In deze zaak heeft een vrouw, onder bewindvoering van Beschermingsbewind Oost Nederland B.V., een auto gekocht van [Z] B.V. De bewindvoerder stelt dat de auto non-conform is, omdat deze binnen twee weken na de aankoop niet meer reed. De bewindvoerder beweert dat [Z] niet aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan door niet duidelijk te maken welke schade de auto had. De bewindvoerder heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de koopprijs. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat de vrouw bij het sluiten van de koopovereenkomst al op de hoogte was van de gebreken aan de auto en deze met die kennis heeft gekocht. De kantonrechter oordeelt dat de vrouw geen beroep kan doen op non-conformiteit, omdat zij niet tijdig heeft gereageerd op de gebreken en de auto niet heeft laten repareren. Dit volgt uit artikel 7:17 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij de bewindvoerder en de gedaagde partij aanwezig waren. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van de bewindvoerder worden afgewezen en dat de koopovereenkomst in stand blijft. De bewindvoerder wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.