Primair
I. [gedaagde] te veroordelen om per direct, dan wel binnen drie dagen na het in dezen te wijzen vonnis, dan wel binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, de woning staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats] , met alle zich daarop en daarin bevindende personen en niet aan [eiseres] toebehorende roerende zaken, te verlaten en te ontruimen alsmede ontruimd te houden, alsmede (bezem)schoon op te leveren, onder afgifte van alle sleutels ter vrije beschikking van [eiseres] dan wel kopers, met aanzegging dat, indien [gedaagde] daarmede in gebreke mocht blijven, de ontruiming door de deurwaarder zal worden bewerkstelligd en [gedaagde] met alle zich daarop en daarin bevindende personen met uitzondering van het speelgoed van de kinderen, de kleding van [eiseres] (waaronder haar skikleding) en de spullen van [eiseres] uit haar kindertijd, uit meergemelde perceel te doen brengen naar de openbare Straat;
II. [gedaagde] te veroordelen voornoemde woning in ordentelijke staat achter te laten, inhoudende dat hij geen schade aanricht of toebrengt dan wel de waarde van de woning negatief beïnvloedt en/of de verkoop ervan onmogelijk maakt, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 indien hij niet aan deze vordering voldoet;
III. [eiseres] toe te staan de sloten van de woning, staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats] , te vervangen nadat de woning, zoals gevorderd onder I., is ontruimd;
IV. [gedaagde] te verbieden om voornoemde woning, nadat de woning zoals gevorderd onder I. is ontruimd, nadien te betreden en/of (ten dele) te verhuren, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of dagdeel dat de woning wordt betreden dan wel de woning, althans een deel daarvan, dan wel een kamer, wordt verhuurd en derhalve geen gehoor wordt gegeven aan het in dezen te wijzen vonnis, met een maximum van € 50.000,-;
V. Te bepalen dat indien [gedaagde] het hiervoor onder IV) gevorderde verbod tot betreding na ontruiming één week na betekening van dit vonnis blijft overtreden, althans € 5.000,00 aan dwangsommen verbeurt, door [eiseres] op [gedaagde] lijfsdwang mag worden toegepast en [eiseres] aldus verlof verleent deze lijfsdwang ten uitvoer te kunnen leggen en aldus machtigt om in dat geval [gedaagde] te gijzelen voor de duur van zeven dagen (168 uur), en vervolgens telkens voor de duur van zeven dagen (168 uur) voor iedere keer of dag(deel) dat [gedaagde] het onder I) gevorderde verbod overtreedt, zulks tot een maximum voor alle overtredingen tezamen van in totaal één jaar; en
VI. [eiseres] te machtigen om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang van dit vonnis te bewerkstelligen.
I. [gedaagde] te verbieden de woning staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats] , noch een deel daarvan, noch kamers daarvan, aan derden te verhuren, op straffe van een dwangsom van € 1,000,- voor iedere dag dat de woning, dan wel een deel daarvan dan wel een kamer, wordt verhuurd en derhalve geen gehoor wordt gegeven aan het in dezen te wijzen vonnis, met een maximum van € 50.000,-;
II. Te bepalen dat indien [gedaagde] het hiervoor onder 1) gevorderde verbod tot verhuur één week na betekening van dit vonnis blijft overtreden, althans € 5.000,00 aan dwangopnamen verbeurt, door [eiseres] op [gedaagde] lijfsdwang mag worden toegepast en [eiseres] aldus verlof verleent deze lijfsdwang ten uitvoer te kunnen leggen en aldus machtigt om in dat geval [gedaagde] te gijzelen voor de duur van zeven dagen (168 uur), en vervolgens telkens voor de duur van zeven dagen (168 uur) voor iedere keer of dag(deel) dat [gedaagde] het onder I) gevorderde overtreedt, zulks tot een maximum voor alle overtredingen tezamen van in totaal één jaar; en
III. [eiseres] te machtigen om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang van dit vonnis te bewerkstelligen.