ECLI:NL:RBOVE:2022:664

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
9 maart 2022
Zaaknummer
9426217 \ CV EXPL 21-2099
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en geschil over zorgplicht tussen bouwadviesbureau en woningbedrijf

In deze zaak vordert de eiseres, Ad Fontem Juridisch Bouwadvies B.V., betaling van haar facturen door de gedaagde, Twenty4 Wonen B.V. Ad Fontem heeft juridische werkzaamheden verricht voor Twenty4, die stelt dat de werkzaamheden niet conform de overeenkomst zijn uitgevoerd en dat Ad Fontem haar zorgplicht heeft geschonden. De kantonrechter oordeelt dat niet is komen vast te staan dat Ad Fontem enige garantie heeft gegeven of haar zorgplicht heeft geschonden door stukken niet tijdig in te dienen. De vordering tot betaling van de facturen wordt toegewezen. De procedure omvatte een mondelinge behandeling waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft de feiten en stellingen van beide partijen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de vordering van Ad Fontem gerechtvaardigd is, terwijl de reconventionele vordering van Twenty4 wordt afgewezen. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9426217 \ CV EXPL 21-2099
Vonnis van 15 februari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AD FONTEM JURIDISCH BOUWADVIES B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zenderen,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen Ad Fontem,
gemachtigde: GGN Mastering Credit N.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TWENTY4 WONEN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen Twenty4,
gemachtigde: mr. W.K. Cheng.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 november 2021,
- de conclusie van antwoord in reconventie van 19 januari 2022 met producties,
- de mondelinge behandeling via Teams op 19 januari 2022, waarbij de heer [A] is verschenen namens Ad Fontem, bijgestaan door mr. M. Spruit van GGN Mastering Credit N.V., en waarbij mevrouw [B] is verschenen namens Twenty4, bijgestaan door mr. Cheng. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 15 november 2019 heeft Twenty4 een brief van de gemeente Tubbergen ontvangen. Hierin staat dat haar gebruik van de locaties aan [het adres 1] en [het adres 2] in [plaats] , als kleinschalige woonzorgaccommodaties, in strijd is met het bestemmingsplan. Aan Twenty4 is een dwangsom opgelegd van in totaal € 50.000,00 als zij het gebruik niet uiterlijk 1 mei 2020 beëindigt.
2.2.
Op 9 januari 2020 heeft Twenty4 een gesprek gehad met Ad Fontem over het in gang zetten van procedures om de twee locaties te behouden. Ad Fontem heeft een offerte opgesteld voor de door haar te verrichten werkzaamheden, welke op 19 januari 2020 door Twenty4 is ondertekend (hierna: de overeenkomst).
2.3.
Op 12 februari 2020 heeft Ad Fontem een principeverzoek voor [het adres 2] ingediend bij de gemeente Tubbergen.
2.4.
Op 19 maart 2020 heeft Ad Fontem een brief opgesteld met het verzoek om de voorzieningen te gedogen, dan wel om de begunstigingstermijn in de dwangsomaanschrijving op te schorten tot zes weken nadat het college heeft besloten en kenbaar heeft gemaakt dat ze niet voornemens is de raad voor te stellen de bestemmingsplannen voor beide locaties te herzien. Twenty4 heeft deze brief naar de gemeente Tubbergen gestuurd. Het verzoek is afgewezen.
2.5.
Op 21 april 2020 heeft Ad Fontem een bestemmingsplan en KGO-plan (Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving) voor [het adres 1] ingediend bij de gemeente Tubbergen.
2.6.
Op 30 april 2020 heeft Ad Fontem drie facturen van in totaal € 6.586,93 naar Twenty4 gestuurd voor de door haar verrichte werkzaamheden, met een betalingstermijn van veertien dagen na factuurdatum.
2.7.
Op 14 mei 2020 heeft Twenty4 Ad Fontem per e-mail verzocht om de bij de gemeente ingediende verzoeken in te trekken.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Ad Fontem vordert dat de kantonrechter Twenty4 bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt om een bedrag van € 7.456,59 aan haar te betalen (bestaande uit € 6.586,93 aan hoofdsom, € 165,31 aan wettelijke rente tot 17 augustus 2021 en € 704,35 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met de wettelijke rente over € 6.586,93 vanaf 17 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert zij dat Twenty4 wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2.
Twenty4 voert verweer en vordert dat de vorderingen worden afgewezen, dan wel dat Ad Fontem niet-ontvankelijk wordt verklaard, met veroordeling van Ad Fontem in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Twenty4 vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat:
  • de geleverde diensten door Ad Fontem niet beantwoorden aan de overeenkomst tussen partijen en dat Ad Fontem haar zorgplicht heeft geschonden ten aanzien van Twenty4;
  • de schade is vastgesteld en beperkt tot het reeds in rekening gebrachte honorarium;
  • partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben.
3.5.
Ad Fontem voert verweer en vordert dat Twenty4 niet-ontvankelijk wordt verklaard, dan wel dat de vordering wordt afgewezen, met veroordeling van Twenty4 in de proceskosten.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

Hoofdsom
4.1.
Ad Fontem vordert betaling van de facturen voor de werkzaamheden die zij voor Twenty4 heeft verricht. Twenty4 stelt dat zij de facturen niet hoeft te betalen, omdat Ad Fontem haar werkzaamheden niet conform de overeenkomst heeft verricht en haar zorgplicht heeft geschonden.
Wettelijk kader
4.2.
De overeenkomst tussen partijen is een overeenkomst van opdracht zoals bedoeld in artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van artikel 7:401 BW moet de opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Dit houdt in dat hij moet handelen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht.
Garantie
4.3.
Twenty4 stelt dat Ad Fontem haar – tijdens de bespreking op 9 januari 2020 – heeft verzekerd dat het principeverzoek, het bestemmingsplan en het ruimtelijk kwaliteitsplan op tijd af zouden zijn en dat alles op tijd was ingediend, de gemeente akkoord zou gaan met het gedogen van de situatie of het opschorten van de begunstigingstermijn. De stelplicht en bewijslast van deze stelling rusten op Twenty4.
4.4.
Ad Fontem ontkent dat zij enige garantie heeft gegeven. Zij stelt dat zij tijdens de bespreking heeft gezegd dat het een moeilijk traject zou worden en dat Twenty4 eigenlijk al met 1-0 achterstond in haar poging om gemeentelijke medewerking te verkrijgen, omdat het handhavingsteam van de gemeente haar weg wilde hebben. Bovendien heeft de gemeente Tubbergen in haar brief van 15 november 2019 het volgende geschreven:
“Het is mogelijk om een aanvraag om bestemmingsplanwijziging in te dienen om het gebruik alsnog te legaliseren. Echter gelet op het afwijzen van het principe verzoek en dat wij het huidige gebruik ook een ongewenste ontwikkeling vinden is de kans gering dat wij positief besluiten op uw aanvraag om bestemmingsplanwijziging.”
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Twenty4 niet voldoende onderbouwd dat Ad Fontem gegarandeerd heeft dat de gemeente akkoord zou gaan met het gedogen van de situatie of opschorting van de begunstigingstermijn.
Uit artikel 2 van de algemene voorwaarden van Ad Fontem volgt dat op haar een inspanningsverplichting rust, en dus geen resultaatsverplichting. Uit de overeenkomst tussen partijen blijkt ook niet dat Ad Fontem enige garantie heeft gegeven. Twenty4 heeft ter zitting verklaard dat zij de garantie verwachtte dat het goed zou komen, omdat Ad Fontem heeft gezegd dat zij haar best zou doen en omdat zij een erkend bureau is dat vaker samenwerkt met de gemeente. Zij heeft echter ter zitting ook verklaard dat Ad Fontem tijdens de bespreking op 9 januari 2020 niet heeft gezegd dat het gegarandeerd zou lukken.
Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook niet vast komen te staan dat Ad Fontem enige garantie heeft gegeven. Bovendien kan niet met zekerheid worden gezegd dat de verzoeken zouden zijn afgewezen, aangezien deze op verzoek van Twenty4 door Ad Fontem zijn ingetrokken.
Stukken te laat ingediend
4.6.
Twenty4 erkent dat het principeverzoek met betrekking tot de locatie aan [het adres 2] tijdig bij de gemeente Tubbergen is ingediend. Zij stelt echter dat Ad Fontem het bestemmingsplan met betrekking tot de locatie aan [het adres 1] te laat heeft ingediend, waardoor de gemeente het verzoek tot het gedogen van de situatie of uitstel van de begunstigingstermijn niet tijdig kon beoordelen. Volgens Twenty4 is acht weken een redelijke beslissingstermijn voor de gemeente en had het bestemmingsplan daarom acht weken vóór 1 mei 2020 ingediend moeten worden. Het bestemmingsplan is echter pas op 21 april 2020 ingediend.
4.7.
De kantonrechter overweegt dat de stelplicht en bewijslast van de stelling dat Ad Fontem de stukken te laat heeft ingediend en daarmee haar zorgplicht heeft geschonden, op Twenty4 rusten.
4.8.
Ad Fontem stelt dat er geen wettelijke behandel- en beslistermijnen zijn voor de gemeente, maar erkent dat acht weken een standaardtermijn is waarbinnen een reactie van de gemeente kan worden verwacht.
Ad Fontem heeft onbetwist gesteld dat het indienen van het bestemmingsplan is vertraagd doordat zij ook een ruimtelijk kwaliteitsplan moesten aanleveren bij de gemeente Tubbergen, waarvoor een taxatie vereist was. Volgens Ad Fontem hebben partijen zich al op 9 januari 2020 gerealiseerd dat de termijn erg krap was, maar wilde Twenty4 uitdrukkelijk proberen om een bestemmingsplanwijziging door te voeren. Twenty4 heeft dit niet weersproken. Toen Ad Fontem zag aankomen dat het lastig werd om het bestemmingsplan vóór 1 mei 2020 in te dienen, heeft zij (op 19 maart 2020) een brief opgesteld om de gemeente Tubbergen te verzoeken om uitstel van de begunstigingstermijn. Dat dit verzoek is afgewezen, kan Ad Fontem niet worden aangerekend. Bovendien heeft Twenty4 zelf – in de periode tussen 15 november 2019 en 9 januari 2020 – kostbare tijd verloren, hetgeen Ad Fontem ook niet kan worden aangerekend. Twenty4 heeft niet gesteld waarin Ad Fontem volgens haar tijd heeft verspild of wat zij nog meer had moeten doen.
Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook niet vast komen te staan dat Ad Fontem haar zorgplicht heeft geschonden door de stukken niet eerder in te dienen.
Conclusie
4.9.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is niet vast komen te staan dat Ad Fontem haar werkzaamheden niet conform de overeenkomst heeft verricht of haar zorgplicht heeft geschonden. Twenty4 heeft de door Ad Fontem gefactureerde bedragen niet heeft betwist. De kantonrechter zal de vordering tot betaling van de facturen daarom toewijzen.
Wettelijke rente
4.10.
De wettelijke rente ex artikel 6:119 BW is op de wet gegrond en niet weersproken en zal daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.11.
Ad Fontem maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, aangezien het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. De kantonrechter stelt vast dat Twenty4 geen consument is en dat Ad Fontem voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 704,35 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal dan ook worden toegewezen.
Proceskosten
4.12.
Twenty4 wordt in de procedure in conventie in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Ad Fontem worden begroot op:
  • dagvaarding € 103,33
  • griffierecht € 507,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.232,33
in reconventie
4.13.
Uit de beoordeling in conventie volgt dat niet vast is komen te staan dat Ad Fontem haar werkzaamheden niet conform de overeenkomst heeft verricht of haar zorgplicht heeft geschonden. De reconventionele vordering zal daarom worden afgewezen.
4.14.
Twenty4 wordt in de procedure in reconventie in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. Omdat de reconventie voortvloeit uit de conventie zal één punt worden toegekend voor de begroting van het salaris van de gemachtigde in reconventie. Dit komt neer op een bedrag van € 311,00 (1,0 punt x tarief € 311,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt Twenty4 om een bedrag van € 7.456,59 aan Ad Fontem te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 6.586,93, te berekenen vanaf 17 augustus 2021 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Twenty4 in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Ad Fontem begroot op € 1.232,33,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt Twenty4 in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Ad Fontem begroot op € 311,00,
5.6.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2022.
(SL(O)