ECLI:NL:RBOVE:2022:3575

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 oktober 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
9818506 \ CV EXPL 22-878
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een auto gekocht onder bewindvoering en de mededelingsplicht van de verkoper

In deze zaak heeft een vrouw, onder bewindvoering van Beschermingsbewind Oost Nederland B.V., een auto gekocht van [Z] B.V. De bewindvoerder stelt dat de auto non-conform is, omdat deze binnen twee weken na de aankoop niet meer reed. De bewindvoerder beweert dat [Z] niet aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan door niet duidelijk te maken welke schade de auto had. De bewindvoerder heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de koopprijs. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat de vrouw bij het sluiten van de koopovereenkomst al op de hoogte was van de gebreken aan de auto en deze met die kennis heeft gekocht. De kantonrechter oordeelt dat de vrouw geen beroep kan doen op non-conformiteit, omdat zij niet tijdig heeft gereageerd op de gebreken en de auto niet heeft laten repareren. Dit volgt uit artikel 7:17 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij de bewindvoerder en de gedaagde partij aanwezig waren. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van de bewindvoerder worden afgewezen en dat de koopovereenkomst in stand blijft. De bewindvoerder wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9818506 \ CV EXPL 22-878
Vonnis van 11 oktober 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap
BESCHERMINGSBEWIND OOST NEDERLAND B.V.,
in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[X],
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
eisende partij, hierna te noemen de bewindvoerder,
gemachtigde: mr. D.F. Briedé,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Z] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [Z] ,
gemachtigde: nl.legal LLP.

1.De samenvatting

1.1.
[X] heeft een auto gekocht van [Z] . Haar bewindvoerder stelt dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat de auto binnen twee weken al niet meer reed. Volgens haar heeft [Z] niet aan haar mededelingsplicht voldaan, door niet te specificeren wat voor schade de auto had. Zij stelt dat zij de koopovereenkomst heeft ontbonden en vordert onder meer terugbetaling van de koopprijs.
1.2.
De kantonrechter wijst de vorderingen van de bewindvoerder af. [X] wist bij het sluiten van de koopovereenkomst al wat er aan de auto mankeerde, heeft de auto met die kennis gekocht en heeft het mankement niet zo snel mogelijk laten repareren. Zij kan daarom geen beroep doen op non-conformiteit. Dit volgt uit artikel 7:17 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juni 2022,
- de mondelinge behandeling op 7 september 2022. Hierbij is [X] verschenen met haar begeleidster, is mr. Briedé verschenen namens de bewindvoerder, en is de heer [Z] verschenen namens [Z] , bijgestaan door mr. D. Dijkstra. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
2.2.
Per e-mail van 7 september 2022 heeft mr. Briedé schriftelijk zijn eis gewijzigd, in die zin dat het petitum van de dagvaarding zo moet worden gelezen dat een ontbinding van de koopovereenkomst wordt gevorderd voor zover, om welke redenen dan ook, de koopovereenkomst nog niet is ontbonden door middel van de brief van 26 januari 2022 aan [Z] .
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[X] staat onder bewind van Beschermingsbewind Oost Nederland B.V.
3.2.
[Z] is een bedrijf dat zich bezighoudt met de verkoop van auto’s.
3.3.
Op 3 december 2021 heeft [X] een auto gekocht van [Z] voor € 1.800,00. Het ging om een Citroën C3 met bouwjaar 2003. Op de factuur van de auto staat:
“Opties:
Koppakking lekt iets en riem is aan vervanging toe
Garanties:
Als bereden gezien en akkoord bevonden. Zo meenemen zonder een enkele vorm van garantie. Koper draagt zorg voor alle bijkomende kosten en onderhoud. Auto word geleverd met één sleutel. Wij kunnen geen garantie geven op de tellerstand van het voertuig. Het betreft een schadevoertuig! Alle gebreken zijn bekend bij klant!”
3.4.
Voorafgaand aan de koop heeft [X] een proefrit met de auto gemaakt en heeft zij de auto laten onderzoeken door Autobedrijf [A] . Dit is een bij [X] bekend autobedrijf. De auto is daar op een hefbrug gezet en geïnspecteerd. [A] heeft geconstateerd dat er koelvloeistof lekte en dat er sprake was van een lekkage aan de koppakking van de auto. De kosten voor reparatie werden begroot op € 200,00 tot € 300,00. [A] heeft geadviseerd dit bedrag van de koopprijs af te (laten) trekken en de auto te laten repareren. Als de auto gerepareerd was, zou ze er jaren mee door kunnen rijden.
3.5.
De auto stond te koop voor € 2.299,00 en is met een korting van € 499,00 aan [X] verkocht.
3.6.
Na totstandkoming van de koopovereenkomst is de factuur rechtstreeks naar de bewindvoerder gestuurd. De bewindvoerder heeft de factuur zonder opmerkingen over de schade betaald.
3.7.
Op 16 december 2021 is de auto stil komen te staan en brandden er lampjes. [X] heeft de ANWB gebeld. De ANWB heeft de koelvloeistof bijgevuld en daarna is [X] doorgereden naar [A] . [A] heeft drie liter koelvloeistof bijgevuld en constateerde dat de koelvloeistof borrelde en dat de koppakking kapot was. Daarna is [X] met de auto naar [Z] gegaan, die haar doorverwees naar garage [B] B.V. (een bedrijf dat in dezelfde straat als [Z] gevestigd is). [B] B.V. heeft met de auto gereden, waarna deze (weer) stil is komen te staan. Volgens [B] B.V. was er sprake van een probleem met de motor en andere onderdelen en kon dit gerepareerd worden voor € 800,00.
3.8.
Op 15 februari 2022 heeft [A] de auto bij [B] B.V. opgehaald en geconstateerd dat de motor van de auto geen compressie had en dat in de cilinders vier van de acht kleppen krom waren. Na demontage van het kleppendeksel is koelvloeistof in de olie aangetroffen. Aangezien er drie liter aan koelvloeistof is bijgevuld in december, is de koppakking volgens [A] hoogstwaarschijnlijk lek. Sindsdien staat de auto bij [A] .
3.9.
Op 26 januari 2022 heeft mr. Briedé een brief naar [Z] gestuurd waarin hij schrijft dat de bewindvoerder de koopovereenkomst (buitengerechtelijk) ontbindt.

4.Het geschil

4.1.
De bewindvoerder vordert – na wijziging van eis – dat de kantonrechter, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [Z] tegenover [X] tekort is geschoten in de uitvoering van de koopovereenkomst door een niet lopende, dan wel niet rijdende auto te verkopen, dan wel dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst;
II. de koopovereenkomst van 3 december 2021 ontbindt, voor zover dit niet is gebeurd door middel van de brief van 26 januari 2022 aan [Z] ;
III. [Z] veroordeelt om binnen zes dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 1.800,00 aan [X] te betalen;
IV. [Z] veroordeelt in de kosten van de procedure.
4.2.
De bewindvoerder stelt dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. De auto is volgens haar namelijk niet geschikt voor gewoon gebruik. [X] hoefde volgens haar niet te verwachten dat zij vrijwel direct stil zou komen te staan met de auto en dat de auto niet meer rijdt. Op de factuur staat alleen vermeld dat de koppakking ‘iets’ lekt en dat de riem aan vervanging toe was. Een niet rijdende auto is volgens haar geen € 1.800,00 waard.
[Z] heeft in de advertentie en tijdens de onderhandelingen niet vermeld dat het een schadeauto betrof. Door een auto te verkopen waarvan [Z] zelf stelt niets te weten van de achtergrond en eventuele schade, heeft zij haar mededelingsplicht geschonden volgens. Dat op de factuur vermeld staat dat het een schadeauto is, zegt volgens haar niets. Volgens de bewindvoerder had [Z] aan [X] moeten melden dat zij niet met de auto kon rijden nadat duidelijk was geworden dat er sprake was van een lekkage aan de koppakking. [X] heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht door de auto bij [A] te laten inspecteren. De mededelingsplicht van [Z] gaat vóór de onderzoeksplicht door [X] .
Aangezien de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, heeft [X] de koopovereenkomst ontbonden en is [Z] verplicht om de betaling door [X] ongedaan te maken.
4.3.
[Z] voert verweer. Zij stelt dat de auto ondanks eventuele gebreken voldoet aan de overeenkomst. Zij stelt dat zij namelijk zowel in de advertentie als tijdens de onderhandelingen heeft vermeld dat het een schadeauto betrof. [Z] is een handelsbedrijf en geen garage. Zij stelt dat zij niet op de hoogte was van de aard en de omvang van de schade. Nadat [X] de auto had laten inspecteren en de bevindingen had gemeld, heeft [Z] € 500,00 van de koopprijs afgetrokken is de auto verkocht. Er is geen garantie op de auto gegeven. Van een schadeauto kan volgens [Z] geen ongestoord verbruik worden verwacht. Met de zin
“Alle gebreken zijn bekend bij klant!”bedoelde [Z] zowel de reeds gemelde als de eventueel later te ontdekken gebreken.

5.De beoordeling

Wettelijk kader

5.1.
[X] heeft een auto gekocht bij [Z] . Deze auto moet op grond van artikel 7:17 lid 1 en 2 BW aan de overeenkomst beantwoorden. Dit houdt – kort gezegd – in dat de auto de eigenschappen moet bezitten die [X] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [X] mag verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn. Voldoet de auto daar niet aan, dan is de auto non-conform.
5.2.
[X] kan zich er echter niet op beroepen dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt als haar dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn. Dit volgt uit artikel 7:17 lid 5 BW.
Beantwoordt de auto aan de overeenkomst?
5.3.
Zelfs als kan worden betoogd dat [Z] bij de vermelding dat het een ‘schadeauto’ betrof, nader had moeten preciseren welke om schade het ging, kan dit [X] in dit geval niet helpen. De kantonrechter legt hierna uit waarom.
5.4.
[Z] heeft onbetwist gesteld dat de problemen die de auto op dit moment heeft het gevolg zijn van de lekkende koppakking en/of de niet goed functionerende distributieriem. Deze twee gebreken zijn schriftelijk vermeld op de factuur. Partijen waren bij het aangaan van de koopovereenkomst dus op de hoogte van deze gebreken. [X] heeft verklaard dat [A] haar had vermeld dat de koppakking moest worden gerepareerd en dat dit ongeveer € 200,00 tot € 300,00 zou kosten. Dit bedrag is daarom door [Z] van de koopprijs afgehaald. Partijen waren zich bij de totstandkoming van de koopovereenkomst dus ook bewust dat de koppakking gerepareerd moest worden en wat de reparatiekosten daarvan waren. [X] heeft de auto, dan wel koppakking tegen het advies van [A] in niet laten repareren na aankoop en is wel met de auto gaan rijden. Vervolgens zijn problemen ontstaan en is de auto stil komen te staan.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan [X] daarom geen beroep doen op non-conformiteit van de auto. Zij wist namelijk wat er aan de auto mankeerde, heeft de auto met die kennis gekocht en heeft het mankement niet zo snel mogelijk laten repareren. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen. De koopovereenkomst blijft in stand.
Proceskosten
5.6.
De bewindvoerder wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van [Z] worden begroot op € 374,00 aan salaris van de gemachtigde (2,0 punt x tarief € 187,00).
5.7.
De door [Z] apart gevorderde nakosten zijn ook toewijsbaar en zullen zoals gebruikelijk worden begroot op een half punt van het liquidatietarief, met een maximum van € 124,00. Dat leidt in dit geval tot toewijzing van een bedrag van € 93,50.
5.8.
De gevorderde rente over de proceskosten en nakosten is op de wet gegrond en niet weersproken en zal daarom worden toegewezen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [Z] begroot op € 374,00, en in de nakosten begroot op € 93,50, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2022.
(SL(O)