Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
CHRISTELIJK ONDERWIJS TWENTERAND EN OMSTREKEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Vriezenveen,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 10 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een onderwijzeres, hierna te noemen verzoekster, die schadevergoeding vorderde na een ongeval dat haar overkwam tijdens haar werkzaamheden. Het ongeval vond plaats op 16 februari 2021, toen verzoekster, werkzaam bij de stichting Christelijk Onderwijs Twenterand en Omstreken (SCOT), tijdens een gymles over een stang struikelde en ernstig letsel opliep. Verzoekster stelde SCOT aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW, stellende dat de werkgever tekortgeschoten was in haar zorgplicht door geen instructies te geven over het maken van foto's tijdens de gymles.
SCOT betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat het ongeval het gevolg was van de eigen onoplettendheid van verzoekster. De kantonrechter oordeelde dat SCOT niet tekortgeschoten was in haar zorgplicht. De opstelling in het lokaal was overzichtelijk en het risico op ongevallen was laag. De kantonrechter concludeerde dat verzoekster zelf verantwoordelijk was voor het in acht nemen van de nodige voorzichtigheid tijdens het maken van foto's en dat SCOT niet verplicht was om specifieke instructies te geven of het maken van foto's te verbieden.
De kantonrechter wees het verzoek van verzoekster af en oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de algemene voorzichtigheid vereisten. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 10 november 2022.