Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] , h.o.d.n. MBMEDIAEXPRESS,
1.De procedure
- het (tussen)vonnis van 29 september 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- het bericht van het Bureau Mediation van 25 oktober 2021 dat geen mediation is gestart;
- de brief van [eiser] van 7 december 2021 met productie 11;
- de mondelinge behandeling op 20 december 2021 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
2.Inleiding
3.De verdere beoordeling
Euro 125 per maand, alsmede 1% van de integrale jaaromzet (exclusief b.t.w.) welke door [gedaagde 1] wordt gerealiseerd” voor ieder jaar dat deze overeenkomst voortduurt. Ook staat vast dat [gedaagde 1] deze licentievergoeding nimmer aan [eiser] heeft betaald, terwijl de hiervoor bedoelde domeinnamen en merknaam tot op heden door [gedaagde 1] c.s. worden geëxploiteerd. Nu [gedaagde 1] c.s. de hoogte van de vaste licentievergoeding (€ 125,00 per maand) en het eerste moment waarop deze vergoeding is verschuldigd niet heeft betwist, komt de gevorderde (vaste) licentievergoeding over de periode van 1 januari 2013 tot 1 juli 2020 van in totaal € 11.250,00 in beginsel voor toewijzing in aanmerking.
Aan voornoemde wijzigingen van juridische exploitant heb ik goedkeuring gegeven onder de uitdrukkelijke voorwaarden dat alle verplichtingen, waaronder geldleningen, welke aan de in de aanhef c.q. adressering genoemde personen en ondernemingen, alsmede ten behoeve van jullie aan derden gedane betalingen welke door mij zijn of worden gedaan, door de [gedaagden] en/of deze gezamenlijk aan mij terug worden betaald voor 31 december 2017. Eveneens is overeengekomen dat mede door de geleverde inspanningen van mij en de door mij gemaakte (auto en andere) kosten, waarvoor ik jullie nooit de kosten in rekening heb gebracht, nimmer van verjaring van de aan jullie geleende gelden sprake kan zijn. In verband met jullie inzet, mits de overeenkomst (het overeengekomene) integraal keurig wordt nagekomen, er door mij geen rente over de aan jullie uitgeleende gelden zal worden gevraagd.”
alle verplichtingen, waaronder geldleningen, welke aan de in de aanhef c.q. adressering genoemde personen en ondernemingen, alsmede ten behoeve van jullie aan derden gedane betalingen welke door mij zijn of worden gedaan”.
Bij ondertekening van deze overeenkomst is door koper de koopsom voldaan.” Voorts heeft [eiser] gewezen op de specificatie van het leenbedrag zoals deze in zijn brief van 23 augustus 2019 is opgenomen. Daaruit blijkt dat [eiser] bedoelde koopsom op het totale leenbedrag in mindering heeft gebracht. Het standpunt van [gedaagde 1] c.s. dat [eiser] de koopsom nog is verschuldigd kan de rechtbank daarom niet volgen. Ditzelfde geldt voor de bedragen van € 350,00, € 450,00 en € 2.000,00 die [eiser] volgens [gedaagde 1] c.s. ook nog verschuldigd zou zijn voor de overdracht van de domeinnamen seniorenwijzer.de/org/nu/eu. [eiser] heeft in dit verband gewezen op de afzonderlijke verkoopovereenkomsten met betrekking tot deze domeinnamen waarin iedere keer expliciet is opgenomen dat de koopsom is voldaan. [gedaagde 1] c.s. heeft dit alles onvoldoende weerlegd.
- dagvaarding € 105,03
- griffierecht € 937,00
- salaris advocaat