Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING SWZ,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De beslissing samengevat
3.De beoordeling
Waar deze zaak over gaat
€ 498,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting SWZ en een gedaagde partij die niet verschenen was. SWZ vorderde de ontruiming van de huurwoning van de gedaagde wegens stelselmatig veroorzaakte overlast. De procedure begon met een dagvaarding op 14 januari 2022, waarbij SWZ een voorlopige voorziening vroeg. De gedaagde had eerder verzocht om uitstel, maar dit werd door de kantonrechter afgewezen. Tijdens de zitting op 2 februari 2022, die online plaatsvond, was de gedaagde niet aanwezig, en werd er verstek verleend. SWZ heeft haar standpunt toegelicht en de kantonrechter heeft vervolgens op dezelfde dag vonnis gewezen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde sinds 26 februari 1998 huurder is van de woning, maar dat er sinds april 2011 klachten zijn over overlast van de gedaagde. Buren hebben herhaaldelijk geklaagd over schreeuwen, schelden en bedreigingen. De overlast is in de loop der jaren verergerd, en SWZ heeft meerdere keren geprobeerd de gedaagde te sommeren om te stoppen. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van SWZ niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft de ontruiming toegewezen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 753,43 zijn begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.