Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
NUMAXX GMBH,
gevestigd in Sarnen, Zwitserland,
INTERNATIONAL BUSINESS GENEMUIDEN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Genemuiden,
INTERNATIONAL BUSINESS GENEMUIDEN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende in Genemuiden,
CLASSEN HOLZ KONTOR GMBH,
1.De procedure
2.Inleiding en korte samenvatting van de beslissing
3.De feiten
goods no right of return and complaints”. Op twee facturen is hier aan toegevoegd “
(= B-Grade)”.
4.Het geschil
In de hoofdzaak (Numaxx/IBG)
5.De beoordeling
In de hoofdzaak (Numaxx/IBG)
naast elkaarkunnen worden toegewezen. Dat houdt, vanuit het perspectief van IBG, een forse verandering in van wat er op het spel staat met deze procedure. Het moment in de procedure, namelijk tijdens de mondelinge behandeling, maakt dat deze wijziging van eis in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Bovendien zou het de derde wijziging van eis betekenen aan de kant van Numaxx. De rechtbank zal daarom uitgaan van het petitum zoals dit is geformuleerd in de akte wijziging van eis van Numaxx.
goods no right of return and complaints”, ook op de eerste facturen die IBG in mei 2019 aan Numaxx toezond. Afgezien van de vraag of dit een tussen partijen overeengekomen uitsluiting van aansprakelijkheid is, is niet gesteld of gebleken dat Numaxx naar aanleiding van deze disclaimer navraag heeft gedaan bij IBG. Vervolgens de koopovereenkomst zelf. De partij vloeren die Numaxx van IBG gekocht heeft betrof de door Classen geproduceerde ‘NEO 1.0’ vloer, een type vloer die op het moment van het tot stand komen van de koopovereenkomsten niet meer door Classen werd geproduceerd. Numaxx was hiervan op de hoogte. IBG heeft Numaxx er voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst op gewezen dat de producent van de vloeren, Classen, zich op dat moment inmiddels had toegelegd op de productie van ‘NEO 2.0’ vloeren. Numaxx wist dus dat het ging om zogeheten
discontinued products. Verder is niet in geschil dat Numaxx voor de vloeren omgerekend een bedrag van om en nabij de € 3,00 per vierkante meter aan IBG betaald heeft. Numaxx heeft de stelling van IBG dat in het geval van A-keuze vloeren een winkelier circa € 15,00 per vierkante meter aan de producent betaalt weliswaar betwist, maar heeft nagelaten deze betwisting te onderbouwen, bijvoorbeeld door te stellen welke prijzen er wel gewoonlijk voor A-keuze vloeren wordt betaald. Bovendien heeft Numaxx ter zitting desgevraagd aangegeven dat voor A-keuze materiaal een hogere prijs wordt betaald dan zij in dit geval aan IBG heeft betaald. Hiermee staat vast dat Numaxx een lage prijs – in de zin van fors onder de marktprijs voor A-keuze vloeren – heeft betaald voor de vloeren. Partijen zijn, op verzoek van IBG, verder overeengekomen dat Numaxx de vloeren niet binnen Europa zou mogen verkopen. Gelet op al deze omstandigheden, namelijk de deskundigheid aan de kant van Numaxx, een koopprijs die onder de marktprijs ligt voor een type vloer dat bovendien niet meer geproduceerd werd, een disclaimer op de facturen, een verkoper die in de branche bekend staat als verkoper van afgekeurde partijen vloeren en het verbod om de vloeren binnen Europa te verkopen, lag het op de weg van Numaxx haar stelling dat zij een product zonder gebreken had mogen verwachten, nader te onderbouwen. Dit heeft zij echter nagelaten. De vraag of IBG Numaxx heeft medegedeeld dat een klein gedeelte van de vloeren gebreken vertoond, en dat daarom de gehele partij als B-keuze is aangemerkt, kan daarom in het midden blijven.