Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
gevestigd en kantoorhoudende in Den Haag,
wonende in [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
- Een aanzienlijke hoeveelheid korte zakelijke ritten binnen uw woonplaats, voorafgaand aan of aansluitend op een inspectie-dienstreis, over de periode september – december 2020;
- Ook zakelijke ritten binnen de woonplaats, enige tijd nadat u volgens de rittenregistratie al eerder op uw thuislocatie bent aangekomen;
- Op een zondag een zakelijke rit van 10 km.
- 5 dagen waarop naar een adres in Wageningen (100 km enkele reis) is gereden en als zakelijk is geregistreerd (bestemming KAD: Kennis en Adviescentrum Dierplagen). U bent daar examinator waardoor u zelf geen examen meer hoeft af te leggen.
- 3 dagen waarop op zaterdag naar een privéadres in Utrecht is gereden.
3.Het verzoek en het verweer
cao Rijk moeten toepassen alvorens zij een ontbindingsprocedure kan starten. De kantonrechter volgt [verweerder] hierin niet. Sinds de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren vormt de Ambtenarenwet 2017 het nieuwe juridisch kader voor genormaliseerde ambtenaren en is het volledige arbeidsovereenkomstenrecht en cao-recht op hen van toepassing. Dit geldt ook voor [verweerder] . Het bestaande sanctiesysteem is ook gewijzigd; de rechtspositieregelingen met de daarin opgenomen sancties zijn vervangen door cao’s die soms nog wel sancties bevatten (de cao Rijk) maar soms niet meer. Hoewel partijen van mening verschillen over de vraag of de cao Rijk van toepassing is op de arbeidsovereenkomst, zijn partijen het erover eens dat de overheidswerkgever aan de cao geen bevoegdheid kan ontlenen om een beëindiging van het dienstverband als sanctie op te leggen, zoals voorheen in het ambtenarenrecht wel mogelijk was. Een oordeel over de vraag of de zaak zich leent voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is krachtens de wet immers voorbehouden aan de rechter. Dit betekent dat de NVWA ontvankelijk is in haar ontbindingsverzoek.
opeen piketdag plaatsvindt maakt niet dat die rit
vanwegehet piket plaatsvindt. Oproepbaarheid maakt van een privé-rit nog geen zakelijke rit. Dat [verweerder] bij het reageren op een piketoproep geen redelijke aanrijdtijd was gegund is gesteld noch gebleken. Verder valt op dat [verweerder] in de onderzochte periode ook op zeven niet-piket zaterdagen ritten van en naar Utrecht registreert waarvan de start- en stoplocatie correspondeert met het adres van het opleidingsinstituut waar hij een opleiding tot diaken volgt.