ECLI:NL:RBOVE:2022:364

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
C/08/269718 / HA ZA 21-326
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse opzegging van een overeenkomst van opdracht en de rechtsgeldigheid daarvan

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Overijssel op 2 februari 2022, staat de rechtsgeldigheid van de tussentijdse opzegging van een overeenkomst van opdracht centraal. De eiser, HeatMedia, had een overeenkomst gesloten met RM Kantoor- en Designmeubilair Raalte B.V. voor domeinoptimalisatie. HeatMedia vorderde schadevergoeding van RM, omdat zij meende dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd. RM had de overeenkomst opgezegd per 1 juli 2021, met verwijzing naar de algemene voorwaarden die een opzegtermijn van één maand voorschreven.

De rechtbank oordeelde dat RM de overeenkomst rechtsgeldig had opgezegd. Volgens artikel 7:408 lid 1 BW kan een overeenkomst van opdracht door de opdrachtgever te allen tijde worden opgezegd, ook als deze voor bepaalde tijd is aangegaan. HeatMedia betoogde dat er van deze hoofdregel was afgeweken in de overeenkomst, maar de rechtbank oordeelde dat HeatMedia niet voldoende had aangetoond dat de opzegging niet rechtsgeldig was. De rechtbank concludeerde dat RM twijfels had geuit over de verrichte werkzaamheden en dat HeatMedia niet had voldaan aan haar verplichting om deze werkzaamheden te verantwoorden.

De vorderingen van HeatMedia werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de opzegging door RM rechtsgeldig was, waardoor de ontbinding door HeatMedia geen effect sorteerde. Dit vonnis bevestigt de mogelijkheid voor professionele opdrachtgevers om onder bepaalde omstandigheden een overeenkomst tussentijds op te zeggen, zelfs als deze voor een bepaalde tijd is aangegaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/269718 / HA ZA 21-326
Vonnis van 2 februari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap
AAA-ECO B.V., mede handelend onder de naam
HEATMEDIA,
gevestigd in Raalte,
eiseres,
advocaat mr. E. van Meulen te Naarden,
tegen
de besloten vennootschap
RM KANTOOR- EN DESIGNMEUBILAIR RAALTE B.V.,
gevestigd in Raalte,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Postma te Zwolle.
Partijen zullen hierna HeatMedia en RM genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 29 september 2021 en de daarin genoemde processtukken
  • de aanvullende producties 15 tot en met 17 van RM
  • de mondelinge behandeling van 6 december 2021 en de op die zitting voorgedragen pleitnota van RM.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over de vraag of de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht tussentijds kon worden opgezegd.

3.De feiten

3.1.
HeatMedia houdt zich onder meer bezig met domeinoptimalisatie. Dat is het vindbaar maken van zoekwoorden op internet, zodat ondernemingen bij zoekacties van potentiële klanten via Google zo hoog mogelijk in de lijst met zoekresultaten verschijnen.
3.2.
Indirect eigenaar en bestuurder van HeatMedia is de heer N. Boogaars (hierna te noemen: Boogaars).
3.3.
RM houdt zich bezig met de in- en verkoop van nieuw en gebruikt kantoor- en designmeubilair. Haar (indirecte) eigenaren en bestuurders zijn de heer [X] en mevrouw [Y] (hierna te noemen: [X en Y] ).
3.4.
RM was tot voor kort in dezelfde straat gevestigd als HeatMedia.
3.5.
Op 15 maart 2021 hebben HeatMedia en RM een overeenkomst van opdracht gesloten op grond waarvan HeatMedia de domeinoptimalisatie voor RM zou verzorgen. In die overeenkomst staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
Omschrijving van Dienst
Doormiddel van domeinoptimalisatie zetten wij ons in om de domeinen volgens bovenstaand schema te optimaliseren, met als doel uw website zichtbaar te maken op pagina 1 in Google wanneer men zoekt op deze termen. Daarnaast voorzien wij u maandelijks van uitgebreid SEO-advies. (…)
Prijs
U betaald € 10.000,00 excl. BTW per maand voor de optimalisatie van twee domeinen volgens vastgestelde zoekwoordenfocus en maandelijks SEO-advies op maat. (…)
Algemene voorwaarden
  • Deze overeenkomst
  • (…)
  • Wij staan voor transparantie en kwaliteit, terwijl SEO-optimalisatie veel werk ‘op de achtergrond is’. Twijfelt u over de werkzaamheden kunnen wij deze niet verantwoorden? Dan kunt u eenzijdig het abonnement opzeggen met een opzegtermijn van één maand.
(…)
3.6.
Bij brief van 20 mei 2021 heeft RM de overeenkomst met HeatMedia per 1 juli 2021 opgezegd. In die brief staat vermeld dat deze opzegging “Conform punt 6 van de algemene voorwaarden” was, zijnde de in r.o. 3.5 laatstgenoemde bullet.
3.7.
Per brief van 2 juni 2021 heeft HeatMedia RM gemeld dat de opzegging van de overeenkomst niet geaccepteerd kon worden en heeft zij haar gesommeerd te bevestigen dat zij de overeenkomst nakomt. Bij deze brief was een verantwoording van de door HeatMedia verrichte werkzaamheden gevoegd.
3.8.
Per brief van 7 juni 2021 heeft HeatMedia de overeenkomst met RM ontbonden, voor het geval RM bij haar standpunt zou blijven dat de overeenkomst door opzegging was geëindigd.
3.9.
Bij brief van 23 juni 2021 heeft RM de overeenkomst met HeatMedia ontbonden, voor het geval de opzegging van die overeenkomst niet rechtsgeldig zou blijken te zijn.

4.Het geschil

4.1.
HeatMedia vordert veroordeling van RM bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis tot betaling van een bedrag van € 90.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan schadevergoeding en een bedrag van € 750,00 aan redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, beide te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede veroordeling van RM in de kosten van deze procedure en in de nakosten, die laatste te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
HeatMedia legt aan deze vorderingen kort samengevat het volgende ten grondslag. Partijen hebben een overeenkomst gesloten met een vaste looptijd van 12 maanden die in de gegeven omstandigheden niet tussentijds kon worden opgezegd. RM heeft na haar opzegging van de overeenkomst ondanks herhaald verzoek daartoe, geweigerd te bevestigen dat zij de overeenkomst zou respecteren, zodat zij in verzuim is geraakt en HeatMedia gerechtigd was de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. RM is op grond van artikel 6:277 BW gehouden om de schade te vergoeden die HeatMedia door deze ontbinding lijdt. Dit betreft de misgelopen maandtermijnen van € 10.000,00 exclusief btw per maand over de resterende contractperiode van 9 maanden en de kosten van juridisch advies van € 750,00.
4.3.
RM voert verweer en concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van HeatMedia, althans tot afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van HeatMedia in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen en te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna nader ingegaan, voor zover dat van belang is voor de beoordeling van het geschil.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak ligt de vraag voor of RM de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht rechtsgeldig heeft opgezegd. De rechtbank is van oordeel dat dit inderdaad het geval is en overweegt daartoe het volgende.
5.2.
Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kan een overeenkomst van opdracht door de opdrachtgever te allen tijde worden opgezegd. Dit geldt ook indien de overeenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan. Van deze bepaling kan op grond van artikel 7:413 lid 2 BW niet ten nadele van de particuliere opdrachtgever worden afgeweken. Met een professionele opdrachtgever kan dus wel iets anders worden overeengekomen.
5.3.
HeatMedia stelt zich op het standpunt dat zij van de hoofdregel van artikel 7:408 lid 1 BW is afgeweken. Volgens haar kunnen haar overeenkomsten namelijk alleen tussentijds worden opgezegd, indien de opdrachtgever twijfels heeft geuit over de verrichte werkzaamheden en HeatMedia naar aanleiding daarvan haar werkzaamheden niet heeft verantwoord. HeatMedia wijst in dit kader op de in haar algemene voorwaarden – die deel uitmaken van de met RM gesloten overeenkomst – vermelde bepaling: “Twijfelt u over de werkzaamheden kunnen wij deze niet verantwoorden? Dan kunt u eenzijdig het abonnement opzeggen met een opzegtermijn van één maand.” Zij betoogt dat de eerste zin van deze bepaling zo moet worden begrepen dat tussen de woorden “werkzaamheden” en “kunnen” het woordje “en” moet worden gelezen en dat RM wist, althans redelijkerwijs had moeten begrijpen, dat de overeenkomst niet zonder meer tussentijds opzegbaar was. Omdat RM tot aan de opzegging geen twijfels heeft geuit en/of HeatMedia niet om een verantwoording van haar werkzaamheden heeft gevraagd, was een tussentijdse opzegging niet mogelijk, aldus HeatMedia.
5.4.
RM stelt zich primair op het standpunt dat HeatMedia in de overeenkomst niet van de hoofdregel van artikel 7:408 lid 1 BW is afgeweken, althans niet duidelijk genoeg. Voor zover aangenomen moet worden dat wel van de hoofdregel is afgeweken, voert RM aan dat zij gelijk moet worden gesteld aan een particuliere opdrachtgever en dat de betreffende afwijking daarom niet is toegestaan. Voor het geval ook dat verweer niet opgaat, betoogt RM onder meer dat in voornoemde bepaling uit de algemene voorwaarden van HeatMedia tussen de woorden “werkzaamheden” en “kunnen” het woordje “of” moet worden gelezen en dat zij, al dan niet in de persoon van één van haar medewerkers, de heer [Z] , bij HeatMedia meerdere malen twijfels over de werkzaamheden heeft geuit en om een verantwoording daarvan heeft gevraagd. Volgens RM heeft HeatMedia vervolgens niet duidelijk kunnen uitleggen welke werkzaamheden er precies werden verricht maar alleen aangegeven dat er een ‘trucje’ werd toegepast en dat [X en Y] ‘te dom zijn om het te snappen’. Omdat HeatMedia niet eerder dan na opzegging van de overeenkomst met een verantwoording kwam, kon de overeenkomst wel tussentijds worden opgezegd, aldus RM.
5.5.
De rechtbank stelt vast dat HeatMedia in de met RM gesloten overeenkomst niet expliciet heeft opgenomen dat een tussentijdse opzegging in beginsel is uitgesloten. Voor zover echter inderdaad al aangenomen kan worden dat HeatMedia in die overeenkomst is afgeweken van de hoofdregel van artikel 7:408 lid 1 BW, kan dit HeatMedia niet baten. Weliswaar gaat het beroep dat RM doet op de reflexwerking van artikel 7:413 lid 2 BW naar het oordeel van de rechtbank dan niet op omdat zij een besloten vennootschap is, maar de rechtbank volgt RM in dat geval wel in haar stelling dat sprake is van de in de overeenkomst bedoelde situatie waarin tussentijds kon worden opgezegd. Boogaars heeft ter zitting namelijk desgevraagd beaamd dat [X en Y] hem – op straat – hebben gevraagd wat er precies gebeurde en hem om verantwoording hebben gevraagd. Gelet hierop, had het HeatMedia duidelijk moeten zijn dat RM twijfels had over de verrichte werkzaamheden. Zij had dan ook, om een rechtsgeldig tussentijdse opzegging van de overeenkomst te voorkomen, voor een (deugdelijke) verantwoording van haar werkzaamheden moeten zorgen. HeatMedia meent kennelijk dat er expliciet om een verantwoording gevraagd had moeten worden en dat daarbij om de resultaten van de verrichte werkzaamheden verzocht had moeten worden, maar dergelijke voorwaarden worden in de bepaling van de algemene voorwaarden waar zij een beroep op doet, niet gesteld.
5.6.
Gesteld noch gebleken is dat HeatMedia haar werkzaamheden vóór het opzeggen van de overeenkomst door RM aan RM heeft verantwoord, zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet het geval is. Het door HeatMedia in haar brief van 7 juni 2021 aangehaalde appverkeer kan naar het oordeel van de rechtbank niet als zodanig worden aangemerkt, al was het maar omdat die appberichten niet aan [X en Y] zijn gericht. Ook indien de opzeggingsbepaling in de tussen partijen gesloten overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat opzegging alleen mogelijk is indien de opdrachtgever twijfelt over de werkzaamheden
enHeatMedia deze niet heeft kunnen verantwoorden, was RM naar het oordeel van de rechtbank dus gerechtigd de overeenkomst met HeatMedia op te zeggen.
5.7.
De conclusie uit het voorgaande is dat RM de overeenkomst met HeatMedia rechtsgeldig heeft opgezegd. Dit betekent dat de ontbinding van de overeenkomst door HeatMedia jegens RM geen effect sorteert en dat zij geen aanspraak kan maken op schadevergoeding. De vorderingen van HeatMedia zullen dus worden afgewezen.
5.8.
HeatMedia zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en nakosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van RM worden begroot op:
- griffierecht 2.076,00
- salaris advocaat
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.304,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt HeatMedia in de proceskosten, aan de zijde van RM tot op heden begroot op € 4.304,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt HeatMedia in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat HeatMedia niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Rozeboom en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2022.