ECLI:NL:RBOVE:2022:389

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
10 februari 2022
Zaaknummer
08-000013-96
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een 73-jarige man na ernstige seksuele delicten

Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling van een 73-jarige man verlengd met een jaar. De man, die sinds 1997 ter beschikking is gesteld na ernstige misdrijven zoals verkrachting en poging tot verkrachting, verblijft momenteel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting in Nijmegen. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling beoordeeld, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijkste overwegingen zijn meegenomen. De terbeschikkinggestelde heeft in de afgelopen jaren een moeizaam behandeltraject doorlopen, maar heeft recent positieve ontwikkelingen laten zien in zijn behandeling en motivatie om niet terug te vallen in delictgedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de vooruitgang, de terbeschikkingstelling noodzakelijk blijft vanwege het recidiverisico en de ernst van de gepleegde delicten. De rechtbank heeft de aanbevelingen van de kliniek en de deskundige ter zitting in overweging genomen en geconcludeerd dat de verlenging van de maatregel niet disproportioneel is. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldige en geleidelijke overgang naar zelfstandigheid voor de terbeschikkinggestelde, met de nodige begeleiding en ondersteuning.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-000013-96
Datum uitspraak: 10 februari 2022
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting in Nijmegen,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 27 februari 1997 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
- verkrachting;
- diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
- poging tot verkrachting;
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 augustus 1997 en is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 11 februari 2021. De maatregel eindigt, behoudens nadere voorziening, op 18 januari 2022.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van de kliniek FPC Pompestichting 4 november 2021, opgemaakt en ondertekend door drs. M.M.M. Pepels, GZ-psycholoog en behandelcoördinator en door E.P.M.T Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van 1 oktober 2020 tot 10 januari 2022.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 6 december 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
27 januari 2022.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage;
  • de officier van justitie mr. C.P. Dronkers;
  • T.A. de Boer, assistent behandelcoördinator, verbonden aan Pompestichting, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met een jaar.

4.De beoordeling

De vordering is op 6 december 2021 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakt advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het advies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
- Diagnostiek
De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. In het verleden is sprake geweest van alcoholmisbruik maar de terbeschikkinggestelde is binnen de huidige structuur reeds jaren abstinent van alcohol. Gerelateerd aan zijn persoonlijkheidsproblematiek is de terbeschikkinggestelde gekomen tot crimineel gedrag en ernstige seksuele delicten. Er is sprake van een parafilie, waarbij exhibitionisme en voyeurisme een rol spelen, gericht op kwetsbare, voornamelijk (hoog-) bejaarde vrouwen. Het algehele beeld is met de jaren milder geworden.
- Recidiverisico
Indien de maatregel van terbeschikkingstelling onmiddellijk zou worden beëindigd, wordt de kans op een vermogensdelict als matig-hoog ingeschat en de kans op een seksueel delict als matig. In geval van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging schat de kliniek het risico op recidive in als matig (voor een seksueel delict) tot matig-hoog (voor een vermogensdelict).
- Verloop afgelopen behandelperiode
In de afgelopen periode heeft de terbeschikkinggestelde de overstap kunnen maken naar de externe resocialisatie-afdeling Meander. Dit is goed verlopen. De terbeschikkinggestelde is gemotiveerd om niet terug te vallen in zijn delictscenario en heeft door de behandelingen enig probleeminzicht gekregen in zijn persoonlijkheidsproblematiek. Hij kan zijn risicofactoren/valkuilen benoemen en is in het afgelopen jaar actief aan de slag gebleven om alert te zijn op zijn eigen reacties. Hij heeft actief geoefend met het bespreken van zijn frustraties en heeft hier de voordelen van ervaren in de vorm van meer rust. Als de terbeschikkinggestelde in staat is dit te blijven doen, is een belangrijke delictfactor onder controle. Van belang wordt geacht dat de terbeschikkinggestelde langdurig ondersteund blijft door begeleiders die op de hoogte zijn van de dynamiek die tot terugval kan leiden.
De seksuele problematiek wordt sinds 2016 behandeld met medicatie. De medicatie biedt, binnen het huidige kader, voldoende bescherming en de terbeschikkinggestelde ervaart hiervan rust zowel ten aanzien van seksuele opwinding als ten aanzien van agitatie.
- Voornemens voor de komende periode
Het uitstroomtraject van de terbeschikkinggestelde is duidelijk en er is overeenstemming tussen de terbeschikkinggestelde en de kliniek over de te nemen stappen, de hierbij geldende voorwaarden en de periode die hiermee is gemoeid. Middels een geleidelijk traject wordt toegewerkt naar zelfstandig wonen met ambulante begeleiding en nazorg door forensische polikliniek Kairos. Na afgifte van de machtiging voor transmuraal verlof wordt de terbeschikkinggestelde in samenspraak met de kliniek aangemeld voor woonbemiddeling voor de regio Nijmegen, waarna binnen twee tot zes maanden een woning wordt toegewezen en de terbeschikkinggestelde de overstap kan gaan maken met begeleiding door het huidige transmurale team, met wie hij bekend is.
Na de intake bij Kaïros zal een adviesgesprek volgen en duidelijkheid komen over de termijn waarop de contacten van de terbeschikkinggestelde gaan starten. Indien de overgang naar een zelfstandige woning positief verlopen is, de samenwerking met de reclassering goed verloopt en de ambulante begeleiding door Kairos opgestart is, kan een stap naar begeleiding door de reclassering in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gezet worden. Belangrijk is dat de terbeschikkinggestelde op dat moment een stabiele woonplek heeft, een begeleider met wie hij frustraties kan bespreken en dat hij een klik heeft met de reclasseringswerker. Inmiddels is een vaste reclasseringsmedewerker aan de terbeschikkinggestelde toegewezen, opdat in de komende periode een werkrelatie kan worden opgebouwd en deze medewerker kan meedenken.
- Advies
Indien op dit moment overgeschakeld wordt naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en dus naar andere begeleiders, is er nog geen sprake van een stabiele (vervolg)woonplek en een goede samenwerkingsrelatie met de nieuwe begeleider en toezichthouder. Een overgang naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging wordt daarom op dit moment prematuur geacht. De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar.
De toelichting van de deskundige ter zitting
Ter zitting heeft de deskundige De Boer het advies gehandhaafd en, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende toegelicht.
Het gaat goed met de terbeschikkinggestelde. De kliniek hoort positieve geluiden terug van de reclassering en van Kairos. Op dit moment wordt gewacht op toewijzing van een woning aan de terbeschikkinggestelde maar is het nog niet duidelijk wanneer er een woning beschikbaar komt. Voor beschikbaarheid van een woning wordt vastgehouden aan de termijn van maximaal zes maanden na aanvraag. Vervolgens moet hij een tijd stabiel in de woning verblijven voordat de overgang naar begeleiding door de reclassering zal plaatsvinden. Als de verhuizing naar de woning goed verloopt, de terbeschikkinggestelde stabiel functioneert en de gesprekken goed blijven gaan, is het de bedoeling dat proefverlof wordt aangevraagd, vooral omdat dit tot gevolg heeft dat de terbeschikkinggestelde dan een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) zal kunnen ontvangen. Het doorlopen van proefverlof wordt door de kliniek niet als een vereiste gezien voordat tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging overgegaan zou kunnen worden.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 38d, tweede lid, Sr kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens met een jaar dan wel twee jaren worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verlenging eist, het zogenoemde
gevaarscriterium. Gelet op hetgeen hiervoor is uiteengezet en ter zitting is besproken is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten verkrachting, poging tot verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De rechtbank overweegt dat naarmate een maatregel van terbeschikkingstelling langer voortduurt, de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit en daarmee de persoonlijke belangen van de terbeschikkinggestelde zwaarwegender worden. De terbeschikkingstelling is ongeveer 24 jaar van kracht. De behandeling is moeizaam verlopen. De terbeschikkinggestelde verblijft in de derde behandelkliniek, waar hij een goede ontwikkeling doormaakt. De rechtbank is van oordeel dat voortduring van de maatregel noodzakelijk is. Bij dit oordeel heeft de rechtbank het recidiverisico in samenhang met de diagnostiek van de terbeschikkinggestelde, de lange behandelgeschiedenis, de aard en ernst van de indexdelicten en het gegeven dat sprake is geweest van recidive tijdens een eerdere voorwaardelijke beëindiging en de door de kliniek benoemde noodzaak van intensieve begeleiding binnen het huidige kader, betrokken. De rechtbank acht de verlenging van de maatregel niet disproportioneel.
Ten tijde van de vorige verlengingsbeslissing heeft de kliniek in overleg met de terbeschikkinggestelde, in plaats van de door de terbeschikkinggestelde gewenste stap naar zelfstandig wonen, gekozen voor de weg der geleidelijkheid door met een tussenstap op de externe resocialisatieafdeling van de kliniek, Meander, eerst te leren omgaan met een grotere mate van zelfstandigheid en vervolgens toe te werken naar zelfstandig wonen met ambulante begeleiding en nazorg door forensische polikliniek Kairos. Ondanks deze voor de terbeschikkinggestelde aanvankelijk teleurstellende wijziging in het verloop van zijn traject, heeft hij zich in het afgelopen jaar gemotiveerd getoond in zijn behandeling, actief geoefend in het herkennen van zijn eigen reacties en daarmee enig inzicht verkregen in zijn persoonlijkheidsproblematiek. Hij heeft flinke stappen gezet. Het verblijf op de afdeling Meander verloopt goed volgens de terbeschikkinggestelde, wat door de deskundige wordt bevestigd. Er is overeenstemming over het uitstroomtraject. De terbeschikkinggestelde is blij met de hulp die hij van de begeleiding krijgt. Dit alles ziet de rechtbank als positieve ontwikkelingen.
Voor een gedegen en geslaagde resocialisatie acht de rechtbank van belang dat de te nemen stappen en overgangen naar een nieuwe situatie in een voor de terbeschikkinggestelde passend tempo zorgvuldig en geleidelijk plaatsvinden. De terbeschikkinggestelde staat nu voor een volgende belangrijke overgang in zijn traject, de stap naar een zelfstandige woning en een stabiel verblijf aldaar en de opstart van ambulante behandeling en begeleiding door Kairos. Ook zal het contact met de reclasseringswerker worden opgebouwd. Bij goed verloop volgt de stap van proefverlof en de overgang van de begeleiding en het toezicht van de kliniek naar de reclassering. Deze te nemen stappen zullen nog de nodige tijd in beslag nemen.
Nu er op dit moment nog geen sprake is van een stabiele (vervolg)woonplek en een goede samenwerkingsrelatie met de nieuwe begeleider en toezichthouder, acht de rechtbank het te vroeg om de reclassering te vragen de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken. Dat de kliniek reeds een reclasseringswerker heeft toegewezen, zodat vroegtijdig kan worden begonnen met de opbouw van een goede samenwerkingsrelatie getuigt naar het oordeel van de rechtbank van inzicht in de behoeften van de terbeschikkinggestelde en inzet voor het behouden van de voortgang in het traject. Het is belangrijk dat de terbeschikkinggestelde ook in het komende jaar de ingezette positieve lijn weet vast te houden en laat zien dat hij kan omgaan met de groter wordende mate van zelfstandigheid. Daarnaast dienen de begeleiding en behandeling door Kairos evenals de overgang naar de samenwerking met de reclassering goed tot stand te komen. In dat geval komt het doel van begeleid zelfstandig wonen met toezicht in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor de terbeschikkinggestelde duidelijker in beeld. Wellicht kan dit punt in de komende verlengingsperiode ook daadwerkelijk worden bereikt. Indien de kliniek daar te zijner tijd aanleiding toe ziet, acht de rechtbank het van belang dat de kliniek voorafgaand aan de zitting de reclassering vraagt een rapport op te stellen in het kader van voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank zal op grond van hetgeen hiervoor is overwogen de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met een jaar.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. H. Stam en mr. C. Verdoold, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2022.