ECLI:NL:RBOVE:2022:701
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit tot invordering van een verbeurde dwangsom
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 maart 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland. Verzoekster had een last gekregen om een chalet te verwijderen, omdat dit in strijd was met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bestemmingsplan ‘Giethoorn’. De voorzieningenrechter oordeelde dat het chalet nog steeds als een bouwwerk moet worden gekwalificeerd, ondanks dat verzoekster stelde dat de leidingen van water- en stroomvoorziening waren ontkoppeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster ten onrechte geen gevolg had gegeven aan de last onder dwangsom en dat het invorderingsbesluit rechtmatig was. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat er geen evident geen overtreding was gepleegd en de dwangsom rechtens onaantastbaar was geworden. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier R.K. Witteveen en werd openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de uitspraak.