Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
2.
[B],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2022 en de op die zitting voorgedragen pleitnota van [A] .
2.De zaak in het kort
3.De feiten
kr.] doet afstand van al zijn rechten uit genoemde koopovereenkomst, welke afstand bij dezen door Partij 1 [ [A] ,
kr.] wordt aanvaard, mits:
4.4. Het geschil
5.De beoordeling
5.14. [A] meent van niet en voert daartoe aan dat de ontbindingsovereenkomst en de daaraan voorafgaande koopovereenkomst eveneens onder invloed van (be)dreiging en/of misbruik van omstandigheden tot stand zijn gekomen en dus vanwege een wilsgebrek vernietigd zouden moeten worden. Volgens [A] heeft [X] voorgesteld dat hij op papier aandeelhouder zou worden van [A] omdat dit een ‘dempend’ effect op de bedreigingen vanuit de knokploeg zou hebben en is [C] onder de druk van die bedreigingen en die van [X] overgegaan tot ondertekening van de koopovereenkomst. [A] stelt zich op het standpunt dat een andere aannemelijke verklaring voor het aangaan van de koopovereenkomst ook niet te geven is en wijst er in dat kader onder meer op dat er niet is onderhandeld over de koop van de aandelen en er geen due diligence onderzoek heeft plaatsgehad, alsmede dat niet voorstelbaar is dat [X] een bedrag van € 400.000,00 had kunnen betalen voor de aandelen, nu hij niet over vermogen beschikte en alleen maar schulden had. Wat betreft de ontbindingsovereenkomst stelt [A] zich op het standpunt dat die net zo onverklaarbaar en onlogisch is als de koopovereenkomst en dat deze uitsluitend is aangegaan omdat [X] vanwege geldproblemen verlegen zat om een grote som geld. Volgens [A] heeft de bespreking over die overeenkomst bovendien op een opmerkelijke plek plaatsgevonden, nu deze niet op het kantoor van de notaris maar in een filiaal van McDonald’s plaatsvond. Voor het geval de kantonrechter niet tot een vernietiging van de ontbindingsovereenkomst komt, stelt [A] zich op het standpunt dat het bedrag van