In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, Wehkamp B.V. De werknemer heeft een verzoek ingediend tot betaling van een billijke vergoeding, omdat zij meent dat haar werkgever zich schuldig heeft gemaakt aan ongelijke beloning op grond van geslacht, in strijd met artikel 7:646 BW en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid. De werknemer stelt dat zij een lager salaris heeft ontvangen dan haar mannelijke collega, [X], die dezelfde functie bekleedde. De werkgever heeft dit betwist en aangevoerd dat het salarisverschil objectief gerechtvaardigd was op basis van relevante werkervaring en opleiding.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 24 januari 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever een gemotiveerde verklaring heeft gegeven voor het salarisverschil en dat dit gebaseerd was op gelijkwaardige maatstaven. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van verboden onderscheid op grond van geslacht en dat de werknemer onvoldoende feiten heeft aangedragen om te concluderen dat de werkgever zich schuldig heeft gemaakt aan benadeling.
De kantonrechter heeft alle verzoeken en vorderingen van de werknemer afgewezen en haar veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.