ECLI:NL:RBOVE:2022:3662

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
8 december 2022
Zaaknummer
18.071128-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een leerkracht voor ontucht met een minderjarige en bezit van kinderporno

Op 8 december 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 59-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, voor ontucht met een minderjarige leerlinge en het bezit van kinderporno. De man, die als leerkracht en vertrouwenspersoon werkte, heeft gedurende een half jaar in 2014 ontucht gepleegd met een 15-jarige leerlinge. Hij heeft haar onder druk gezet om seksueel getinte afbeeldingen van zichzelf naar hem te sturen en heeft verschillende seksuele handelingen met haar verricht. De rechtbank oordeelde dat de man ernstig inbreuk heeft gemaakt op het vertrouwen van de leerlinge en haar ouders, en dat hij zijn verantwoordelijkheden als leerkracht niet heeft nageleefd. De rechtbank sprak de man vrij van ontuchtige handelingen die hij na de zestiende verjaardag van de leerlinge zou hebben gepleegd, omdat het bewijs daarvoor ontbrak. Naast de gevangenisstraf moet de man ook een schadevergoeding van ruim 8.000 euro aan het slachtoffer betalen en is hij voor vijf jaar ontzet van het recht om als docent van minderjarigen te werken. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het hoge herhalingsgevaar, en legde bijzondere voorwaarden op voor de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht en een verbod op contact met minderjarigen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 18.071128-22 (P)
Datum vonnis: 8 december 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1963 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 november 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H.P.G. Sommers en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. B.A.E.J. Koster, advocaat in Groningen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is, kort en zakelijk weergegeven, op drie manieren ten laste gelegd dat hij in 2014 en 2015 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] ( [slachtoffer] ). [slachtoffer] was toen vijftien respectievelijk zestien jaar oud en verdachte was haar leerkracht en vertrouwenspersoon. Verder is aan verdachte ten laste gelegd dat hij op 19 augustus 2021 in Tynaarlo kinderporno in bezit heeft gehad en dat hij van dit bezit een gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2014 tot en met 19 september 2014 te Groningen,
en/of te of bij Tynaarlo, althans in de gemeente Tynaarlo, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998, die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
(een aan zijn zorg en/of opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige),
te weten als leerkracht,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] ,
doordat verdachte (onder meer) zijn, verdachtes, vinger en/of vingers- over de kleding op of bij of aan de schaamstreek of vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of heeft betast en/of heeft aangeraakt;- bij de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of heeft betast en/of heeft aangeraakt;- in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht en/of heeft bewogen;- op of over de clitoris van die [slachtoffer] heeft gewreven en/of heeft betast en/of
heeft aangeraakt;
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2014 tot en met 19 september 2014 te
Groningen, en/of te of bij Tynaarlo, althans in de gemeente Tynaarlo, in elk geval in
het arrondissement Noord-Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998, die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, (een aan zijn zorg en/of opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige), te weten als leerkracht,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, doordat hij, verdachte:- de borsten van die [slachtoffer] met zijn handen heeft betast en/of aangeraakt;- zijn (stijve) piemel heeft laten betasten en/of aanraken en/of vastpakken door de handen van die [slachtoffer] ;- die [slachtoffer] een tongzoen heeft gegeven;
feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2014 tot en met 1 juni 2015 te
Groningen, en/of te of bij Tynaarlo, althans in de gemeente Tynaarlo, in elk geval in
het arrondissement Noord-Nederland,
terwijl hij werkzaam was als docent/leraar en/of vertrouwenspersoon en/of leerlingbegeleider,
meermalen, althans eenmaal,
ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid
toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998, doordat
hij, verdachte:- de borsten van die [slachtoffer] met zijn handen heeft betast en/of aangeraakt;- zijn (stijve) piemel heeft laten betasten en/of aanraken en/of vastpakken door de
handen van die [slachtoffer] ;- die [slachtoffer] een tongzoen heeft gegeven;- de schaamstreek of vagina van die [slachtoffer] met zijn handen over de kleding heeft
betast en/of aangeraakt;- de vagina van die [slachtoffer] heeft betast en/of aangeraakt;- op of over de clitoris van die [slachtoffer] heeft gewreven en/of betast en/of
aangeraakt;
feit 4:
hij op of omstreeks 19 augustus 2021 te Tynaarlo, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten (453) foto(’s)
en/of (9) video(’s) en/of film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten één computer (Medion) en/of (een) harddisk(s) (Seagate Barracuda)
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt,
was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele
gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam door een persoon bij zichzelf die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
bestandna(a)m(en):[naam] ;[naam] ;niet bevestigd [naam] ;[naam] jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg.en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten door een persoon bij zichzelf die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
bestandna(a)m(en):[naam] ;[naam].jpg;[naam] .jpg;[naam] ;[naam] ;[naam] .jpg
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of striptease-act/houding van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandna(a)m(en):[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] ;[naam] ;[naam] ;[naam] ;
en/of
het ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt terwijl op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandna(a)m(en):[naam] .jpg;[naam] .jpg;[naam] .jpg;
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij – gelet op het bepaalde in artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie en de daarop gebaseerde verwijzingsbeslissing van 9 juni 2022 van de rechtbank Noord-Nederland – bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig een overgelegd schriftelijk requisitoir – de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van de onder feit 3 ten laste gelegde pleegperiode van 26 december 2014 tot 1 juni 2015 en het onder feit 4 ten laste gelegde gewoonte maken van het in bezit hebben van kinderporno. De officier van justitie vordert dat verdachte in zoverre van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een pleitnotitie overgelegd en bepleit daarin kort samengevat dat verdachte van het onder feit 3 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het ontuchtige contact tussen verdachte en [slachtoffer] in de periode van 20 september 2014 tot en met 1 juni 2015 is voortgezet. Verdachte heeft verklaard dat het laatste fysieke contact met [slachtoffer] op 6 september 2014 heeft plaatsgevonden. Dat brengt volgens de raadsman met zich dat de onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde pleegperiode tot deze datum moet worden ingekort. Verder heeft de raadsman met de officier van justitie betoogd dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het onder feit 4 ten laste gelegde gewoonte maken van het in bezit hebben van kinderporno. De raadsman heeft zich ten aanzien van het overige ten laste gelegde aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde - vrijspraak
De rechtbank is – anders dan de officier van justitie en met de verdediging – van oordeel dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 20 september 2014 tot en met 1 juni 2015 ontucht met de destijds 16-jarige [slachtoffer] heeft gepleegd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 6 september 2014 (op de dag van het Eelder Bloemencorso) voor het laatst met [slachtoffer] heeft gezoend. De excursie naar Italië (waarbij verdachte op de heenreis in de bus, zittende naast [slachtoffer] , haar schaamstreek en/of vagina over de kleding heeft aangeraakt) vond weliswaar na de zomervakantie in 2014 plaats, maar dit was volgens verdachte nog vóór 6 september 2014. Hoewel [slachtoffer] heeft verklaard dat het (WhatsApp)contact met verdachte na de excursie naar Italië is doorgegaan tot het einde van haar examenjaar (2014-2015), heeft zij niet verklaard over ontuchtige handelingen die verdachte in die periode met haar heeft gepleegd. Daarnaast heeft zij verklaard dat er in de periode na de kerstvakantie van 2014-2015 geen seksuele handelingen meer hebben plaatsgevonden tussen haar en verdachte. De rechtbank zal verdachte daarom van het onder feit 3 ten laste gelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder feit 1, feit 2 en feit 4 ten laste gelegde - bewezenverklaring
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen [1] komt de rechtbank wel tot een bewezenverklaring van het onder feit 1, feit 2 en feit 4 ten laste gelegde. Verdachte heeft deze feiten ook bekend en door of namens verdachte is ten aanzien daarvan geen vrijspraak bepleit. De rechtbank zal om die reden – overeenkomstig artikel 359 lid 3 laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv) – in dit vonnis met de volgende opsomming van de bewijsmiddelen volstaan:
de (bekennende) verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 24 november 2022;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 1 juli 2021 (pagina’s 57 tot en met 69), inclusief de bijlage: tekening lokaal (pagina’s 70 en 71);
het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK) van 14 februari 2022 (pagina’s 33 tot en met 39), opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , inhoudende de beoordeling en de beschrijving van de foto’s en video’s, inclusief de volgende bijlagen: de collectiescan, een overzicht van de op de kinderpornografische foto’s en video’s zichtbare (strafbare) elementen (pagina’s 41 tot en met 45) en een onderzoeksrapport met een overzicht van de op de in beslag genomen gegevensdragers aangetroffen kinderporno (pagina’s 47 en 48).
Partiële vrijspraak
Ondanks het feit dat uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat verdachte ook voor 19 augustus 2021 kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderporno.
De rechtbank zal verdachte daarom partieel vrijspreken van het strafverzwarende ten laste gelegde bestanddeel een gewoonte maken van het bezit van kinderpornografie.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1:
hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 19 september 2014 in Groningen en in de gemeente Tynaarlo meermalen met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt en die een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige betrof, als leerkracht, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, doordat verdachte (met) zijn vinger(s)- over de kleding haar schaamstreek of vagina heeft aangeraakt,- haar vagina heeft betast,- in haar vagina heeft bewogen, en,- over haar clitoris heeft gewreven;
feit 2:
hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 19 september 2014 in Groningen en in de gemeente Tynaarlo meermalen met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1998, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en die een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige betrof, als leerkracht, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, doordat hij, verdachte:- haar borsten met zijn handen heeft aangeraakt,- zijn (stijve) piemel door haar heeft laten betasten, en,- haar een tongzoen heeft gegeven;
feit 4:
hij op 19 augustus 2021 in Tynaarlo een groot aantal afbeeldingen, te weten 453 foto’s en negen video’s op een gegevensdrager, te weten een computer (Medion), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt,
was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal, vaginaal of anaal penetreren met de penis, vinger/hand of voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
en/of,
vaginaal of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis,
en/of,
het oraal, vaginaal of anaal penetreren van het lichaam door een persoon bij zichzelf die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met vinger/hand of voorwerp,
bestandsnaam: [naam] , [naam] , Niet bevestigd [naam] , [naam] jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg en [naam] .jpg,
en/of,
het betasten/aanraken van de geslachtsdelen, de billen of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis, vinger/hand,
en/of,
het betasten/aanraken van de geslachtsdelen, de billen of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met vinger/hand,
en/of,
het betasten/aanraken van de geslachtsdelen of de billen door een persoon bij zichzelf die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met vinger/hand of voorwerp,
bestandnaam: [naam] , [naam].jpg, [naam] .jpg, [naam] , [naam] en [naam] .jpg,
en/of,
het geheel naakt of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarna door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose, de striptease-act/houding van deze persoon of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de geslachtsdelen, borsten of billen in beeld gebracht worden, waarmee de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft of strekt tot seksuele prikkeling,
bestandnaam: [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg, [naam] .jpg en [naam] , [naam] , [naam] , [naam] ,
en/of,
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of het houden van een penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, terwijl op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, waarmee de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft of strekt tot seksuele prikkeling,
bestandnamen: [naam] .jpg, [naam] .jpg en [naam] .jpg.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 245, 247 en 248 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1:
het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 2:
het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 4:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat:
  • verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met daarbij de oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden;
  • de voormelde bijzondere voorwaarden en het toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar worden verklaard;
  • verdachte – na de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf – wordt ontzet uit zijn recht van de uitoefening van het beroep als leerkracht voor de duur van vijf jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit dat, in het bijzonder vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de straffen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare strafzaken worden opgelegd, moet worden volstaan met de oplegging van een (bijna geheel) voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een taakstraf, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde (bijzondere) voorwaarden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich in 2014 in een periode van ongeveer een half jaar op verschillende momenten schuldig gemaakt aan ernstige feiten. Als leerkracht en vertrouwenspersoon heeft hij meermalen ontucht gepleegd met een minderjarige leerlinge van een middelbare school in Groningen. Verdachte voerde als vertrouwenspersoon veelvuldig gesprekken met deze, vanwege haar thuis- en gezondsheidssituatie, kwetsbare leerlinge. Na verloop van tijd vond het contact tussen verdachte en de leerlinge ook via WhatsApp en later ook – op initiatief van verdachte – via een anonieme chatsite plaats, waarbij over en weer berichten werden verzonden. De gesprekken werden na verloop van tijd seksueel getint en verdachte heeft de leerlinge ertoe bewogen om vergaande seksueel getinte afbeeldingen van zichzelf naar hem te versturen. Deze afbeeldingen zijn vanwege de minderjarigheid van de leerlinge als kinderporno aan te merken. Verdachte was verliefd op zijn leerlinge. Uiteindelijk heeft die verliefdheid er toe geleid dat verdachte seksuele handelingen met haar heeft verricht. Verdachte heeft de leerlinge getongzoend, haar borsten aangeraakt, over de kleding haar schaamstreek of vagina gestreeld, haar vagina betast, met zijn vinger(s) in haar vagina bewogen en over haar clitoris gewreven. Ook heeft verdachte zijn (stijve) piemel door haar laten betasten. De seksuele handelingen vonden op initatief van verdachte plaats.
Door zijn handelwijze heeft verdachte ernstig inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat de leerlinge in hem had als leerkracht en haar vertrouwenspersoon en als mens. Ook heeft hij met zijn handelen het vertrouwen van zijn collega’s en de ouders van de leerlinge op grove wijze beschaamd. Een middelbare school behoort een veilige plaats te zijn voor leerlingen, waar zij tegen seksueel overschrijdend gedrag moeten worden beschermd. Verdachte had, als volwassen man en in het bijzonder als leerkracht en vertrouwenspersoon, zijn verantwoordelijkheid moeten kennen en de minderjarige leerlinge tegen zichzelf in bescherming moeten nemen, ook al heeft zij zich niet verzet tegen de seksuele handelingen. Het spreekt voor zich dat minderjarigen in de leeftijd van 15 jaar kwetsbaar zijn, want zij bevinden zich in een periode van hun leven waarin zij hun seksualiteit aan het ontdekken zijn en daarin zoekende en beïnvloedbaar zijn. Bovendien was sprake van een zeer ongelijkwaardige verhouding tussen verdachte en de leerlinge, temeer nu het ging om een leeftijdsverschil van 35 jaren, die de door verdachte gepleegde handelingen zonder meer ontuchtig maakt. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij niet in staat is geweest om professionele afstand tot zijn leerlinge te bewaren. In plaats daarvan heeft verdachte zich laten leiden door zijn eigen gevoelens en seksuele behoefte en de leerlinge psychische schade berokkent. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en hij heeft zich door middel van zijn computer de toegang verschaft tot websites waarop kinderpornografisch materiaal te zien is. Op een computer van verdachte bevonden zich op 19 augustus 2021 in totaal 453 kinderpornografische foto’s en negen kinderpornografische video’s, waaronder de afbeeldingen van de leerlinge. De overige afbeeldingen heeft verdachte van het internet gedownload.
Verdachte heeft met dat bezit van kinderporno de norm die strekt tot de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het in bezit hebben van kinderporno en het bezoeken van dergelijke wesbites, wordt de productie van kinderpornografisch materiaal gestimuleerd en in het stand gehouden. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn (jonge) kinderen ernstig seksueel misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van een volwassene. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen en dit vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten, voor zover deze kinderen zich überhaubt uit die verwerpelijke industrie kunnen onttrekken. Verdachte heeft zich daar niet door laten weerhouden, want hij vond zijn eigen behoeftebevrediging kennelijk belangrijker. De rechtbank rekent dit verdachte aan. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het immers noodzakelijk om niet alleen de personen te straffen die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar ook degenen die de afbeeldingen downloaden en via een website bekijken.
De persoon van verdachte
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte van 5 oktober 2022, waaruit volgt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Ook heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van de reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 20 oktober 2022 en op wat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard.
Verdachte is een op dit moment alleenstaande man, woont in een koopwoning en hij heeft een dochter en en zoon. Hij was sinds 1989 als docent werkzaam, maar hij is inmiddels ontslagen door de middelbare school waar hij werkzaam was. Hoewel verdachte nog gepoogd heeft om in geheel andere sectoren een baan te vinden, hebben die werkgevers verdachte vanwege de onderhavige strafzaak niet als werknemer willen behouden. Het is voor verdachte lastig om werk te vinden, temeer nu dit vonnis gevolgen zal hebben voor een aanvraag van een verklaring omtrent het gedrag. Verdachte heeft het daar erg moeilijk mee, want lesgeven was naar zijn eigen zeggen zijn lust en zijn leven. Ook heeft de onderhavige strafzaak andere gevolgen voor verdachte met zich gebracht. Hij mag geen vrijwilligerswerk meer verrichten bij het plaatselijke voetbalteam, zijn relatie is stukgelopen en het imago van verdachte is beschadigd.
Uit het reclasseringsrapport volgt dat bij verdachte sprake is van een pedofiele stoornis, in combinatie met een stoornis in het alcoholgebruik. Daarnaast kan op basis van psychologisch onderzoek bij hem een persoonlijkheidsstoornis worden vastgesteld. De primaire diagnose is borderline. De reclassering acht de kans dat verdachte nogmaals de fout in gaat groot. Bovendien heeft verdachte verklaard dat hij in 2006 voor het eerst in aanraking is gekomen met kinderporno en in 2007/2008 geslachtsgemeenschap heeft gehad met een
16-jarige oud-leerlinge. Dat baart de rechtbank, naast de feiten en omstandigheden in de onderhavige strafzaak, veel zorgen. Aan verdachte wordt op dit moment (op vrijwillige basis) een intensieve behandeling aangeboden. Sinds de zomer van 2022 zit hij in een meerdaagse zedengroep en vinden er invididuele gesprekken met verdachte plaats. Tot op heden toont verdachte zich gemotiveerd voor het volgen van een behandeling. Om het herhalingsgevaar dat van verdachte uitgaat in te perken, adviseert de reclassering aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno (waarbij het toezicht op de naleving van deze voorwaarde bestaat uit een geautomatiseerde controle). Verdachte heeft zich bereid verklaard mee te werken aan deze voorwaarden. Ook heeft verdachte te kennen gegeven veel spijt te hebben van de door hem gepleegde strafbare feiten.
De strafoplegging
De hoofdstraf: een gevangenisstraf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met straffen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn opgelegd en met de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor het bezit van kinderporno. De aard en de ernst en de combinatie van de feiten maken dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte, met name nu hij op vrijwillige basis al is begonnen met het volgen van een behandeling en schuldbewust is over de door hem gepleegde ontucht, aanleiding om een gedeelte van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Daarbij moet overigens wel de kanttekening worden geplaatst dat verdachte pas in behandeling is gegaan naar aanleiding van deze strafzaak, terwijl daar al veel eerder aanleiding voor was. De rechtbank hoopt dat een voorwaardelijke straf verdachte er van weerhoudt om opnieuw de fout in te gaan en hem de daartoe benodigde hulp geeft.
De door de rechtbank op te leggen straf is lager dan de officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank meer dan de officier van justitie rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder de verstrekkende gevolgen die verdachte al van deze zaak heeft ondervonden en ondervindt en met wat in vergelijkbare zaken aan straffen wordt opgelegd.
De rechtbank acht het, alles afwegende, passend en geboden om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van achttien maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan tien maanden voorwaardelijk. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen op de wijze zoals zij deze in het dictum zal formuleren. De rechtbank ziet aanleiding om daar een hogere proeftijd aan te koppelen dan de officier van justitie heeft gevorderd, namelijk een proeftijd van vijf jaren. Er moet vanwege het hoge herhalingsgevaar ernstig rekenig mee worden gehouden dat verdachte weer een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank zal de reclassering de opdracht geven toezicht te houden op de naleving door veroordeelde van de opgelegde bijzondere voorwaarden.
De dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal bevelen dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het hierop uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoer zijn. De onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde misdrijven zijn gericht tegen of hebben gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. Bovendien is bij verdachte op dit moment nog sprake van een hoog herhalingsgevaar voor zedendelicten. De rechtbank is daarom van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw zulke misdrijven zal begaan.
De bijkomende straf: een beroepsverbod
Verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten gepleegd in de uitoefening van zijn beroep als leerkracht van minderjarigen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte als bijkomende straf gedurende een langere periode een beroepsverbod moet krijgen om in deze, of een soortgelijke functie, met minderjaren werkzaam te zijn, zoals ook door de reclassering is geadviseerd. De rechtbank zal verdachte om die reden ontzetten uit zijn recht tot het uitoefenen van een beroep als docent van minderjarigen, voor de duur van vijf jaren.
De tenuitvoerlegging
De tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.De schade van de benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. Zij heeft haar raadsvrouw mr. L.H. Poortman-de Boer, advocaat in Groningen, gemachtigd om namens haar ter terechtzitting het woord te voeren. [slachtoffer] vordert verdachte te veroordelen tot betaling van een vergoeding van € 18.418,65, bestaande uit materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2014.
De gevorderde materiële schadevergoeding van € 3.103,65 bestaat uit de volgende posten:
- ( toekomstige) verlofuren: € 809,-;
- ( toekomstige) reiskosten: € 159,60;
- ( toekomstige) zorgkosten vanwege het te betalen eigen risico: € 770,-;
- ( toekomstige) niet-vergoede zorgkosten: € 1.365,05.
Als immateriële schadevergoeding is gevorderd een bedrag van € 15.315,-.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schadevergoeding van de benadeelde partij in zijn geheel toewijsbaar is, waarbij zij opmerkt dat zij zich voor wat betreft de hoogte van het toe te wijzen bedrag aan immateriële schade aan het oordeel van de rechtbank refereert.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich voor wat betreft de materiële en immateriële schade aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd, maar met de kanttekening dat het toe te wijzen bedrag aan immateriële schade – gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen worden toegekend – dient te worden gematigd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting vast dat voldoende verband bestaat tussen het bewezen verklaarde handelen van verdachte en de door de benadeelde partij gestelde schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse schade is toegebracht. De rechtbank overweegt verder als volgt.
De materiële schade
De opgevoerde materiële schadeposten, die overigens niet door de verdediging zijn betwist, zijn voldoende onderbouwd en komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
De rechtbank acht de schadeposten dan ook toewijsbaar, zodat de vordering voor wat betreft de materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 3.103,65, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis.
De immateriële schade
Op basis van artikel 6:106 lid 1, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek kan een benadeelde partij in beperkte gevallen aanspraak maken op vergoeding van andere schade dan vermogensschade, zoals in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze, moet, voor zover hier van belang, sprake zijn van geestelijk letsel. Daarvan is hier sprake, zo volgt uit de ter onderbouwing overgelegde brief van de psycholoog. Dit is ook door de verdediging niet betwist. De rechtbank houdt bij het vaststellen van de hoogte van het schadebedrag enerzijds rekening met de beschreven impact van de feiten en anderzijds met de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen worden toegekend. De rechtbank acht op basis van de in deze strafzaak ter beoordeling voor liggende stukken en de onderbouwing daarvan een bedrag van € 5.000,- aan smartengeld billijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de einddatum van de bewezen verklaarde pleegperiode (zijnde: 19 september 2014). Dat maakt dat de vordering voor dat deel wordt toegewezen en voor het overige deel, te weten € 10.315,-, niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij dit deel van de vordering nader te onderbouwen, geeft een onevenredige belasting van dit strafproces. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De raadsman heeft zich hier niet tegen verzet.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door door de feiten zijn toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 75 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust naast hiervoor genoemde wetsartikelen ook op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e, 28, 31, 36f en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, feit 2 en feit 4 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:
het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 2:
het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 4:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2 en feit 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- beveelt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 5 (vijf) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
  • zich op eerste uitnodiging van de reclassering (op de door haar aangegeven datum, tijd en plaats) meldt bij de reclassering en zich vervolgens gedurende de proeftijd blijft melden op de afspraken met de reclassering, zo vaak, waar en zolang de reclassering dit nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Daarbij houdt hij zich aan de aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven (voor zover niet reeds opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde) en werkt hij mee aan huisbezoeken;
  • meewerkt aan diagnostiek en zich (vervolgens) (ambulant) onder behandeling zal stellen bij de AFPN in Assen of een vergelijkbare instelling (voor ambulante forensische zorg), zulks ter beoordeling van de reclassering, welke behandeling in het bijzonder gericht is op de bij verdachte vastgestelde stoornis(sen), het delictscenario, zijn eigen handelen, zijn seksualiteit en zijn relaties, zolang de AFPN of een vergelijkbare instelling dit gedurende de proeftijd noodzakelijk acht. Daarbij houdt hij zich aan de aanwijzingen (en de huisregels) die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven;
  • op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat minimaal een andere volwassene hierbij aanwezig is. Een uitzondering op deze voorwaarde betreft het contact tussen verdachte en zijn eigen zoon;
  • vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
o het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
o het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers, gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. Verdachte werkt tijdens een huisbezoek mee aan zulke controles. Hij verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop kinderpornografische afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Deze controles mogen gedurende de proeftijd maximaal tien keer worden uitgevoerd en mogen slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen. Een geautomatiseerde controle met een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is, is daarom wel toegestaan. Ten behoeve van deze controles mag een deskundige de reclassering technische ondersteuning bieden;
- draagt de reclassering op om
toezichtte houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde
voorwaarden enhet op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen
toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
bijkomende straf
- bepaalt voorts dat verdachte voor de duur van
5 (vijf) jarenwordt
ontzet van het recht tot de uitoefening van een beroep als docent van minderjarigen;
schadevergoeding
  • wijst de vordering van de
  • veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
€ 3.103,65 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 december 2022 en € 5.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 september 2014, ten behoeve van
[slachtoffer] , en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
  • bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij voor het
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en
mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Klunder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2022.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar documenten/dossierpagina’s, zijn dit documenten of (de doorgenummerde) pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Noord-Nederland, afdeling Zeden Groningen, genaamd Ceterah, met dossiernummer 2021149002. Er wordt steeds verwezen naar documenten/bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij anders is vermeld.