ECLI:NL:RBOVE:2022:44

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
13 januari 2022
Zaaknummer
9513286 \ CV EXPL 21-4507
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in consumentenkoop bij webwinkel met schending van informatieplichten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 11 januari 2022, is een tussenvonnis uitgesproken in een consumentenkoopkwestie. De eisende partij, BILLINK FINANCIAL SOLUTIONS B.V., gevestigd te Rotterdam, heeft de gedaagde partij, die niet is verschenen, aangesproken op een betalingsverplichting van € 96,51, inclusief rente en kosten. De gedaagde had een bestelling geplaatst bij een webwinkel en gekozen voor achteraf betalen. De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of de gedaagde partij voldoende geïnformeerd was over de essentiële informatieplichten die voortvloeien uit de wet.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een schending van de contractuele informatieplichten, specifiek artikel 6:230v lid 7 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft in een eerdere uitspraak (ECLI:HR:NL:2021:1677) benadrukt dat rechters in consumentenzaken ambtshalve moeten toetsen of aan deze informatieplichten is voldaan. De kantonrechter heeft voorlopig geoordeeld dat de gedaagde partij niet adequaat is geïnformeerd over de leveringstermijn en het ontbindingsrecht, zoals vereist in artikel 6:230m lid 1 BW.

De kantonrechter heeft voorgenomen om de betalingsverplichting van de gedaagde te verminderen met 25% op basis van de landelijke richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten. Dit zou de hoofdsom verlagen naar € 53,13. De eisende partij krijgt de gelegenheid om schriftelijk te reageren op dit voornemen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 8 februari 2022, waar de eisende partij zich schriftelijk mag uitlaten over de voorgenomen sanctie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9513286 \ CV EXPL 21-4507
Vonnis van 11 januari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BILLINK FINANCIAL SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft gevorderd dat de gedaagde partij bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan haar te betalen € 96,51, met rente en kosten, zoals in de dagvaarding is omschreven.
1.2.
Tegen de niet verschenen gedaagde partij is verstek verleend.
1.3.
Daarna is bepaald dat een vonnis wordt uitgesproken.

2.De beoordeling

Ambtshalve toetsen
2.1.
Deze zaak gaat over een bestelling van gedaagde partij als consument bij een webwinkel. Gedaagde partij heeft daarbij gekozen voor achteraf betalen.
2.2.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2021 een uitspraak gedaan die voor deze zaak van belang is (ECLI:HR:NL:2021:1677). Kort samengevat heeft de Hoge Raad overwogen dat (1) de rechter in zaken met consumenten ambtshalve moet onderzoeken of aan bepaalde essentiële informatieplichten is voldaan en (2) dat als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting de rechter een sanctie moet toepassen.
2.3.
Eisende partij heeft voldoende onderbouwd dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW.
2.4.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is sprake van voldoende ernstige schending van artikel 6:230v lid 7 BW, omdat gedaagde partij contractueel niet is geïnformeerd over de essentiële informatieplicht(en) vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW onder: g (leveringstermijn) en h (ontbindingsrecht). Uit de overgelegde factuur is onvoldoende duidelijk geworden dat aan deze plicht is voldaan.
2.5.
De kantonrechter heeft het voornemen om aan de hand van de landelijke richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten (www.rechtspraak.nl/voor-advocaten-en-juristen/reglementen-procedures-en-formulieren/kanton) de betalingsverplichting van gedaagde partij vanwege voornoemde schending(en) te verminderen met 25%. Dit betekent dat de hoofdsom (€ 53,13) wordt verminderd met genoemd percentage. Eisende partij mag daarop eerst nog reageren.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.3. De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 8 februari 2022, waarop eisende partij zich schriftelijk mag uitlaten over hetgeen is overwogen onder 2.5,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2022. (SG)