Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiseres 1] ,
2.
[eiseres 2],
3.
[eiseres 3],
4.
[eiseres 4],
5.
[eiseres 5],
6.
[eiseres 6],
7.
[eiseres 7],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 maart 2022 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
1.INTENTIE AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST
hebben het MSB-bestuur en de Raad van Bestuur gezamenlijk besloten tot volgend pakket van aanbevelingen en maatregelen met de intentie om deze impasse te doorbreken.
- de opleiding
- meerjarig investeringsplannen
- steun MSB en RvB voor innovatieve projecten van individuele specialisten
- mogelijke discussies over verrichtingen pakket binnen Isala. Wat valt binnen radiologie en wat bij nucleaire? (interne concurrentie)”
Uiterlijk eind januari 2021 vindt besluitvorming plaats waarbij helder is welke vakgroepstructuur er komt.”
dat een vakgroep splitsing het grote gevaar in zich heeft van interne concurrentie met suboptimale inzet van zowel mensen als middelen. Bovendien past het niet in het 7 puntenplan dat door alle vakgroep leden is geaccepteerd in een eerdere fase.” Daarnaast heeft MSB-I de leden van de vakgroep Medische Beeldvorming in gebreke gesteld in verband met het niet tijdig vaststellen van een vakgroepreglement en heeft zij aangekondigd dat het als bijlage gevoegde reglement binnen een maand na dagtekening van de brief in werking treedt als de vakgroep niet binnen die termijn tot een eigen opgesteld en goedgekeurd reglement komt.
4.Het geschil
5.De beoordeling
een 180 graden omdraaien van standpunt” door MSB-I, zoals de nucleair geneeskundigen stellen. Van onterecht opgewekte verwachtingen is evenmin gebleken. Een onzorgvuldig of onredelijk handelen van MSB-I kan daaruit dan ook niet worden afgeleid.
standstillen feitelijk tot het vooruitschuiven van het probleem, hetgeen niets oplevert omdat alle partijen gebaat zijn bij een oplossing en voortgang en dat geldt ook voor de andere maten en Isala. Verder wijst MSB-I erop dat de uitgangspunten van 27 januari 2021 door de nucleair geneeskundigen zijn geformuleerd en dat deze uitgangspunten voor de radiologen niet aanvaardbaar zijn. MSB-I betoogt dat voor de subsidiaire vordering een grondslag ontbreekt. Als de subsidiaire vordering niettemin toewijsbaar is, dan stelt MSB-I zich op het standpunt dat die slechts geldt in de relatie tussen partijen, dat de radiologen zich naar verwachting zullen verzetten, dat het vonnis dan zal moeten worden uitgevoerd in de vorm van een aanwijzing, dat de radiologen vervolgens op hun beurt in beroep zullen gaan en dat dit niet de weg naar een oplossing is. Tot slot meent MSB-I dat de meer subsidiaire vordering eveneens een grondslag ontbeert en bovendien te onbepaald is. Zo zijn de nucleair geneeskundigen volgens MSB-I niet duidelijk wat er in de tussentijd moet gebeuren en welke onderlinge afspraken gelden.
Verder is de rechtbank met MSB-I van oordeel dat alle betrokken partijen na jaren van vruchteloos overleg gebaat zijn bij duidelijkheid en rust, zodat weer gebouwd kan worden aan een constructieve samenwerking in het belang van een goede patiëntenzorg. Dit leidt ertoe dat ook het primair gevorderde sub (V) en (meer) subsidiair gevorderde sub (III) worden afgewezen.
€ 1.126,00(2 punten x tarief € 563,00)