Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(feit 1)en samen met anderen heeft geprobeerd die [slachtoffer] af te persen
(feit 2);
(de feiten 1, 2 en 3).
van die [slachtoffer] te storten en/of
en/of
wilde ontvangen en daarbij te zeggen "Je regelt het maar";
van die [slachtoffer] te storten en/of
en/of
wilde ontvangen en daarbij te zeggen "Je regelt het maar";
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
- het proces-verbaal van aanhouding van 20 juli 2021, pagina 4 en 5;
- het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021, pagina 20 en 21;
- het proces-verbaal onderzoek wapen van 20 juli 2021, pagina 35 en 36;
- het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021, pagina 14;
- het proces-verbaal van bevindingen van 20 juli 2021, pagina 28.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte: