ECLI:NL:RBOVE:2022:793

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
22 maart 2022
Zaaknummer
ak_21_814
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering omgevingsvergunning voor het kappen van een eik; onzorgvuldige voorbereiding en onvoldoende motivering van het bestreden besluit

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor het kappen van een eik. De gemeente Hellendoorn had eerder een vergunning verleend voor het kappen van de boom, maar na bezwaar van IVN Hellendoorn-Nijverdal werd deze vergunning alsnog geweigerd. Eisers, die last ondervonden van de boom, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit onzorgvuldig was voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat de belangen van de gemeente, IVN en eisers niet adequaat waren afgewogen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op de aanvraag, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eisers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 21/814

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] en [eiser] uit [woonplaats] , eisers

(gemachtigde: mr. M.L. Santokhi),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn, verweerder
(gemachtigden: M.J. Smit en A.J. ten Hove).

Als derde-partij neemt aan het geding deel IVN Hellendoorn-Nijverdal (IVN).

Procesverloop

In het besluit van 1 oktober 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van de gemeente Hellendoorn om een omgevingsvergunning te verlenen ingewilligd en een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van een eik achter [adres] in Hellendoorn.
In het besluit van 31 maart 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van
[naam 1] namens IVN Hellendoorn-Nijverdal (hierna: IVN) tegen het primaire besluit gegrond verklaard en de omgevingsvergunning voor het kappen van de eik alsnog geweigerd.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
[naam 1] heeft namens IVN in een brief van 30 januari 2022 laten weten dat hij als belanghebbende wil deelnemen aan de beroepsprocedure. [naam 1] heeft namens IVN gereageerd op de beroepsgronden van eiser, en een volmacht overgelegd ondertekend door de voorzitter van IVN, [naam 2] Op verzoek van de rechtbank heeft [naam 1] nog de statuten van IVN aan de rechtbank toegestuurd.
De rechtbank heeft het beroep op 1 maart 2022 op zitting behandeld. [eiser] eiser, is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, die via een video-verbinding aan de zitting heeft deelgenomen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Voor IVN zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen.

Overwegingen

Waar gaat het om?
1. Deze zaak gaat over een eik. De eik staat op gemeentelijke grond achter het huis van eisers. Zij hebben een stuk grond achter hun huis gekocht van de gemeente waardoor de perceelgrens dichter bij de eik, op zo’n 60 centimeter, is komen te liggen. Eisers hebben last van de boom en hebben de gemeente Hellendoorn benaderd met de vraag of de boom niet gekapt zou kunnen worden. De gemeente heeft vervolgens een kapvergunning aangevraagd. De kapvergunning is verleend vanwege de kwaliteit van de boom, onder meer teruglopende vitaliteit. IVN was het niet eens met de verlening van de kapvergunning en [naam 1] heeft namens IVN daartegen bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is gegrond verklaard, en de kapvergunning is alsnog geweigerd
.Verweerder heeft het advies van de commissie voor de bezwaarschriften (hierna: bezwaarcommissie) gevolgd. De bezwaarcommissie vond dat de verlening van de kapvergunning onvoldoende gemotiveerd was en onvoldoende zorgvuldig was voorbereid.
Eisers willen dat de eik toch gekapt wordt en hebben daarom beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Wat vinden eisers?
2. Eisers voeren twee formele beroepsgronden aan. In de eerste plaats dat niet is gebleken dat [naam 1] namens IVN mocht handelen zodat het door hem ingediende bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden. In de tweede plaats voeren eisers aan dat zij, als belanghebbenden, ten onrechte niet zijn gehoord in de bezwaarprocedure. Zij vinden dat verweerder in zijn communicatie richting hen ernstig tekort is geschoten.
Inhoudelijk voeren eisers met name aan dat hun belangen ten onrechte niet zijn meegewogen in het bestreden besluit. Ter zitting heeft eiser nog toegelicht waarom hij vindt dat de boom gekapt zou moeten worden. Eisers hebben last van vallende bladeren, eikels en soms dode takken. De takken hangen wel drie of vier meter in hun tuin. Het kost hen veel extra onderhoud. Als zij hun tuin willen herinrichten beschadigen zij de wortels van de boom die daardoor een gevaar zou kunnen vormen.
Wat vindt IVN?
3. IVN vindt ook dat eisers betrokken hadden moeten worden in de bezwaarfase. Verder vindt IVN vallende bladeren en eikels en een matige conditie geen reden om de boom te kappen. De perceelgrens is naar de boom verplaatst, daar heeft de boom geen schuld aan. Een eik heeft een penwortel, van beschadiging van de wortels zal daardoor niet snel sprake zijn. IVN is blij dat er een onafhankelijke bezwaarcommissie is en accepteert een advies van die commissie altijd.
Ter zitting is door [naam 1] nog gewezen op de onlangs overgelegde volmacht.
Wat vindt verweerder?
4. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat op grond van de regelgeving de kapvergunning in principe wordt verleend, tenzij sprake is van een weigeringsgrond genoemd in artikel 4 van de Kapverordening van de gemeente Hellendoorn. De kapvergunning is alsnog geweigerd vanwege het advies van de bezwaarcommissie. Daaruit blijkt dat de initiële verlening van de kapvergunning onvoldoende was gemotiveerd.
De kwaliteit van de boom is bij de beoordeling van een aanvraag om een kapvergunning van belang en ook wordt er een afweging van de betrokken belangen gemaakt.
De toestand van deze boom is niet zodanig dat hij onmiddellijk gekapt zou moeten worden. Aan de andere kant is de vraag of de boom het nog dertig jaar volhoudt. Vallende bladeren en eikels zijn ook volgens verweerder geen reden voor kap. Vallende takken kunnen wel gevaar opleveren. De boom is nu een attentieboom, er vindt betere inspectie plaats.
De groensingel waarin de boom staat, zal worden opgeknapt, waarschijnlijk in het najaar. In de plannen daarvoor is niet opgenomen, of nodig, dat de boom wordt gekapt. Dit blijkt uit een nadere onderbouwing van 4 februari 2021 van [naam 3] en uit diens toelichting tijdens de zitting.
Verweerder neemt de kritiek op de manier waarop gecommuniceerd is met eisers ter harte.
Regelgeving
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
5. Ingevolge artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo geldt, voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om een houtopstand te vellen of te doen vellen, een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Ingevolge artikel 2.18 van de Wabo kan, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
Kapverordening gemeente Hellendoorn (Kapverordening)
6. Op grond van artikel 4 (Weigeringsgronden), eerste lid, van de Kapverordening kan het bevoegd gezag de vergunning weigeren dan wel onder voorschriften verlenen in het belang van de handhaving van het natuur-, landschaps- of dorps-/stadsschoon of om andere redenen van milieubeheer of maatschappelijk belang. Ingevolge het tweede lid is een beschikking, als bedoeld in het eerste lid, met redenen omkleed.
In de toelichting op artikel 4 staat:
“Niet alleen de visuele eigenschappen (in het bijzonder indien een boom als monumentaal is aan te merken), maar ook andere kwaliteiten van een houtopstand kunnen aanleiding geven tot het weigeren van een omgevingsvergunning voor de activiteit kap, bijvoorbeeld:
- de recreatieve waarde van een op zichzelf foeilelijke klimboom, die bij de jeugd als speelobject waardering ondervindt;
- de belevingswaarde van houtopstand vanuit natuurwetenschappelijk, cultuurhistorisch, planologisch of bijzonder ecologisch oogpunt of wegens ouderdom of situering;
- de luchtzuiverende kwaliteiten;
- de invloed op de bodemhuishouding en het microklimaat;
- de nestel- of schuilgelegenheid voor bepaalde diersoorten.
Voor de beoordeling van deze eigenschappen kunnen van belang zijn de (stam)omvang van de boom, de plantwijze (alleenstaand of in groepen), de standplaats (tussen de bebouwing of in het buitengebied), de soort (snelgroeiend of langzaam groeiend).
De waarde van al deze eigenschappen, waaronder dus ook de visuele, is te vangen onder de termen "milieuwaarde" en "maatschappelijk belang", vandaar de terminologie "andere redenen van milieubeheer of maatschappelijk belang". Strikt genomen zou zonder beperking van de betekenis kunnen worden volstaan met de enkele toetsingsgrond "redenen van milieubeheer".
Het voorkomen van een boom op de waardevolle bomenlijst betekent niet dat de boom niet geveld mag worden. Het zorgt wel voor een zorgvuldiger afweging van de diverse belangen.”
Nader beleid is er niet, is ter zitting is door de gemachtigden van verweerder bevestigd.
Wat vindt de rechtbank?
7. De rechtbank geeft eisers gelijk. Verweerder moet opnieuw beslissen. Dat zal de rechtbank hieronder toelichten.
8. Verweerder is gelet op artikel 4 van de Kapverordening bevoegd de vergunning te weigeren of onder voorschriften te verlenen in het belang van de handhaving van het
natuur-, landschaps- of dorps-/stadsschoon of om andere redenen van milieubeheer of maatschappelijk belang. Daarbij hoort een kenbare afweging van alle betrokken belangen. Ook op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan, in dit geval verweerder, bij de voorbereiding van een besluit kijken naar alle belangen.
De rechtbank stelt vast dat uit het advies van de bezwaarcommissie en uit het bestreden besluit niet blijkt dat verweerder de belangen van de gemeente, IVN en eisers heeft afgewogen. De belangen van eisers zijn zelfs niet eens geïnventariseerd. Ondanks dat eisers kenbaar betrokken waren bij de aanvraag om een kapvergunning, heeft verweerder hen niet in de bezwaarprocedure betrokken en zijn zij ook niet uitgenodigd voor de hoorzitting.
De beroepsgrond dat niet is gebleken dat [naam 1] namens IVN Hellendoorn/Nijverdal mocht handelen slaagt niet gelet op de volmacht die er nu ligt.
Conclusie
9. Verweerder heeft het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid door de af te wegen belangen niet volledig te inventariseren en geen afweging te maken tussen alle betrokken belangen. Hiermee samenhangend is het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid door eisers niet te horen in bezwaar. Verder heeft verweerder het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd.
10. De rechtbank zal daarom het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3:2, artikel 7:2 en artikel 7:12, eerste lid, van de Awb [1] . Omdat er in de bezwaarfase geen sprake is geweest van aan afweging van alle belangen door verweerder, dient verweerder opnieuw te beslissen.
Hoe verder?
11. Dat de weigering van de kapvergunning wordt vernietigd, betekent niet dat de boom nu wel gekapt mag worden. Verweerder moet opnieuw beslissen op het bezwaar. Het ligt in de rede dat er een nieuwe hoorzitting komt, waar eisers, IVN en de gemeente voor worden uitgenodigd.
12. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoeden.
13. Omdat het beroep gegrond is, krijgen eisers een vergoeding voor de proceskosten die zij hebben gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 759,-), bij een wegingsfactor 1. Aan proceskosten wordt daarom in totaal toegekend € 1.518,-.
Verder komen in aanmerking voor vergoeding de reis- en verblijfkosten van eiser (€ 17,92) en zijn verletkosten (€ 58,77).
Dit is samen een bedrag van € 1.594,69 dat verweerder aan eisers moet betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en overige kosten van eisers tot een bedrag van € 1.594,69.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van
mr. W. Markwat, als griffier, op
De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

BIJLAGE

Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 3:2
Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.
Artikel 7:2
1. Voordat een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, stelt het belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.
2. Het bestuursorgaan stelt daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift op de hoogte alsmede de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht.
Artikel 7:12
1. De beslissing op het bezwaar dient te berusten op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. (…)

Voetnoten

1.Deze artikelen zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.