ECLI:NL:RBOVE:2022:386
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ontbinding en ontruiming van huurovereenkomst met toewijzing van achterstallige huur
In deze zaak heeft de huurder, aangeduid als [opposant], verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van de kantonrechter, waarin de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde was uitgesproken. De huurder had een huurachterstand opgebouwd, maar stelde dat hij actief bezig was deze achterstand in te lopen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder sinds 1 juli 2021 weer een stabiel inkomen heeft en dat hij zijn huurbetalingen heeft voldaan, inclusief de achterstanden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake was van huurachterstanden, de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming niet gerechtvaardigd waren, gezien de inspanningen van de huurder om zijn financiële situatie te verbeteren en de gevolgen van een ontruiming voor hem. De rechtbank heeft het verstekvonnis vernietigd en de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur voor januari 2022, met een maandelijkse huurverplichting vanaf februari 2022. De proceskosten werden voor een deel toegewezen aan de Woonplaats, de verhuurder, maar de huurder blijft verantwoordelijk voor de kosten die al zijn betaald. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 8 februari 2022 in Enschede.