In dit tussenvonnis van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, is op 23 februari 2022 een deskundige benoemd om de echtheid van een handtekening te onderzoeken. De zaak betreft een geschil tussen eiser [A] en gedaagde [B] Bouwwerken, waarbij eiser betwist dat de handtekening onder een document van 20 april 2020 authentiek is. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 12 januari 2022 al geoordeeld dat een deskundige moest worden benoemd. De forensisch schriftexpert drs. P.L. Zevenbergen is voorgesteld als deskundige, en de rechtbank heeft een kostenbegroting van € 2.541,00 inclusief btw vastgesteld, die door gedaagde [B] moet worden voldaan.
Beide partijen hebben ingestemd met de benoeming van Zevenbergen en de kostenbegroting. De rechtbank heeft de griffie opgedragen om relevante documenten, waaronder het verslag van 20 april 2020 en een brief van [A] van 19 november 2020, aan de deskundige toe te zenden. De rechtbank benadrukt dat partijen verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht. De deskundige moet binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de opmerkingen van partijen worden verwerkt. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad, en verdere beslissingen zijn aangehouden.