ECLI:NL:RBOVE:2022:375

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
10 februari 2022
Zaaknummer
9243390 \ CV EXPL 21-2377
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke toewijzing van een vordering tot betaling van een tandartsrekening met betrekking tot een niet onderbouwde hogere factuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde partij. Infomedics vorderde betaling van een tandartsrekening die door de gedaagde niet was voldaan. De gedaagde had twee tandheelkundige behandelingen ondergaan, maar betwistte de hoogte van de factuur die door Infomedics was gestuurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde onvoldoende had betwist dat zij de begroting van de tandarts niet had gezien. Infomedics had echter niet onderbouwd waarom de gedaagde een hoger bedrag zou moeten betalen dan het bedrag dat in de begroting was opgenomen. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Infomedics gedeeltelijk toewijsbaar was, tot het bedrag dat binnen de begroting viel. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 1.009,11, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van € 844,44. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9243390 \ CV EXPL 21-2377
Vonnis van 8 februari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij, hierna te noemen Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 september 2021;
- de akte van uitlating van Infomedics met een productie;
- de antwoordakte van [gedaagde] met twee producties;
- de akte uitlaten producties van Infomedics.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.De beslissing samengevat

Waar deze zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] heeft zowel op 22 mei 2020 als op 12 november 2020 een tandheelkundige behandeling ondergaan. De factuur die Infomedics heeft gestuurd voor de behandeling op 12 november 2020 heeft [gedaagde] niet betaald. De vraag in dit geschil is of [gedaagde] die factuur moet betalen.
2.2.
Infomedics is in het tussenvonnis van 21 september 2021 in de gelegenheid gesteld om te reageren op wat [gedaagde] bij conclusie van dupliek heeft aangevoerd. Daarbij ging het vooral om de vraag of er voor de tandheelkundige behandelingen een begroting is opgesteld, of met [gedaagde] is besproken welke behandeling precies zou worden uitgevoerd en of [gedaagde] hiermee akkoord is gegaan. Daarbij is Infomedics verzocht om een eventuele begroting te overleggen. Zowel Infomedics als [gedaagde] hebben vervolgens een begroting overgelegd die volgens hen is overeengekomen.
De beslissing van de kantonrechter
2.3.
[gedaagde] heeft onvoldoende betwist dat zij de begroting van de tandarts niet heeft gezien. Infomedics heeft daarentegen niet onderbouwd waarom [gedaagde] een hoger bedrag zou moeten betalen dan de tandarts heeft begroot. De vordering van Infomedics wordt dan ook gedeeltelijk toegewezen.

3.De beoordeling

De ‘begroting’ van [gedaagde]

3.1.
De kantonrechter stelt voorop dat de ‘begroting’ van viermaal € 361,64 voor beide behandelingen die [gedaagde] heeft overgelegd, geen begroting is, maar een betalingsregeling voor de factuur van € 1.426,56 van mei 2020. Deze betalingsregeling doet niets af aan een begroting van de kosten die voorafgaand aan de behandeling gemaakt kan zijn. Dat de factuur van mei 2020 (vermeerderd met kosten voor de betalingsregeling van € 20,00) door middel van deze betalingsregeling door [gedaagde] is voldaan, wordt door Infomedics ook niet weersproken.
De begroting van de tandarts
3.2.
Ook stelt de kantonrechter vast dat de begroting die Infomedics heeft overgelegd, niet overeenkomt met het bedrag dat in totaal in mei 2020 en november 2020 is gefactureerd. De begroting betreft immers een totaalbedrag van € 2.304,26. De facturen van mei 2020 en november 2020 bedragen samen (€ 1.426,56 + € 1.604,79 =) € 3.031,35. Infomedics heeft niet onderbouwd waarom het totale factuurbedrag uiteindelijk hoger is uitgevallen en of dit met [gedaagde] is besproken. Daarmee heeft Infomedics onvoldoende onderbouwd dat zij recht heeft op betaling van een hoger bedrag dan het bedrag dat in de begroting is opgenomen. Reeds daarom zal de vordering niet volledig toewijsbaar zijn.
3.3.
[gedaagde] heeft verder gesteld dat zij de door Infomedics ingediende begroting nog nooit heeft gezien, terwijl zij zelf wel constant betoogt dat een begroting is overeengekomen. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om aan te voeren waarom de door Infomedics ingediende begroting niet de juiste zou kunnen zijn. Vooral omdat de begroting voorzien is van een datum (6 september 2019) en de diverse te verrichten handelingen met codes worden vermeld. De “begroting” die [gedaagde] heeft ingediend is in ieder geval geen begroting (zie 3.1). Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee voldoende komen vast te staan dat de begroting die Infomedics in het geding heeft gebracht de begroting is die partijen hebben besproken. Nu [gedaagde] verder niet heeft betwist dat de behandeling heeft plaatsgevonden, is zij met die behandeling en met de kosten zoals vermeld in de begroting ook akkoord gegaan. Dat leidt tot het oordeel dat Infomedics de kosten van de (totale) behandeling tot aan het begrote bedrag van € 2.304,26 in rekening mocht brengen.
Conclusie
3.4.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van Infomedics worden toegewezen voor zover het totaalbedrag van de facturen van mei 2020 en november 2020 binnen het begrote bedrag van € 2.304,26 blijft. De vordering van Infomedics zal dan ook worden toegewezen voor een bedrag van (€ 2.304,26 - € 1.426,56 =) € 877,70. De betaling van € 0,25 zal hierop in mindering worden gebracht zoals in 3.6. zal worden vermeld.
3.5.
Infomedics heeft kosten gemaakt om het hierboven toegewezen bedrag van [gedaagde] te (proberen te) krijgen. Infomedics heeft [gedaagde] op een juiste manier aangemaand, zodat incassokosten verschuldigd zijn geworden. Nu een lager bedrag aan hoofdsom wordt toegewezen, is het bedrag dat aan buitengerechtelijke incassokosten wordt gevorderd hoger dan het geldende tarief. De kantonrechter zal het bedrag aan buitengerechtelijke kosten aan de hand van de toegewezen hoofdsom van € 877,70 toewijzen tot een bedrag van € 131,66.
3.6.
Omdat [gedaagde] de factuur niet op tijd heeft betaald, moet zij over het openstaande bedrag ook de wettelijke rente betalen. Op grond van artikel 6:44 BW wordt de betaling van [gedaagde] eerst in mindering gebracht op de kosten en dan op de openstaande hoofdsom. Er zal dus een bedrag van € 877,70 + € 131,66 - € 0,25 = € 1.009,11 worden toegewezen. De wettelijke rente zal worden toegewezen over het bedrag van € 877,70 vanaf 18 december 2020 (de dag waarop [gedaagde] te laat was met het betalen van de factuur) tot aan de dag van volledige betaling.
De proceskosten
3.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure – grotendeels – in het ongelijk gesteld en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. Nu Infomedics de begroting niet eerder heeft overgelegd dan na het tussenvonnis, komen haar kosten voor de nadere aktewisseling voor haar eigen rekening. Het salaris voor die aktes wordt daarom niet meegenomen in de proceskostenveroordeling. De proceskosten aan de zijde van Infomedics worden tot op heden dan ook begroot op:
Dagvaardingskosten € 89,44
Griffierecht € 507,00
Salaris gemachtigde
€ 248,00(2 punten x tarief € 124,00)
Totaal € 844,44

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 1.009,11, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 877,70 vanaf 18 december 2020 tot de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Infomedics begroot op € 844,44;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene op 8 februari 2022. (SB)