4.4Het oordeel van de rechtbank
Omdat in de zaken van verdachte en de medeverdachten voor een groot deel dezelfde overwegingen worden gehanteerd en de medeverdachten deels dezelfde achternamen hebben zal de rechtbank in de navolgende bewijsoverwegingen de medeverdachten steeds (voor zover bekend) bij hun volledige voornamen en achternamen noemen op de wijze waarop ze zijn gedagvaard.
De rechtbank zal, gelet op de samenhang van de ten laste gelegde feiten en ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis eerst de verdenking ten aanzien van deelneming aan een criminele organisatie bespreken.
Feit 4 - Deelneming aan een criminele organisatie
Uit de bevindingen van de uitgevoerde observaties in onderling verband en in samenhang bezien met de inhoud van de onderschepte postpakketten en de in de diverse woningen aangetroffen goederen en geldbedragen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake is geweest van een groep personen die zich - als inpakker en/of chauffeur en/of verzender - in wisselende samenstellingen, in de periode van begin november 2018 tot en met 2 maart 2021 gezamenlijk en intensief bezig heeft gehouden met het naar het buitenland verzenden van postpakketten, met daarin telkens een verborgen hoeveelheid verdovende middelen of ketamine.
De rechtbank acht daartoe redengevend dat:
- uit observaties blijkt dat verschillende verdachten persoonlijk contact met elkaar hadden en elkaar regelmatig op dezelfde locaties ontmoetten;
- uit onderzoek is gebleken dat voor het aanbieden en verzenden van de postpakketten door de verschillende verdachten in dit opsporingsonderzoek steeds gebruik werd gemaakt van dezelfde Modi Operandi, die onder meer bestond uit het telkens aanbieden van meerdere postpakketten (soms) in een kort tijdsbestek op telkens verschillende service-/verzendpunten, waarbij gebruik werd gemaakt van een specifieke deklading voor het verbergen van de verdovende middelen, met name wantongborden;
- een groot deel van de 63 ter verzending aangeboden, maar (vervolgens) onderschepte en onderzochte postpakketten een verborgen grote hoeveelheid van (meestal) meerdere kilo’s MDMA (XTC), metamfetamine (Crystal Meth) of ketamine bevatte, dan wel (incidenteel) een hoeveelheid cocaïne (450 gram) of LSD-zegels (eenmaal 1.000 LSD-zegels en eenmaal 3.000 LSD-zegels);
- tijdens de doorzoekingen op 2 maart 2021 in de woningen
van verschillende verdachten in dit opsporingsonderzoek onder meer grote hoeveelheden MDMA (XTC) en/of metamfetamine (Crystal Meth) en/of ketamine zijn aangetroffen en/of grote contante geldbedragen, alsmede diverse verpakkingsmaterialen en (gebruiks)goederen die overeenkomen met de verpakkingsmaterialen van de eerder ter verzending aangeboden postpakketten en met de aangetroffen inhoud daarvan, zoals onder meer de wantongborden.
Op grond van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat sprake is van een samenwerkingsverband van meerdere personen dat als oogmerk had het uitvoeren van verdovende middelen, het uitvoeren van ketamine en het witwassen van de verdiensten van die handel.
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte een rol heeft gespeeld bij de gedragingen van de organisatie gelet op (onder meer) de in de woning van verdachte aan de [woonplaats] aangetroffen goederen, de in zijn telefoon aangetroffen foto’s en PostNL-douaneformulier en het aanbieden postpakketten met verdovende middelen. Verdachte kan worden aangemerkt als één van de personen die
- al dan niet samen met een ander of anderen - werkzaamheden op de locatie [woonplaats] heeft verricht als inpakker en/of verzender.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte wetenschap had van het oogmerk van de organisatie. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De bewijsmiddelen geven naar het oordeel van de rechtbank weliswaar inzicht in de feitelijke omstandigheden en de feitelijke gedragingen van de individuele personen (onder meer op grond van de binnen het opsporingsonderzoek uitgevoerde observaties), maar de bewijsmiddelen geven geen of onvoldoende inzicht in het functioneren van de organisatie en evenmin in het functioneren van verdachte en medeverdachten in die organisatie. Niet kan namelijk worden vastgesteld of het bij bepaalde gedragingen om individuele keuzes van individuele verdachten gaat (met eventueel hulp van een of meer medeverdachten) dan wel om gedragingen binnen een organisatie. De rechtbank betrekt daarbij dat in het dossier - behoudens enkele WeChat-berichten - elke vorm van communicatie- tussen de verdachten onderling ontbreekt en dat binnen het opsporingsonderzoek 26Coleman onvoldoende aanwijzingen zijn gevonden van een structuur en de wijze waarop de samenwerking binnen de organisatie plaatsvond.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het dossier onvoldoende concrete aanwijzingen bevat vast om te kunnen stellen dat verdachte wetenschap had van het bestaan van een criminele organisatie en van het oogmerk van die organisatie.
De rechtbank acht daarom niet bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan de bedoelde criminele organisatie en zal hem daarvan vrijspreken.
Feit 1 (artikel 2 Opiumwet) en feit 2 (overtreding van de Geneesmiddelenwet)
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder
1. en 2 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende, waarbij allereerst hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 4 is overwogen als herhaald en ingelast geldt.
Verdachte is op 2 maart 2021 samen met medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] aangetroffen en aangehouden in de woning aan de [woonplaats] .
Bij de doorzoeking van deze woning is op verschillende direct zichtbare en/of algemeen toegankelijke plaatsen in totaal 2.034 gram metamfetamine (Crystal Meth,), 441,1 gram MDMA en 135,3 gram ketamine aangetroffen en in beslag genomen..
De rechtbank merkt in dit verband op dat de in het proces-verbaal forensisch onderzoek bij de in beslag genomen sporendrager vermelde goednummers weliswaar niet overeenkomen met de in het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen vermelde spoornummers, maar dat de registratienummers in beide processen-verbaal wel telkens overeenkomen met de betreffende sporendragers. Deze zijn dus herleidbaar naar het vermelde SIN-nummer in tabel 3.2.1 op pagina 10 van het aanvullend zaaksdossier Relaasproces-verbaal. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank geen redenen om te twijfelen aan de NFiDENT-onderzoeksresultaten inzake de in beslag genomen en onderzochte metamfetamine en MDMA. De rechtbank ziet evenmin redenen om te twijfelen aan de uitslag van de indicatieve test van de op 2 maart 2021 in de woning aangetroffen en in beslag genomen hoeveelheid ketamine. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat in de verschillende woningen in dit onderzoek en in de in beslag genomen postpakketten steeds ketamine is aangetroffen.
In één van de op de [straat] in beslag genomen mobiele telefoons (een iPhone) zijn foto’s aangetroffen van het paspoort van verdachte en van boardingpassen op zijn naam. Ook werd een foto van zijn Spaanse verblijfsvergunning aangetroffen met zijn naam erop en persoonlijke foto’s. De naam van de telefoon was (vertaald uit het Chinees): iPhone van [verdachte] .
De rechtbank gaat er daarom vanuit dat deze telefoon door verdachte werd gebruikt.
Verder zijn in deze telefoon foto’s aangetroffen van onder meer tabletten (vermoedelijk XTC-pillen), zakken met een witte substantie en een PostNL-douaneformulier voor verzending van een postpakket naar de Verenigde Staten, maar ook foto’s met grote hoeveelheden contant geld (stapels bankbiljetten) in respectievelijk een grote reiskoffer en in een grote doos, waarbij verdachte zelf op één van de foto’s staat afgebeeld. Deze foto’s zijn gedateerd op 6 november 2020.
Tot slotis in deze telefoon een afbeelding aangetroffen die met deze telefoon is gemaakt in de nacht van 1 op 2 maart 2020, waarop dunne bundels met 50 euro-bankbiljetten te zien zijn, met daaromheen ook een 50 eurobiljet.
Op camerabeelden die zijn verkregen van het postverzendpunt is te zien dat verdachte op 20 maart 2020en op 20 augustus 2020in Ridderkerk een postpakket ter verzending heeft aangeboden bij FedEx. Deze postpakketten bleken respectievelijk een kilogram ketamine (bestemd voor Hong Kong) en 2.516 gram ketamine (bestemd voor de Verenigde Staten) te bevatten.
Uit de bevindingen van de observaties blijkt onder meer dat verdachte meerdere keren is gezien in het bijzijn van medeverdachten en dat hij ook gebruik maakte van de Mercedes met kenteken [kenteken] op naam van [medeverdachte 3] , die gebruikt is voor het vervoer van postpakketten.
Uit de dossierstukken blijkt dat daags na de doorzoeking op 2 maart 2021 een postpakket is bezorgd op de [adres 2] dat tien plastic documenthouders en twaalf matrasovertrekken bleek te bevatten. Het vermoeden is dat die goederen ook bestemd waren om gebruikt te worden als deklading voor het verzenden van verdovende middelen.
Een en ander in onderling verband en samenhang bezien duidt naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar op het gebruik van de woning aan de [adres 2] als een inpaklocatie voor het prepareren en verzendklaar maken van postpakketten met verdovende middelen en ketamine.
Uit de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van MDMA, metamfetamine en ketamine in de woning aan de [woonplaats] . De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, de verklaring van verdachte, dat hij niet wist wat er in de door hem aangeboden postpakketten zat waarvoor hij telkens 50 euro kreeg, ongeloofwaardig. Ook de verklaring dat hij pas op 1 maart 2021 in Nederland is aangekomen, volgt de rechtbank op grond van voorgaande niet.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde in het bijzonder het navolgende.
Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet is het verboden om zonder registratie werkzame stoffen te bereiden, in te voeren, af te leveren, uit te voeren, dan wel te verhandelen. Blijkens het tweede lid van dit artikel vindt die registratie plaats door inschrijving in een door Onze Minister bijgehouden register door middel van een door Onze Minister beschikbaar te stellen registratieformulier.
Uit onderzoek is niet gebleken dat aan verdachte een registratie is afgegeven voor activiteiten met werkzame stoffen als bedoeld in artikel 38 van de Geneesmiddelenwet.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank ook het opzet bewezen, op zowel het aanwezig hebben als het afleveren, verstrekken, vervoeren en naar het buitenland uitvoeren van grote hoeveelheden MDMA, alsmede op het
- zonder registratie - aanwezig hebben, afleveren, verstrekken, vervoeren en naar het buitenland uitvoeren van grote hoeveelheden ketamine.
Pleegperiode
De rechtbank gaat, gelet op de resultaten van de onderzochte locatiegegevens in de mobiele telefoon van verdachte en het aanbieden van postpakketten, voor wat betreft de pleegperiode van het onder 1 en 2 ten laste gelegde uit van 20 maart 2020 als startdatum.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat de hiervoor beschreven gedragingen van verdachte telkens een nauwe en bewuste samenwerking tussen hem en anderen opleveren, zodat het ten laste gelegde medeplegen ook kan worden bewezen.
Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] op 2 maart 2021 is een contant geldbedrag van 2.000 euro aangetroffen in een slaapkamerkast. Uit de bewijsmiddelen kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van dit geldbedrag in de woning en bovendien gaat het niet om een zodanig groot bedrag dat op voorhand vermoed moet worden dat het van misdrijf afkomstig zou kunnen zijn.
Voorts is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig dat verdachte enige betrokkenheid had bij het bedrag van 49.050 euro dat op de [adres 1] in Amsterdam in beslag is genomen.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.