ECLI:NL:RBOVE:2022:3540

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
C/08/288210 / KG ZA 22-243
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis over levering van een boerenbedrijf in kort geding

Op 24 november 2022 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. en de gedaagden, die niet verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. ing. J.G.H. Meijerink, vorderde onder andere de levering van onroerende zaken en roerende zaken die verband houden met een boerenbedrijf. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevorderde maatregelen niet onrechtmatig of ongegrond waren en heeft deze toegewezen, met aanpassingen voor een probleemloze tenuitvoerlegging.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de (wils)verklaring(en) van de gedaagden die vereist zijn voor de levering en het transport van de onroerende zaken. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 25.000,00 en € 5.000,00 voor iedere dag dat de gedaagden niet voldoen aan de hoofdveroordelingen. De gedaagden zijn ook veroordeeld tot betaling van beslagkosten en proceskosten aan de zijde van eiseres, die in totaal zijn begroot op € 880,74.

Daarnaast zijn er specifieke verplichtingen opgelegd aan de gedaagden, waaronder het ter beschikking stellen van roerende zaken, het leeg en ontruimd overdragen van het verkochte, en het verstrekken van toegang tot de 'Mijn RVO-omgeving'. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/288210 / KG ZA 22-243
Vonnis in kort geding van 24 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. ing. J.G.H. Meijerink te Drachten,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3. de vennootschap onder firma
[gedaagde sub 3],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte overlegging producties tevens akte wijziging en vermeerdering van eis
  • de mondelinge behandeling
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagden verleende verstek
  • de spreekaantekeningen van eiseres.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op de wijze zoals hierna vermeld staat en dat het gevorderde in dit vonnis wordt aangepast daar waar dit naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor een probleemloze tenuitvoerlegging van dit vonnis noodzakelijk is.
2.2.
De beslagkosten zijn gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar en zullen volgens de opgave van eiseres worden begroot op een bedrag van € 1.729,85, waaronder begrepen een bedrag van € 676,00 aan griffierecht.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van eiseres begroot op:
- explootkosten € 224,74
- griffierecht 0,00 (in verband met de verrekening van voornoemd
griffierecht)
- salaris advocaat
656,00
Totaal € 880,74

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de (wils)verklaring(en) van
gedaagde(n) die is/zijn vereist voor de levering en het transport van de onroerende zaken,
kadastraal bekend als [plaats] , Sectie A, nummers [nummers] , en [plaats] , sectie A, [nummers] en de erfpachtrechten op de percelen land, kadastraal bekend als [plaats] , Sectie A, [nummers] en [plaats] , Sectie I, nummers [nummers] , zodat de levering zal plaatsvinden door inschrijving van dit vonnis samen met de leveringsakte in de daartoe bestemde openbare registers;
3.2.
gebiedt gedaagden hoofdelijk om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis alle roerende zaken die als zodanig genoemd staan op het aan dit vonnis gehechte overzicht aan eiseres ter vrije beschikking te stellen door deze beschikbaar te stellen op de locatie behorende tot het verkochte waar deze zich ten tijde van het ondertekenen van de koopovereenkomst op 30 april 2022 hebben bevonden c.q. zich hoorden te bevinden;
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 25.000,00 ineens en verder € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.2 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen en per ontbrekende roerende zaak, tot een maximum van € 200.000,00 is bereikt;
3.4.
gebiedt gedaagden hoofdelijk toe te staan dat (door verrekening) op de koopsom van € 6.750.000,00 in mindering gebracht wordt wat zij uit hoofde van de geldleningen (zijnde in totaal € 1.954.707,58) en uit hoofde van de contractuele boete (van drie pro mille van de koopprijs per dag vanaf 11 november 2022 met een maximum van tien procent van de koopprijs, zijnde tot en met heden € 283.500,00) verschuldigd zijn, te vermeerderen met de contractuele rente van 2% per jaar over een bedrag van € 875.956,12 en met de contractuele rente van 6% per jaar over een bedrag van € 1.078.751,46, beide vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
3.5.
gebiedt gedaagden hoofdelijk om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan de [stichting] mee te delen dat gedaagden de erfpacht van de percelen kadastraal bekend als [plaats] , Sectie A, [nummers] en [plaats] , Sectie I, nummers [nummers] , totaal groot 32 hectare, 17 are en 25 centiare, staakt, met verzoek eiseres onder dezelfde voorwaarden in hun plaats te stellen en daartoe al het nodige te doen;
3.6.
gebiedt gedaagden hoofdelijk om binnen 5 werkdagen na betekening van dit vonnis het verkochte behoudens mee verkochte rtoerende zaken leeg en ontruimd, vrij van huur, vrij van gebruiksrechten, vrij van aanspraken tot gebruik, de woning veegschoon, de stallen spuitschoon, de kuil en maisbult afgedekt, de gronden inclusief afrastering, de mestkelder-putten en -opslag zuigleeg en de mee verkochte roerende zaken vrij van enig gebruiksrecht aan eiseres over te dragen;
3.7.
gebiedt gedaagden hoofdelijk om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan eiseres toegang te verstrekken tot de ‘Mijn RVO-omgeving’ van gedaagde(n) en eiseres daarbij in staat te stellen en zo nodig te machtigen om de door gedaagde(n) verkochte rechten (varkensrechten, (bruto) fosfaatrechten als bedoeld in art. 21 van de koopovereenkomst) te kunnen overzetten naar c.q. te registreren op naam van eiseres c.q. op naam van door eiseres aan te dragen derden, alsmede het leveringsrecht (van gedaagden) aan de aan het verkochte verbonden melkfabriek en hun leveringsreferentie en/of vergelijkingsvolume melk over te dragen aan eiseres;
3.8.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 25.000,00 ineens en verder € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.5 en/of 3.6 en/of 3.7 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt;
3.9.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 880,74, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
3.10.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van een bedrag van € 1.729,85 aan beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
3.11.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
3.12.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2022.