De curator heeft, samengevat, gevorderd dat de rechtbank,
primair, i) voor recht verklaart dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hun taak als bestuurster/feitelijke beleidsbepaler kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat die kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest en dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort in de faillissementsboedel;
ii) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van het bedrag van de schulden in het faillissement, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;
iii) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een voorschot ad € 250.000,-op het bedrag dat zij de boedel dienen te betalen;
subsidiair, i) voor recht verklaart dat [gedaagde 1] haar taak als bestuurster onbehoorlijk heeft vervuld als bedoeld in artikel 2:9 BW, als gevolg waarvan zij aansprakelijk is voor de door de vennootschap daardoor geleden schade;
ii) [gedaagde 1] veroordeelt tot vergoeding van de schade die de vennootschap, respectievelijk de gezamenlijke schuldeisers daarvan door het onbehoorlijke bestuur hebben geleden, met bepaling dat de hoogte van de schadevergoeding wordt opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente;
meer subsidiair, i) voor recht verklaart dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ex artikel 6:162 BW onrechtmatig hebben gehandeld tegenover de vennootschap, respectievelijk de gezamenlijke schuldeisers daarvan;
ii) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeelt tot vergoeding van de schade die de vennootschap, res-pectievelijk de gezamenlijke schuldeisers daarvan door het onrechtmatig handelen hebben geleden, met bepaling dat de hoogte van de schadevergoeding wordt opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente;
primair, subsidiair en meer subsidiair, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten, met inbegrip van de beslagkosten, en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.