In deze zaak vorderde Woningstichting Sint Joseph, bij wijze van voorlopige voorziening, dat gedaagde wordt veroordeeld om Sint Joseph in de gelegenheid te stellen rookmelders in de huurwoning te plaatsen. Sinds 1 juli 2022 is het wettelijk verplicht om op elke verdieping van een woning een rookmelder te plaatsen, en Sint Joseph heeft herhaaldelijk geprobeerd contact op te nemen met gedaagde om dit te realiseren. Gedaagde is echter niet verschenen op de zitting en heeft niet gereageerd op de verzoeken van Sint Joseph. De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van Sint Joseph niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft de vorderingen toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van dringende werkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, en dat de plaatsing van rookmelders van groot belang is voor de veiligheid van gedaagde en omwonenden. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld om Sint Joseph of door haar ingeschakelde derde(n) in de gelegenheid te stellen om de rookmelders te plaatsen, en in het geval van weigering, het gehuurde tijdelijk te verlaten. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten.