter echter geen aanleiding voor matiging van de kosten. Enkel de korte duur van de overeenkomst is daarvoor onvoldoende. Een annuleringsvergoeding is een vergoeding waar DAZ aanspraak op kan maken, ongeacht de duur van de overeenkomst. Er moet dus sprake zijn van meer omstandigheden dan alleen de korte duur van de overeenkomst. Die omstandigheden moeten meebrengen dat het desondanks echt heel onredelijk zou zijn voor DAZ om vast te houden aan de annuleringsvergoeding. En een element daarbij kan zijn dat DAZ zelf ook geen enkele last ondervindt van de ontstane situatie. Echter, enerzijds heeft DAZ wel onderbouwd dat zij concreet financieel nadeel heeft geleden door het terugdraaien van de koop. Anderzijds heeft [eiseres] geen uitzonderlijke omstandigheden aangewezen die duidelijk in de richting moeten wijzen van matiging. Het beroep op matiging slaagt dus niet.
1.11.
Gelet op het voorgaande is er geen grond om de vordering van [eiseres] toe te wijzen. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
1.12.
[eiseres] krijgt in deze procedure ongelijk en moet daarom de proceskosten van DAZ betalen. Deze worden begroot op € 436,00 aan salaris voor de gemachtigde van DAZ (2 punten x liquidatietarief € 218,00). Er is geen uitvoerbaarheid bij voorraad gevraagd door DAZ.
1.13.
De nakosten, die door DAZ worden gevorderd, worden begroot op € 109,00 (½ punt van het liquidatietarief).

2.De beslissing

2.1.
wijst de vordering van [eiseres] af;
2.2.
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van DAZ begroot op € 436,00 aan salaris gemachtigde;
2.3.
veroordeelt [eiseres] in de nakosten, begroot op € 109,00.
Dit mondelinge vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed, kantonrechter, en tijdens de
zitting op 31 oktober 2022 in het bijzijn van de griffier in het openbaar uitgesproken.
Waarvan proces verbaal,
de kantonrechter