ECLI:NL:RBOVE:2022:621
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsbeslissing inzake verzoek tot wraking van rechter in familiezaken
Op 2 maart 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel een verzoek tot wraking van een rechter in een familiezakenprocedure ongegrond verklaard. Verzoekers, ouders van twee minderjarige kinderen, voerden aan dat de rechter hen tijdens eerdere zittingen onheus had bejegend en dat zij zich niet gehoord voelden. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van de behandeling van hun zaak door mr. K. van Leeuwen, die eerder beslissingen had genomen die voor verzoekers ongunstig waren. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid van de rechter niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat de aangevoerde gronden voor wraking onvoldoende waren om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was. De wrakingskamer concludeerde dat de gevoelens van verzoekers over de bejegening door de rechter niet voldoende waren om het wrakingsverzoek te onderbouwen. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.